er minder op rentabiliteit zal worden gelet, dan
wel op gunstige ligging, goede kwaliteit, goede
ontsluiting en goede perceelsvorm. Bij derge
lijke aankopen speelt de vrees voor een verder
gaande ontwaarding van onze munteenheid een
zó belangrijke rol, dat rentabiliteitsoverwegingen
veelal geheel op de achtergrond worden ge
schoven.
Geheel anders wordt de situatie echter, wan
neer de grond wordt gekocht door toekomstige
gebruikers. Deze zullen gewoonlijk wel over een
zeker percentage van de koopsom beschikken,
doch dat bedrag zal gewoonlijk een bescheiden
deel uitmaken van de som die betaald moet
worden om bepaalde gronden te verkrijgen.
Voor het ontbrekende gedeelte zal dan vaak
een beroep worden gedaan op de plaatselijke
banken. En hier komen we dan aan het punt
waarover het thans gaat, namelijk ,,de taxatie
van agrarische grond".
We weten allemaal, dat er ook vóór 1 januari
1963 al een groot verschil bestond in de prijzen
voor grasland, boomgaardgrond, tuingrond,
bollengrond enz. Na de hierbovengenoemde
datum zijn echter de prijzen van bouw- en wei
land relatief nog sterker gestegen, dan die van
gronden die voor bijzondere cultures worden
gebruikt. We moeten hier rekening mee houden,
doch gezien vanuit een rentabiliteitsoogpunt is
het toch wel de vraag of de bankbestuurders
zonder meer hun taxaties mogen aanpassen aan
de prijzen die men thans wenst te besteden.
Ons inziens ligt hier een moeilijke, doch ook
zeer belangrijke taak voor de besturen. Wanneer
een beginnende landbouwer-veehouder naast de
aanschaffing van zijn kostbare inventaris ook
nog een zeer hoge prijs voor zijn land moet be
talen, is het zeer waarschijnlijk, dat hij er niet
in zal slagen de touwtjes aan elkaar te knopen,
gezien de omstandigheid, dat de prijzen van de
landbouwprodukten beslist geen gelijke tred
hebben gehouden met de prijsontwikkeling van
grond, gebouwen en inventaris,arbeidslonen enz.
Deze situatie moet de besturen dus helder voor
de geest staan, wanneer ze een aanvraag te be
handelen krijgen. Wanneer een aanvrager een
bedrag wil opnemen dat gezien te betalen
rente en aflossing in geen juiste verhouding
staat tot de geraamde opbrengst van de produk-
ten, achten wij het niet juist nochtans door hoog
te taxeren een (te) hoog bedrag te verstrekken.
Hiermede helpt men de aanvrager beslist niet.
Wij zouden zowel voor land- als voor tuin-
bouwgronden bij de waardering niet hoger wil
len gaan dan 50 boven de prijs, die vóór 1963
als maximaal toelaatbaar gold. Zelfs dan zal het
in vele gevallen nog de vraag zijn of het ver
antwoord is een bepaalde aanvraag in te wil
ligen. Gedegen plaatselijke kennis, zowel van de
aanvragers als van het onderpand, spelen hier
een belangrijke rol.
CONJUNCTUUR EN KREDIETBEPERKING
De Nederlandsche Bank heeft in de ontwikke
ling van de economische toestand van Nederland
aanleiding gevonden de kredietbeperkende
maatregelen, die in januari jl. waren opgeschort,
weer in werking te stellen. Dit is een bewijs, dat
de conjunctuur een andere loop heeft genomen
dan wellicht velen een aantal maanden geleden
hadden verwacht. Als één van de belangrijkste
barometers voor het verloop van zaken in ons
land wordt de betalingsbalans gezien. En inder
daad dient, gezien ons aandeel in de internatio
nale handel, aan het verloop van de betalings
balanspositie zeer grote betekenis te worden
toegekend. De betalingsbalans vertoont echter
reeds lange tijd een merkwaardig evenwichtig
verloop.
Het vlot tot nu toe goed met onze export. Dit
is voor ons land een zaak van belang want de
werkgelegenheid en de gehele welvaartsont
wikkeling houden daar verband mee.
Hoewel de betalingsbalans dus een rustig en
tamelijk evenwichtig beeld vertoonde, bleken er
onder de oppervlakte toch stromingen aanwezig
te zijn, die het water op een gegeven moment in
beroering moesten brengen. Dit vindt nu en in
de komende maanden plaats. Eén van de grond
slagen van de gunstige ontwikkeling van onze
exportpostie was het loonniveau in Nederland,
dat, in vergelijking met een groot deel van de
overige landen, laag was. Dit loonniveau is nu
in beweging gekomen. Hopelijk zal de „niveau-
371