maatschappij Robeco, van een beleggingsfonds
voor kleine spaarders maximum inkomen
12.000,heeft de aandacht getrokken.
Kleine spaarders worden in de gelegenheid ge
steld deel te nemen in het kapitaal van handel
en industrie, langs de weg van beleggingsparti
cipaties, die overigens niet ter beurze verhan
delbaar zijn.
Het bijzondere van deze spaarvorm is niet
zozeer, dat de spaarder, en met name de kleine
spaarder, nu naast of in de plaats van het
spaarbankboekje een andere beleggingsvorm
aangeboden krijgt deze mogelijkheid bestaat
in ons land reeds lang als wel, dat bewust
door de Bondsspaarbanken een afwijking wordt
gepropageerd van de tot nu toe gehanteerde
spaarvormen volgens het „gulden is gulden"
principe.
Als voordeel van de nieuwe beleggingsvorm
wordt o.a. genoemd het mindere risico bij voort
schrijdende geldontwaarding. Tegenover dit min
dere risico staat echter een groter risico aan
waardeverandering van de belegging en staat
ook een grotere spaargebondenheid. Door de
belegging in aandelen verliest de besparing zijn
volkomen liquide karakter, die het normaal in
de vorm van het tegoed op een spaarboekje
heeft. De besparing kan daardoor niet meer als
een direct ter beschikking staande reservering
worden gezien. Weliswaar neemt de spaarbank
op zich, de beleggingsparticipaties van de
spaarders terug te nemen, wanneer deze dit
wensen, maar het is duidelijk, dat inlossing van
deze toezegging, vooral wanneer deze beleg
gingen grote omvang zouden aannemen, in tij
den van financiële spanning op moeilijkheden
kan stuiten en in ieder geval grote offers van de
spaarders kan vergen.
Vaak wordt gesteld, dat nu de ongewisheden
in het leven verminderd zijn door de vergaande
sociale wetgeving, er minder reden is om een
liquide spaartegoed aan te houden. Inderdaad
heeft de grotere sociale zekerheid wel wijziging
gebracht in de doeleinden van het sparen.
Maar ook bij het hogere levenspeil wordt de
handhaving van de individuele welstand sterk
vergemakkelijkt door het aanhouden van een
spaartegoed, normaal op het boekje.
Zonder een spaartegoed is men in de regel
spoedig aangewezen op consumptieve krediet
vormen: afbetalingskrediet of persoonlijke le
ningen. Het voordeel van „gebonden spaar
vormen" voor de individuele spaarder kan dan
gemakkelijk worden teniet gedaan door de hoge
rente voor het consumptieve krediet.
Het is dan ook niet ondenkbaar, dat tussen
de recente initiatieven van de Spaarbankbond,
namelijk de oprichting van een beleggingsfonds
enerzijds en het openstellen van de mogelijk
heid van persoonlijke leningen anderzijds, een
nauw verband bestaat.
De nieuwe ontwikkeling op spaarbankterrein
verdient onze bijzondere aandacht. Wij zullen de
aspecten daarvan hebben te toetsen aan het
geen in het belang van de spaarders kan wor
den geacht, daarbij de doelstelling van onze
organisatie niet vergetend. Een zuivere beoor
deling van dit belang kan niet alleen berusten
op argumenten, ontleend aan een periode van
hoogconjunctuur en oplopende beurskoersen.
Juist dan, wanneer de vooruitzichten voor het
economisch leven minder gunstig worden be
oordeeld, kan een direct opvraagbaar tegoed
op het spaarbankboekje voor de spaarder van
nut zijn. Belegde middelen in aandelen zullen
juist in die perioden moeilijk zonder verlies vrij
te maken zijn.
Voor het sparen volgens het principe „gul
den is gulden" is, goede en kwade tijden te
zamen nemend, naar onze mening een blijvende
functie weggelegd.
ONZE LEDEN
In het artikel „De opgaande lijn" komen ook
de fusies van het afgelopen jaar ter sprake.
Hieronder geven wij een lijst van de leden, die
in 1963 fusioneerden:
de Boerenleenbank „Woltersum" met de Boe
renleenbank „Ten Post" tot de Raiffeisenbank
„Ten Boer en Omstreken";
de Boerenleenbank „Blijham" met de Raiffeisen
bank „Bellingwolde" tot de Raiffeisenbank
„Bellingwolde-Blijham";
de Boerenleenbank „Meeden" en de Boeren
leenbank te Westerlee met de Boerenleenbank
„Scheemda" tot de Raiffeisenbank „Scheemda-
Westerlee-Meeden";
10