de docente hebben geleerd en deze, op haar
beurt, ook nog wel iets van haar gehoor. Het
is namelijk een feit dat woonwagenbewoners in
hun kampen een zeer gesloten gemeenschap
vormen, met een eigen leefpatroon, waarvan
buitenstaanders niet gemakkelijk iets te weten
komen.
In het onderhavige kamp waren de mannen
over het algemeen werkzaam als kooplieden in
tweedehands auto's, sloopwaren, dekens, klok
jes, galanterieën, e.d.
Hun afzetgebied vinden zij voor een groot
deel op de buitenlandse schepen in de Rotter
damse haven. De seizoenen oefenen invloed uit
op hun inkomsten, die daardoor wisselend zijn.
Hoewel de vrouwen goed op de hoogte bleken
te zijn van prijzen en mogelijkheden tot bespa
ringen, leven zij in de goede maanden zeer
royaal, terwijl zij in de slechte maanden dik
wijls moeite hebben om rond te komen en de
bijstand van de dienst voor sociale zaken no
dig hebben.
Hun kennis doen zij vooral op van radio en
televisie. Kranten worden weinig gelezen, daar
er onder de volwassenen nog veel analfabetis
me voorkomt.
De mannen dragen alle verdiensten af aan de
vrouwen en houden voor zichzelf alleen een
zakgeld. De verdeling van de bestedingen komt
dus geheel neer op de vrouwen. In de goede
maanden geven zij veel geld uit aan voeding
en snoep.
Het gebeurt herhaaldelijk dat de kinderen
's morgens bij het ontbijt al gebak met slagroom
krijgen. Voor de kleding wordt daarentegen niet
veel geld besteed. Dikwijls kopen zij deze twee
dehands van handelaren, die de kampen be
zoeken, of uit een magazijn dat door de maat
schappelijk werkster wordt beheerd.
Nieuwe kleding wordt alleen op zondag en
bij bijzondere gelegenheden gedragen. De in
ventaris van de wagens is zeer pronkerig, met
glinsterende lichtkronen, veel snuisterijen en
sierkussens op de bedden en in stoelen. Het
beddegoed is duur en voorzien van gebor
duurde randen en stroken.
Ongeveer dertig wagens hadden het kamp
als vaste standplaats gekozen; ongeveer tien
stonden er tijdelijk. De vaste bewoners van het
kamp kopen veel op afbetaling. Toch wordt er
ook geregeld gespaard voor grote uitgaven.
Een voornaam spaardoel is het onderhoud van
de wagens. Men beschouwt de wagen als een
statussymbool en daarom wil men dat deze er
zowel van binnen, als van buiten prima uitziet.
Ook legt men geregeld geld opzij om voor vol
wassen kinderen, als zij gaan trouwen, een
eigen wagen te kunnen kopen. Opgroeiende
kinderen, die zelf verdienen, sparen eveneens
voor dat doel.
Vrijwel algemeen houdt men het spaargeld bij
zich. Sommige vrouwen bleken een uitgespro
ken wantrouwen te koesteren ten aanzien van
de spaarbanken. Bijna geen van allen hadden
zij enig besef van de mogelijkheden, die een
spaarbank kan bieden om tot een beter finan
cieel beleid te komen. Eveneens onbekend was
het feit dat zij, als getrouwde vrouw, een eigen
spaarbankboekje kunnen hebben.
Een korte uiteenzetting betreffende de Jeugd-
spaarwet had een aantal belangstellende vragen
ten gevolge.
Zo is de lezing in het woonwagenkamp een
bijeenkomst geworden, waarop beide partijen
veel van elkaar hebben geleerd. Van de zijde
van de toehoorsters werd het samenzijn be
sloten met het uitspreken van de welgemeende
wens dat de G.B.I.-docente nog eens zou terug
komen, omdat men het gevoel had, dat men
best nog meer goede raad op het gebied van
de gezinsbestedingen kon gebruiken.
Wijdenes 3 miljoen
Op 20 december jl. is het totaal der spaar
gelden de 3.000.000,gepasseerd.
Als bijzonderheid mag worden vermeld, dat
over het derde miljoen 3 jaar is gespaard. Wan
neer wij bedenken, dat dit verdeeld is over 1100
boekjes en dat de dorpsgemeenschap onge
veer 1100 inwoners telt, is dit een goed resul
taat.
15