Kroniek van land- en tuinbouw
gemeenschappelijke financiering zuivelbeleid;
raadsbesluiten dienen in 75 uitvoeringsverordeningen te worden vastgelegd;
nieuwe grondslagen voor nationaal beleid melk en granen;
kostenstijgingen doorberekenen, ruimte voor betere rentabiliteit;
hulp aan in nood verkerende veehouderijbedrijven.
De belangstelling van het agrarische bedrijfs
leven niet alleen van de landbouw, maar even
zeer van de handel en de industrie ging deze
maand vooral uit naar de resultaten van het
Brusselse overleg. Na afloop van de marathon
zitting bleek iedereen tevreden te zijn en deden
alle ministers opwekkende mededelingen. De
Euromarkt was gered! De EEG is herboren en
belooft thans een krachtige gemeenschap te
worden! De integratie heeft gezegevierd over
het nationalisme!
Ondanks deze uitspraken kunnen er nog veel
vraagtekens worden geplaatst. Hoewel het ge
heel nog weinig overzichtelijk is, schijnen toch
wel enkele voor Nederland zeer belangrijke be
slissingen te zijn gevallen. Het voornaamste is
wel, dat thans ons nationaal landbouwbeleid kan
worden ontlast van een deel van de lasten van
het zuivelprobleem. Bij de thans in Brussel ge
sloten zuivelakkoord is bepaald, dat de finan
ciering van zuivelmaatregelen een zaak wordt
van gemeenschappelijke financiële verantwoor
delijkheid. De door Nederland bij export van
zuivelprodukten te verlenen restituties zullen in
toenemende mate bij de Gemeenschap kunnen
worden gedeclareerd, evenals de toeslag die in
ons land op de industriemelk wordt verstrekt.
De oplossing van ons nationale zuivelprobleem
wordt zo overgeheveld naar de EEG, met een
grote eigen markt.
Ook over de instelling en werkwijze van een
gemeenschappelijk landbouwfonds, waaruit het
gehele landbouwbeleid wordt gefinancierd, is in
principe overeenstemming verkregen. Dit fonds
zal jaarlijks een bedrag van ongeveer twee mil
jard gulden gemeenschapsgeld besteden. Voor
al van Nederlandse zijde is daarbij gewezen op
de noodzaak van een behoorlijke parlementaire
controle.
Van belang voor Nederland is vooral ook de
met betrekking tot de rundvleessector getroffen
regeling. Ook in de vleesmarkt zal zo nodig
geïntervenieerd worden om een redelijk prijs
peil te kunnen handhaven. Door het besluit om
uitvoersubsidies op sommige landbouwexporten
binnen de gemeenschap af te schaffen, is onze
pluimveesector in een gunstiger positie ge
komen ten opzichte van de Franse kippenexport,
die van subsidies profiteerde.
Nationaal beleid
Hoe belangrijk overigens dit alles is, moet
toch worden bedacht, dat in het Brusselse over
leg alleen principebeslissingen zijn gevallen.
Het resultaat van de jongste raadszitting dient
thans nog in niet minder dan 75 verordeningen
te worden vastgelegd. Er is dus voorlopig nog
wel werk aan de Brusselse winkel. Bij de na
dere uitwerking zal pas blijken in hoeverre de
controversen nu werkelijk zijn overwonnen.
Zo moet ook over de inwerkingtreding van
de zuivelverordening nog worden beslist. Dit
betekent, dat de melkprijs straks nog in natio
naal verband moet worden vastgesteld. Het
zelfde zal waarschijnlijk het geval zijn met de
granen. Het graanprijsvoorstel van dr. Mans-
holt is tot teleurstelling van de Nederlandse
landbouw nog niet aanvaard. Het lijkt niet
waarschijnlijk, dat men nog zal besluiten in 1964
de graanprijzen in alle partnerlanden op gelijk
niveau te brengen. Het schijnt dat alleen Neder
land in deze een positief geluid heeft doen
horen.
Het niet doorgaan van de prijsaanpassing be
tekent allereerst, dat Nederland op grond van
nationale overwegingen kostenstijgingen en
verbetering van de rentabiliteit in de landbouw
zijn graanprijzen zal moeten verhogen. Echter
niet alleen voor de akkerbouw, ook voor de
veehouderij zal het niet doorgaan van het plan-
Mansholt een teleurstelling betekenen. Welis
waar zou de voorgestelde graanprijsverhoging
12