gemeenschappelijk gebruik van machines) of ook door eenvoudigweg voor bepaalde werk zaamheden de coöperatie, respectievelijk loonwerker in te schakelen; b. versterken van de basis om risico's te dragen door hulp van buitenaf: familie, Borgstellings fonds voor de Landbouw, waarborginstituten voor de tuinbouw. Evenwichtig financieringsschema De oplossing, die de jonge ondernemer van geval tot geval zal kunnen nastreven, hangt in sterke mate af van de inkomenspositie in de toekomst. Vaak is daarover van tevoren weinig te zeggen, doch wanneer rekening gehouden wordt met de voorzichtige ramingen, is het niet misplaatst aan de rendementsverwachtingen betekenis toe te kennen ook voor de financie ring. Binnen het raam van rendementsverwach tingen, spaarmogelijkheid en spaarwil van de jonge boer en tuinder is dan een financierings schema op te stellen. Het is raadzaam voor de opstelling daarvan een deskundige te raadplegen. Wij denken in het bijzonder aan de voorlichtingsorganen voor de land- en tuinbouw zij zullen iets over kosten en opbrengsten kunnen vertellen en aan de boekhoudbureaus. Faciliteiten van de Raiffeisenorganisatie Bij de opstelling van een financieringsschema is het nuttig kennis te dragen van de krediet mogelijkheden, die de landbouwkredietbanken in het algemeen hebben. Die kennis kan er immers toe bijdragen, dat voor de dekking van de kredietbehoeften de juiste kredietvormen worden gebruikt, hetgeen een voorwaarde is om een goed evenwicht in het gehele financierings patroon van het bedrijf te verkrijgen. Gegevens over de kredietmogelijkheden zijn bij alle plaatselijke raiffeisenbanken/boerenleen- banken te verkrijgen. Onder het geheel van mogelijkheden bevindt zich een bijzondere (Vervolg zie blz. 391). Vergelijking normale en bijzondere kredietfaciliteiten Normaal I. Hypothecaire lening plus extra-hypothecaire lening tot maximaal 90 van de getaxeerde verkoopwaarde. Aflossingsverplichtingen: a. jaarlijks een vast percentage van de ge wone hypothecaire lening b.v. 3% of 4%; b. daarenboven aflossing van de extra-hypo theek in de eerste 10 jaar. II. a. looptijd van leningen tegen overdracht van dode inventaris maximaal 5 jaar; b. looptijd van leningen tegen overdracht van levende inventaris maximaal 10 jaar. III. Leningen tegen overdracht van dode en/of levende inventaris tot maximaal 50 van de getaxeerde verkoopwaarde. In geval van bedrijfsoverneming in de sectoren akker- en weidebouw Blijft gelijk. De aflossing op de gewone hypothecaire lening kan worden uitgesteld tot na de volledige af lossing van de extra-hypotheek. a. verlenging tot 10 jaar, tenzij de afschrijvin gen hoger zijn dan het daarbij jaarlijks af te lossen bedrag; in dat geval wordt het bedrag van de afschrijvingen als aflossing gevraagd; b. verlenging tot 20 jaar. Verhoging tot 70 van de getaxeerde verkoop waarde, mits het bedrijf ten minste voor 30 met eigen vermogen wordt gefinancierd. 390

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1963 | | pagina 24