Financieel overzicht
Rentestijging geaccentueerd
Aan het einde van november moest worden
vastgesteld dat de rentestijging, zoals die tot
uitdrukking komt in de koersbeweging op de
obligatiemarkt en in het bijzonder van de
staatsleningen, zich in de afgelopen maand heeft
geaccentueerd. Een blik op de maandelijkse
koerstabel, aan het einde van dit overzicht af
gedrukt, is voldoende om ons daarvan te door
dringen. De verliezen, die daaruit kunnen worden
afgelezen, zijn aanzienlijk voor zulk een korte
periode en belopen tot zelfs circa drie punten.
Dit laatste blijkt het geval te zijn geweest met
de koers van de 4% Staatslening 1959, waar
van de gemiddelde looptijd nog ruim 10 jaar
bedraagt. Op het thans bereikte koersniveau
kan het rendement dat deze lening afwerpt, nu
reeds op rond 4.7 worden berekend, dus nog
belangrijk meer dan voor de jongste 41/2
staatslening bij inschrijving tegen 100% gold.
De koersdaling van de 4% Staatslening
1959 draagt echter wel een extreem karakter
en zou men dus als een correctie-achteraf op
een te hoog koersniveau kunnen beschouwen.
In doorsnee is het koersverlies voor de ver
schillende staatsleningen in november van ge
ringere afmeting geweest en beliep het tussen
1 en 11/2 Voor de nieuwste staatslening was
de daling nog geringer: tegenover een koers
van aanvankelijk ca. 99% onmiddellijk na de
emissie, en van ca. 99% aan het einde van
oktober, stond een notering van ca. 995/16 bij
de jongste maandwisseling.
Daar echter het merendeel van de staats
leningen ten tijde van de maandwisseling rela
tief lager noteerde resp. een hoger rendement
afwierp, moet worden geconstateerd dat bij de
koersvorming van de 41/2 Staatslening 1963
bijzondere factoren in het spel zijn geweest.
Het rendement daarvan viel einde november
jl. te berekenen op 4.57 Een lager rendement
komt voor staatsleningen met een dergelijke
looptijd niet voor. Mogelijk hebben de steun
aankopen, die ongetwijfeld van tijd tot tijd ten
gunste van de nieuwste staatslening plaats
vonden, tot bedoelde rendementsafwijking bij
gedragen. Uiteindelijk is een dergelijk verschil
echter niet houdbaar, zodat geleidelijk een meer
evenwichtige verhouding is te verwachten welke
dan tot stand kan komen hetzij door een koers
stijging van de andere staatsleningen, hetzij
door een verdere koersdaling van de 41/2
1963. Zoals gewoonlijk in een fase van stij
gende rente is het koersverlies bij de perpe
tuele schuld het grootst geweest. Zo is de
2% Grootboekschuld intussen gedaald tot
ongeveer 53 tegen nog ca. 59 aan het
einde van juni 1963. De 31/2 Nederlandse
Grootboekobligaties werpen zelfs reeds een
rendement af van 4.8
Hogere pandbriefrente
Terwijl het evenwicht op de leningmarkt in
eerste aanleg werd verstoord door de niet
eens zo heel veel te grote emissie van het
Rijk ziet het er dus thans naar uit dat de obli
gatiemarkt haar evenwicht nog niet heeft her
vonden. Zelfs dringt de conclusie zich op dat
voor de naaste toekomst eerder met een verder
aantrekken van de rentevoet rekening moet
worden gehouden. Mocht deze gepaard gaan
met een verhoging van het officiële disconto,
dat nog steeds 31/2 bedraagt, dan zou daar
mee in feite geen nieuwe ontwikkeling worden
ingeluid, omdat de particuliere rentetarieven
over de gehele linie een hoger niveau hebben
bereikt. Het laatste kan in elk geval ook voor
de andere sectoren dan die van de staatsle
ningen op de kapitaalmarkt worden geconsta
teerd. De industrie moet nu algemeen ten minste
5 rente voor langer lopende leningen betalen,
zowel in de onderhandse sector als op de pu
blieke kapitaalmarkt. Maar ook de pandbrief
rente is over de gehele linie gestegen.
Werden aan het begin van dit jaar b.v. door
de Friesch-Groningsche Hypotheekbank nog
4% pandbrieven tegen 991/2 verkrijgbaar
gesteld, in november bleek, dat voor 4%
pandbrieven tegen pari geen belangstelling
meer bestond zodat de koers van afgifte tot
99 moest worden verlaagd.
De Westlandsche Hypotheekbank moest dit
voorbeeld gezwind volgen en voor zover andere
hypotheekbanken zich nog niet bij deze ont
wikkeling hebben aangesloten, moesten zij in
elk geval de afgifte van pandbrieven met een
420