stelling, die de voor haar bepaalde grens van het kredietvolume heeft overschreden, bij de centrale bank renteloos een bedrag storten, dat gelijk is aan die kredietoverschrijding. Voor elk der maanden september t/m december 1963 zal een stijging van 1 boven het gemiddelde kredietvolume der basisperiode zijn toegestaan. Deze maatregel is het rechtstreekse gevolg van de besprekingen, die de minister van Financiën met de president van de Nederlandsche Bank heeft gevoerd, waarbij het initiatief dus kennelijk van de centrale overheid is uitgegaan. Vooruitzichten voor rentestand Het feit, dat de centrale instanties de emissie bedrijvigheid in de publieke sector in sterke mate onder controle hebben, maakt het niet waar schijnlijk, dat zich binnen afzienbare tijd een ver dere krachtige rentestijging zal voordoen,voorop gesteld, dat de emissiebedrijvigheid in de parti culiere sector niet belangrijk toeneemt en ook in het buitenland de rentestijging in de naaste toekomst geen buitengewone afmetingen aan neemt. In onze maandelijkse koerstabel, die hieronder is afgedrukt, ziet men dat de koersen (Vervolg zie blz. 388). Maandelijkse koerstabel 31 mei 28 juni 31 juli 30 aug. 30 sept. 31 okt. 4%% 41/2 Nederland 1958 101% 102/8 101/2 IOT'Vm 101% 993/4 Nederland 1960 I 101 3/8 102 Va 101% 101,5/u 101% 993/4 4% Nederland 1959 993/4 99% 993/4 100% 99"/,6 973/8 4% Nederland 1961 993/4 99'3/u 993/4 100 99'Vu 973/a 3% Nederland 1953 953/4 953/4 96 95% 95/a 93% 3% Nederland 1956 94% 94/4 949l\t 953/s 94% 92% 3% Nederland 1954 90!/2 903/a 903/8 90% 89% 88 3% Nederland 1955 I 90'/u 90% 903/a 90% 89% 87% 3V2 Ned. 1947 Staffel 93 93 93 93»/,6 92% 89% 3% Grootboek 1946 92 92Vu 91,3/u 92% 92u/u 90 Vw 3% Investeringscert. 98"/, 99 Vu 99 99 98" 98% 2% Grootboekoblig. 593/,« 58% 58% 5813/u 589/u Effectief rendement obligaties 31 mei 28 juni 31 juli 30 aug. 30 sept. 31 okt. 41/2 Nederland 1958 4,32% 4,23% 4,31 4,26 4,31 4.54% 4%% Nederland 1960 I 4.33% 4.25% 4.32 4,27% 4.32 4,53% 4%% Nederland 1959 4,28% 4,28% 4,28% 4.24% 4,29% 4.59% 4% Nederland 1961 4,28 4,27 4.28 4.25 4.29 4.53 3% Nederland 1953 4.21 4.21 4.19%4.20%4,24 4,50% 3'/j Nederland 1956 4.18% 4,21%4.17%4.07 4.21 4,50 3% Nederland 1954 4,20 4,22% 4,22% 4,16%4.27 4.50 3% Nederland 1955 I 4,23% 4,22% 4,20% 4,14% 4.25% 4,49% 3'/2% Ned. 1947 Staffel 4,00% 4.00%4,00 3,984.04 4,30 3% Grootboek 1946 4,13 4,13% 4.17% 4,12% 4,07% 4,41 3% Investeringscert. 3,49% 3,44% 3,46 3.46%3,75 3,85 2%% Grootboekoblig. 4,28% 4,31% 4,31% 4,31% 4,33% 4,52% 385

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1963 | | pagina 19