dat de zoon een aandeel daarin ontvangt voor door hem in het verleden in het bedrijf van de vader verrichte arbeid, maakt de laatste zo te zien geen overdrachtwinst. In werkelijkheid zal echter wil men de zaak zuiver stellen het bedrag van het aan de zoon overgaande aan deel in de stille reserves, als een beloning van de zoon, bij de vader ten laste van diens gewone winst over het lopend jaar moeten worden ge bracht. Voorts zal het als andere opbrengst van arbeid bij het inkomen van de zoon moeten worden gevoegd. Interessant is nog, dat inbreng van onroerend goed in eigendom niettemin geen aanleiding geeft tot het heffen van registratierecht. Dit wordt nl. eerst geheven zodra de maatschap wordt ontbonden en het onroerend goed daarbij overgaat op de zoon. Is de vader dan echter intussen overleden, dan blijft ook deze heffing achterwege, omdat de zoon dan als erfgenaam het onroerend goed, zonder dat regstratierecht verschuldigd is, op zijn naam kan krijgen. Ontbinding der maatschap Omdat ontbinding der maatschap, door het uit treden van de vader en het overnemen door de zoon van diens aandeel in de maatschapszaken, gelijk staat met verkoop door de vader van zijn bedrijf aan de zoon, zijn de fiscale gevolgen er van eveneens gelijk aan die, welke voortvloeien uit verkoop door een bepaalde ondernemer van zijn bedrijf aan een andere ondernemer. We hebben deze in het voorgaande globaal uiteen gezet en gaan daarop thans dan ook niet nader in. Op een ding slechts vestigen wij nog de aandacht, nl. dat het aandeel van de vader in de maatschap weer wordt beschouwd, niet als een gedeelte van een bedrijf maar als een be drijf er zijn immers net zoveel bedrijven als er ondernemers zijn hetgeen meebrengt dat bij de ontbinding der maatschap de overdracht van het de vader toebehorende deel der bedrijfs middelen aan de zoon, wordt beschouwd als de overdracht niet van een gedeelte van, maar van een geheel bedrijf. Hierdoor ontstaat recht op de gehele vrijstelling van 7.500,(het is de bedoeling dat deze regeling zodanig wordt ge wijzigd, dat in te toekomst nog slechts éénmaal aanspraak kan worden gemaakt op een vrijstel ling van 7.500, Beëindiging door overlijden Speciale problemen ontstaan eerst als de vader overlijdt. De maatschap komt daardoor tot een einde. Zonder nadere bepalingen worden de stille reserves, die in de tot het aandeel van de vader behorende bedrijfsmiddelen schuilen, belast naar een vast percentage van 20 nadat er eerst het vrijgestelde bedrag groot 7.500,op in mindering is gebracht. Is echter in het maat schapscontract bepaald dat het aandeel van de vader in de bedrijfsmiddelen bij diens overlijden tegen een reeds overeengekomen of nader te bepalen bedrag verblijft aan de zoon, waardoor de laatste, aannemende dat de boerderij onder een en ander is begrepen, het bedrijf zonder meer kan voortzetten, dan wordt dit beschouwd als een overdracht onder opschortende voorwaarde van overlijden. Door het overlijden wordt de voor waarde vervuld en de overdracht gerealiseerd. Men kan dit een vooraf overeengekomen schei ding en deling van het maatschapsvermogen noemen en deze heeft tot gevolg, dat niet tot de nalatenschap van de overledene behoort zijn aandeel in het in maatschap uitgeoefende be drijf maar slechts de al dan niet tevoren bepaalde vordering op de zoon. Dit z.g. ver- blijvensbeding heeft dan tot gevolg dat niet het voordelige tarief van 20 geldt, maar dat wat geldt voor overdrachts- en liquidatiewinsten. Is daarentegen in het maatschapscontract niet een verblijvens- maar een z.g. overnemingsbe- ding opgenomen, dat bepaalt, dat de zoon in geval van overlijden van de vader het recht heeft diens aandeel in de tot in het maatschap uitgeoefende bedrijf behorende bedrijfsmiddelen tegen een al dan niet vooruit bepaalde waarde over te nemen, dan is van een overdracht onder opschortende voorwaarde geen sprake, doch slechts van een koopoptie of van een bindend aanbod door de overledene. Het aandeel van de vader in de zaken der maatschap behoort dan tot diens nalatenschap, wat tot gevolg heeft dat over de stille reserves, althans voor zover die de 360

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1963 | | pagina 30