Naar een Westeuropees structuurbeleid
Volgens artikel 2 van het verdrag van Rome
heeft de E.E.G. zich tot taak gesteld een ge
stadige en evenwichtige expansie van de econo
mische activiteit binnen de gemeenschap te
bevorderen. Dit zal mogelijk worden gemaakt
door het instellen van een gemeenschappelijke
markt enerzijds en door het coördineren van
het economisch beleid der leden-staten ander
zijds. Sinds het tot stand komen van het verdrag
werden vorderingen gemaakt met het scheppen
van gemeenschappelijke markten voor goederen
en kapitaal. De snelle ontwikkeling van een ge
meenschappelijke markt voor goederen werd
bevorderd door een voortgezette periode van
hoogconjunctuur. Onder deze omstandigheden
wordt het voor de regeringen aantrekkelijk hun
grenzen voor vreemde produkten open te stel
len om zodoende de spanning op de binnenlandse
markt te verminderen. Het afbreken van de
onderlinge tariefmuren heeft tot gevolg, dat de
verschillende leden-staten nu veel gevoeliger
gaan worden voor eikaars maatregelen. Het
overheidsbeleid gaat een steeds belangrijker rol
spelen in de economie. Van het nationaal in
komen der E.E.G.-landen loopt ongeveer één
derde via de overheid. Deze overheid treedt
bovendien in vele gevallen beschermend en
ordenend op. Het feit, dat bij onderling open
stelsels overheidsmaatregelen schadelijke ge
volgen voor buurlanden kunnen hebben, dwingt
de leden-staten tot overleg. In plaats van een
veelheid van incidentele en specifieke maat
regelen, zal men nu moeten komen tot een ge
meenschappelijk beleid zowel op korte als op
lange termijn.
Studie
Aan het beleid op korte termijn wordt thans
aandacht geschonken door een tweetal comités,
namelijk het monetaire comité en dat voor con-
junctuurpolitiek.Ter ondersteuning van dit laatste
comité heeft men vorig jaar ingevoerd een
E.E.G.-conjunctuurenquête. Het is te hopen, dat
wanneer het nodig mocht worden daadwerkelijk
maatregelen te riemen, daarvoor ook het appa
raat ter beschikking staat.
Tot nu toe werd er betrekkelijk weinig aan
dacht besteed aan een gemeenschappelijk
structuurbeleid. Wel werden regionale ontwik
kelingsplannen ontworpen, verdiepte men zich in
de landbouwstructuur en in de verkeers- en
energieproblematiek.
Ten einde tot een regelmatige studie van de
ontwikkelingen op lange termijn te komen, werd
ingesteld een werkgroep voor de economische
structuur- en ontwikkelingsvraagstukken op
lange termijn. Deze werkgroep heeft inmiddels
een rapport gepubliceerd over de vooruitzichten
van de E.E.G. over de periode 1960 tot 1970.
Thans wil men op deze weg verder gaan en
zich regelmatig gaan verdiepen in de te ver
wachten ontwikkeling op middellange termijn,
ten einde te komen tot een samenbundeling van
het meerjarig beleid. Onder middellange termijn
verstaat men in dit verband een periode van
ongeveer vijf jaar. Voor de realisering van
deze doeleinden heeft de commissie van de
E.E.G. enkele aanbevelingen gedaan.
Deze voorstellen voorzien in de instelling van
een groep onafhankelijke deskundigen welke tot
taak heeft een prognose op gemeenschappelijk
niveau op te stellen en voor te leggen aan het
comité voor economische politiek op middel
lange termijn. Uit genoemde studies zal o.a.
moeten blijken de ontwikkeling van het nationaal
inkomen en de besteding, de verwachte ontwikke
ling van de werkgelegenheid en de buitenlandse
handel. Op basis van bestudeerde vooruitzichten
moeten de verantwoordelijke autoriteiten een
beter inzicht kunnen verkrijgen in de factoren, die
bepalend zijn voor een voortdurende en even
wichtige expansie, een versnelde verhoging van
de levensstandaard en een hoog werkgelegen-
heidspeil. Alle economische sectoren dienen bij
het onderzoek te worden betrokken, niet alleen
die, welke onder overheidscontrole vallen.
Gemeenschappelijk overleg
Een voortdurend overleg tussen de verschil
lende staten t.a.v. de gestelde doeleinden en de
te nemen maatregelen kan leiden tot een voort
schrijdende coördinatie van de economische
politiek der leden-staten. Dank zij deze samen
bundeling zal men een doelmatiger beleid
400