Kroniek van land- en tuinbouw Rijksbegroting biedt perspectief voor verbetering van de rentabiliteit van het agrarische bedrijf; actief markt- en prijsbeleid en structuurpolitiek; intensief beraad over verhoging „oude" melkprijs, hogere consumptiemelkprijs en hogere toe slag op industriemelk tot 1 april 1964; uitbreiding suikerbietenteelt nationaal-economisch voordelig; beweging in het loonfront noodzaakt tot verdere verhoging garantieprijzen agrarische produkten. Verschillende oorzaken hebben ertoe geleid, dat de land- en tuinbouw in ons land zich in een overgangssituatie naar veelzins nieuwe ver houdingen bevindt. Onder invloed van verschil lende factoren nl. de snelle economische groei en de daarmede gepaard gaande zich wijzigende prijsverhouding tussen arbeid en kapitaal, de zich geleidelijk ontwikkelende ge meenschappelijke E.E.G.-markt, de ontwikkelin gen in de omvang en de samenstelling van de produktie en de consumptie van land- en tuin- bouwprodukten en de snelle technologische ontwikkeling op het terrein van de voortbrenging, de verwerking en de afzet zijn de technische en economische produktievoorwaarden voor de land- en tuinbouw en de daarmede verbonden activiteiten sterk gewijzigd. Het daardoor nood zakelijk geworden aanpassingsproces, met alle daaraan verbonden moeilijkheden en spannin gen, is thans in volle gang. In deze situatie zal het landbouwbeleid vooral dienen te worden gericht op het in juiste banen leiden, het stimu leren en het begeleiden van het structurele ont wikkelingsproces, waarin de land- en tuinbouw verkeert. Het bovenstaande vormt de inleiding op het gewichtige staatsstuk,waarin minister Biesheuvel aan de Staten-Generaal toestemming vraagt ten behoeve van de agrarische bedrijfstak uitgaven te mogen doen. De georganiseerde landbouw heeft dit jaar wel met bijzondere belangstelling uitgezien naar de Memorie van Toelichting op de Rijksbegro ting, hoofdstuk XIV, Landbouw en Visserij. Immers, de benarde f ituatie van de landbouw, de welhaast zorgwekkende positie van met name de veehouderij- en de gemengde bedrijven, had bij de kabinetsformatie een belangrijke rol gespeeld en de nieuwe regering had reeds verklaard, dat aan de landbouw een hoge prioriteit zou worden toegekend. De toelichting op de Landbouwbe groting doet echter geen concrete oplossing voor de agrarische problemen aan de hand. Dit kan trouwens ook niet anders. Omtrent de lijst van wensen, die het Landbouwschap op tafel heeft gelegd, is immers nog uitvoerig overleg gaande. Daarom kan de minister nog niet pre cies aangeven in hoeverre en op welke wijze verbeteringen zullen worden aangebracht. Begrip voor moeilijkheden Overigens getuigt de nota van minister Bies heuvel van een duidelijk begrip voor de zorgen van het landbouwbedrijf, waar de bewindsman zelf uitspreekt dat een belangrijk deel van onze boeren het de laatste jaren bijzonder moeilijk heeft gehad. ,,ln brede kring wordt nog onvol doende beseft, dat een groot deel van de agrarische bevolking onder zware geestelijke spanningen staat. Een moeilijke economische situatie, het niet delen in de algemene welvaarts stijging, de stormachtige veranderingen op het platteland, waarmede de individuele boer dik wijls geen raad weet, veroorzaken in de land bouw een gevoelvan onbehagen en onzekerheid. Zowel de overheid als de georganiseerde land bouw dienen in het landbouwbeleid blijk te geven dit alles te begrijpen. De te treffen maat regelen zullen vooral in de huidige situatie moeten getuigen van een inzicht in hetgeen er onder de agrarische bevolking leeft". De minister vertrouwt.dat een landbouwbeleid, waarin een actief markt- en prijsbeleid en een actief structuurbeleid harmonisch samengaan en dat gedragen wordt door een goede samenwer king tussen overheid en bedrijfsleven, het moge lijk zal maken de sociaal-economische en structurele ontwikkelingen van de land- en tuin bouw in verantwoorde banen te leiden. Perspectief Voor de beleidsmaatregelen, welke de rege- 337

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1963 | | pagina 7