Kroniek van land en tuinbouw
melkprijsbeleid
betere rentabiliteit veehoudersbedrijven via prijsbeleid en machtsontwikkeling zuivelprodukten
en vlees;
dynamische ontwikkeling in tuinbouw;
prijsverhogingen akkerbouwprodukten.
Wanneer men bepaalde commentaren hoort
en leest met betrekking tot de door de regering
genomen beslissingen rond de melkprijs, dan
zou men de indruk kunnen krijgen dat de land
bouw nimmer tevreden is, dat de boer maar
steeds blijft klagen. Bij een nadere analyse van
deze kritiek valt echter direct op, dat de on
tevredenheid met name betrekking heeft op de
extra-toeslag, die alsnog wordt gegeven over de
reeds in de periode van 1 november 1962 tot
1 november 1963 geleverde melk.
Het Landbouwschap vroeg voor 1962/63 een
melkprijs van 28 cent; de regering stelde deze
vast op 27 cent. Deze prijs bleek achteraf onvol
doende om de extra hoge kosten van de strenge
en lange winter op te kunnen vangen. Bovendien
vertoonden de veeprijzen een sterke daling,
waardoor de post omzet en aanwas aanzienlijk
beneden de verwachting is gebleven. Menig be
drijf kan bij deze ontwikkeling ternauwernood
het hoofd boven water houden, veevoederreke
ningen konden niet worden betaald, de schulden
namen toe. Er ontstond een vertwijfelde en ver
bitterde stemming.
De georganiseerde landbouw bleef ook
bij de nieuwe regering aandringen op een
verhoging van de richtprijs met 1 cent per liter.
Nu heeft minister Biesheuvel weten te bereiken,
dat de toeslag op industriemelk alsnog wordt
verhoogd, waardoor zeer binnenkort een extra
nabetaling van 32 miljoen kan worden uitge
keerd.
Hoewel de landbouw uiteraard erkentelijk is
voor deze verbetering (welke achteraf nog plaats
vindt van een eenmaal vastgestelde melkprijs)
overweegt het Landbouwschap alsnog bepaalde
hulpmaatregelen, welke met name de veenweide-
gebieden over de grootste moeilijkheden heen
kunnen helpen.
Lichtpunten
Wat de beslissingen betreft voor de verdere
toekomst, heerst in de georganiseerde land
bouw voldoening en waardering. Overigens
duurt die toekomst slechts tot 1 april 1964.
Wellicht zal de veehouder in de komende
interimperiode" een prijs van rond 30,5 cent
kunnen ontvangen, dus belangrijk meer dan de
27 cent die oorspronkelijk voor de voorgaande
periode gold. Deze beduidend betere prijs wordt
niet alleen bereikt door de verhoging van de
toeslag van 6,3 cent tot 8 cent per liter industrie-
melk, maar vooral ook doordat de consument
2 cent meer in rekening wordt gebracht. We
hebben sterk de indruk, dat de regering eerst
niet verder wilde gaan dan een verhoging met
1 cent, doch dat het vooral dank zij het inten
sieve en zinvolle overleg met het Landbouw
schap uiteindelijk toch 2 cent is geworden. Het
is bepaald van grote betekenis geweest dat de
in het Landbouwschap vertegenwoordigde land
arbeiders ook in de kring van de grote vak
centrales begrip hebben kunnen wekken voor de
moeilijke positie van de agrarische bedrijfstak.
Het is een goed teken, dat thans algemeen wordt
erkend dat het inkomen in de landbouw dient te
worden verhoogd.
Wanneer men er ook in het voor de landbouw
gunstiger politieke klimaat in slaagt om verdere
kostenstijgingen, als gevolg van de loonontwik
keling, in voldoende mate in het prijsbeleid op te
vangen, dan mag zeker worden gerekend op een
verdere verbetering van de rentabiliteit in de
landbouw.
Marktsituatie
Naast de verbetering in de landbouwpolitiek
is het voor de landbouw vooral verheugend, dat
de marktpositie van verschillende produkten
de laatste tijd belangrijk is versterkt. De land
bouwpolitiek behoeft thans nog nauwelijks te
worden gezien als een complex van maatregelen
om de boer te beschermen tegen dumpingprijzen
op de internationale overschottenmarkt. Veeleer
374