Wat ons bezig houdt BIJEENKOMSTEN BOLLENBANKEN De gevolgen van de zeer strenge winter zijn voor de bloembollen pas nu te beoordelen. In hot algemeen heeft de vorst- en waterschade geen catastrofale gevolgen gehad, al zullen in enkele gevallen de moeilijkheden zeer groot zijn. De oogst is kwalitatief en kwantitatief minder dan normaal, waardoor niet aan alle leverings verplichtingen kan worden voldaan. Deze situatie vormde de aanleiding om met de banken, waarvan de kredietverlening zich ook uitstrekt tot het terrein van de bollenfinanciering zowel voor kwekers als voor exporteurs eens van gedachten te wisselen en te onder zoeken, of bijzondere maatregelen noodzakelijk zijn. Daartoe is een tweetal bijeenkomsten ge houden, nl. in Leiden en in Alkmaar, welke beide werden voorgezeten door de voorzitter van het Bestuur van de Centrale Bank, dr. A. J. Verhage. Hierbij bleek, dat de lagere, hoewel van be drijf tot bedrijf variërende, opbrengsten in het bollenbedrijf ook invloed hebben op de krediet verlening van onze banken. In vele bedrijven is de liquiditeitspositie verslechterd. Duidelijk is op deze bijeenkomsten naar voren gekomen, welke risico's er verbonden zijn aan de financiering van het bloembollenbedrijf, met name indien de gestelde zekerheid slechts wordt gevormd door de kraam. Dit hangt ook samen met de omstandigheid, dat een verzeke ring tegen het weerrisico niet mogelijk is. Daarnaast is van groot belang, dat zorgge dragen wordt voor passende financiering. Juist bij omstandigheden als zich nu hebben voorge daan, blijkt dat van grote betekenis te zijn. In moeilijke omstandigheden kan een herfinancie ring veelal een oplossing brengen, al zal daarbij een grondig onderzoek noodzakelijk zijn. De bedrijven, waar in het verleden reservering en consolidatie hebben plaats gevonden, zijn hier voor onder de huidige omstandigheden beloond. Men was in staat de moeilijkheden voor zover niet catastrofaal te dragen. Voor deze belangrijke aspecten van de finan ciering verwijzen wij naar de inleiding, welke door jhr. mr. J. C. Greven, onderdirecteur van de Centrale Bank, op deze bijeenkomsten is ge houden en welke elders in dit blad is opgenomen. De minder goede opbrengst geeft onder de huidige omstandigheden geen aanleiding tot het treffen van algemene maatregelen. Door een verslechterde liquiditeitspositie van vele be drijven zal wellicht vroeger dan normaal een beroep op de banken worden gedaan. Veelal zal dit gepaard gaan met verhoging van de be nodigde bedragen. Welke vorm dit zal aannemen, is thans niet te beoordelen. Voor de individuele gevallen, waar de moei lijkheden zeer groot zijn, zal getracht moeten worden een oplossing te vinden. Blijkt uit een bedrijfseconomisch onderzoek, dat voortzetting van het bedrijf verantwoord is, dan zal een her financiering moeten plaats vinden. Het verheugt ons, dat het Borgstellingsfonds voor de Land bouw en het Provinciaal Waarborginstituut voor de Tuinbouw in principe bereid zijn in dergelijke gevallen mede te werken om tot een oplossing te komen. EEN PROBLEEM OPGELOST In het april- en augustusnummer van het vorige jaar is als „probleem" van de intensieve tuinbouw o.a. gewezen op een moeilijkheid, die samenhangt met de broeiglasverzekeringen. Indien door onze banken glasopstanden worden gefinancierd, is het zowel in het belang van de bank als van de tuinder, dat de glasopstanden goed verzekerd zijn.Tijdens een vergadering van de banken in de ring Westland, die in het voor jaar van 1962 gehouden werd, bleek echter, dat het voor een bank allerminst eenvoudig is vast te stellen of een bepaalde polis wel een goede dekking biedt. De door de bank gewenste dek king kan weliswaar door praktisch iedere broei- glasverzekeringsmaatschappij geleverd worden, maar de wijze waarop de cliënt zijn belang ver zekerd heeft, klopt nu eenmaal niet altijd met de wijze, die de bank nodig acht. Het gevolg is, dat de bank de polissen, waarop de aan haar in hypotheek gegeven of overgedragen glasop standen zijn verzekerd, moet controleren. Die controle werd zeer bemoeilijkt doordat iedere 335

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1963 | | pagina 5