personeelsleden. Het onderwijzend personeel en
de gemeentelijke politie, waarop met enkele
uitzonderingen de regeling ook van toepas
sing is, zijn buiten beschouwing gelaten.
Dit deelnemerspercentage is hoger, naarmate
de pensioengrondslag hoger ligt, zoals blijkt uit
voorgaand staatje.
De Spaarraad onderscheidt drie mogelijkheden
om aan de regeling deel te nemen, te weten:
sparen op een bijzondere spaarrekening
(d.m.v. inhouding op het salaris);
periodieke betalingen;
combinatie van beide bovengenoemde moge
lijkheden.
Door de deelnemers, verdeeld over de boven
staande groepen, wordt voor de volgende
percentages per 31 december 1962 van deze
mogelijkheden gebruik gemaakt:
Groep
Pensioensgrondslag
Spaar
rekening
Periodieke
betalingen
Combinatie
I
minder dan f 4.000
54,5
41,4
4,1
II
van f 4.001 t/m f 7.200
29,6
50,2
20,2
III
van f 7.201 t/m f 12 000
23,7
52,5
23,8
IV
meer dan f 12.000
25,5
60,2
14,3
Totaal aantal deelnemers
29,2
51,1
19,7
Onzerzijds willen wij hierbij de volgende aan
tekeningen plaatsen:
Duidelijk blijkt dat bij salarisgroep I, dus over
het algemeen de jeugdige deelnemers, het
sparen uit hoofde van de premiespaarregeling
voor rijksambtenaren door middel van spaar
rekeningen plaats vindt. Dit mag worden toege
schreven aan het op de jeugdige leeftijd ont
breken van reeds bestaande verplichtingen,
zoals aflossing hypotheek, levensverzekerings
premies e.d., welke als periodieke betalingen
kunnen worden aangemerkt. Zodra op oudere
leeftijd (en bij hoger salaris) deze verplichtingen
ontstaan, wordt van deze periodieke betalingen
gebruik gemaakt en vermindert het sparen via
spaarrekeningen.
Bij de hoogste salarisgroep neemt het sparen
via spaarrekeningen weer toe,doordat de grootte
van het via de regeling te sparen bedrag daartoe
meer ruimte laat naast de periodieke betalingen.
Diemen 10 miljoen
Na de spanning van de voorafgaande dagen
heerste er op 12 september een feeststemming
bij de bank.
De 10 miljoen was bereikt. In een gezellig
onderonsje werd dit feit gevierd.
Drie spaarders ontvingen een geschenk en
hun echtgenoten werden in de bloemetjes gezet.
396