ring, in overleg en samenwerking met het
bedrijfsleven, zal willen treffen, is allereerst
budgettair meer ruimte geschapen. Zo is de
minister voornemens voor de melk een toeslag
van 362 miljoen uit te betalen, terwijl „volgens
oorspronkelijke raming'' voor het melkprijsjaar
1962/1963 een toeslag van 247 miljoen werd
uitgetrokken. Deze vergelijking zegt echter
weinig, want inmiddels werd in een herziene be
groting van het Landbouw Egalisatie Fonds het
bedrag van 247 miljoen reeds verhoogd tot
f 297 miljoen. Bovendien ligt er nog het verzoek
zacht uitgedrukt van het Landbouwschap
de melkprijstoeslag van het afgelopen jaar als
nog te verhogen. Hoe het overigens ook zij, de
begroting biedt in ieder geval ruimte voor ver
betering van de rentabiliteit van de bedrijfs
voering. De juiste cijfers kunnen pas worden
ingevoerd als over de concrete maatregelen
beslissingen zijn genomen, hopenlijk in overeen
stemming met de wensen van het georganiseerde
bedrijfsleven. Pas dan zal blijken of de regering
royaal genoeg is geweest.
Niet alleen toeslag, ook prijs
De overheid is niet alleen bereid om meer
middelen uit de schatkist beschikbaar te stellen
via prijsbeleid en structuurbeleid, maar minister
Biesheuvel vindt het vooral ook belangrijk om
te pogen het inkomen van de boeren via de
markt te verhogen. Men zal uit de markt moeten
halen wat er inzit en zo de prijzen van de ver
schillende agrarische produkten op een redelijk
niveau moeten brengen, respectievelijk hand
haven. „Door een actief markt- en prijsbeleid zal
er, in nauw overleg met het Landbouwschap en
de betrokken produktschappen, naar worden ge
streefd een redelijke bestaansmogelijkheid aan
sociaal-economisch verantwoorde landbouwbe
drijven te verschaffen en tevens een bijdrage te
leveren voor een snel en ongestoord verloop van
het ontwikkelingsproces, dat zich in de landbouw
in deze overgangssituatie voltrekt". Aldus de
minister.
Overigens moet wel worden beseft, dat het
markt- en prijsbeleid ons sterk in aanraking
brengt met en afhankelijk doet zijn van het
Europees beleid. Immers ook in de E.E.G.-markt
zal men zich richten op het realiseren van de
aan de landbouw in het vooruitzicht gestelde
prijzen via de gemeenschappelijke markt, met
speciale voorzieningen heffingen en restitu
ties voor het handelsverkeer met derde lan
den. Vooral Nederland heeft afzet naar derde
landen, naast de E.E.G.-markt, beslist nodig.
Daarom zullen we ook bij onze confrontatie met
het E.E.G.-beleid steeds op onze qui vive moeten
zijn.
Structuurbeleid
Volgens de minister zal het markt- en prijs
beleid gepaard moeten gaanen in toenemende
mate verbonden moeten worden met een
actief structuurbeleid. Daartoe zijn voor de uit
voering van ruilverkavelingen en voor de ver
betering van wegen en waterlopen hogere be
dragen beschikbaar gesteld. Voorts zal ook het
Ontwikkelings- en Saneringsfonds voor de
Landbouw regelmatig van de noodzakelijke mid
delen worden voorzien. Het overleg met het
georganiseerde bedrijfsleven zal ongetwijfeld
kunnen leiden tot constructieve maatregelen, die
de structuurverbeteringen in de landbouw op
doeltreffende wijze zullen stimuleren en onder
steunen. Overigens stelt de minister in dit
verband de eigen verantwoordelijkheid van de
bedrijfsgenoten nog eens uitdrukkelijk op de
voorgrond. De overheid zal hen daarbij echter
zoveel mogelijk behulpzaam zijn, teneinde hen
in staat te stellen deze verantwoordelijkheid te
dragen.
Prijsoverleg melk
Verwacht mag worden dat minister Biesheuvel
het niet bij woorden zal laten maar zeer binnen
kort ook met daden zal komen. Het intensieve
beraad met het Landbouwschap over de her
ziening van de „oude" en de vaststelling van
de „nieuwe" melkprijs is afgesloten en de rege
ring zal dezer dagen wel beslissen. Op het
moment van het verschijnen van deze kroniek
zal wellicht bekend zijn in hoeverre de wensen
van de georganiseerde landbouw zijn ingewil
ligd. In ieder geval staat thans al wel vast, dat
338