voordeel is overdrachtswinst, waarvan een ge deelte is vrijgesteld, terwijl het restant wordt belast met een bijzonder (verlaagd) tarief. Vrij gesteld is dat deel van de overdrachtswinst dat, tot ƒ7.500,in dezelfde verhouding staat als de geldswaarde van het overgedragen deel der bedrijfsmiddelen staat tot de geldswaarde van het totaal. Vooral als tot het bedrijfsvermogen ook onroerende goederen behoren die slechts in genot worden ingebracht, kan dit deel wel eens erg klein zijn. Veel logischer zou trouwens zijn een bedrag vrij te stellen dat tot 7.500, staat als de gerealiseerde stille reserves tot het totaal der stille reserves. Herwaardering van de inbrenging De vennoot, die het bedrijf heeft ingebracht, in ons geval de vader, kan in de hogere waardering, die aan de van de zoon bedongen vergoeding ten grondslag ligt, aanleiding vinden ook voor het door hemzelf behouden aandeel in het be drijfsvermogen over te gaan tot deze hogere waardering. Als hij dit doet, behoort de daaruit ontstaande herwaarderingswinst tot de naar het normale tarief te belasten inkomsten. Hij is tot herwaardering verplicht als hij in de boeken van de maatschap voor de totale hogere waarde wordt gecrediteerd. Gebeurt dit echter niet en wordt het verschil buiten de firma om afge rekend, dan bestaat geen verplichting tot her waardering. In dit geval moet de maatschaps boekhouding worden gevoerd op basis van de oude boekwaarden van de vader. Het op die wijze berekende winstaandeel van de zoon moet dan,voordat het als inkomen wordt aangegeven, nog worden verminderd met het bedrag dat dit minder zou hebben bedragen door hogere afschrijvingen en lagere winst bij verkoop van vee als de maatschapsboekhouding op basis van de werkelijke geldswaarde van het door de zoon overgenomen aandeel was gevoerd. Al te veel, vooral ook boekhoudkundige, complicaties kunnen door de vader worden voorkomen door vóór het aangaan van de maat schap een evenredig deel van de tot het be drijfsvermogen behorende roerende goederen aan de zoon te verkopen. De koopsom kan dan, als de zoon over middelen beschikt, door de laatste aan de vader worden voldaan of als dat niet het geval is door de zoon in privé worden schuldig gebleven. Inbreng van de goederen door beide maten voor de oorspronkelijke boek waarde van de vader levert dan geen bezwaar meer op. Het winstaandeel van de zoon kan dan op bovengenoemde wijze worden berekend. Voor de onroerende goederen is deze methode veelal niet aan te bevelen, omdat dan reeds ter stond 5 registratierechten zullen moeten worden voldaan over de waarde van het aan de zoon overgedragen gedeelte. Worden de on roerende goederen slechts in genot ingebracht en blijft het risico van waardeverandering vol ledig voor rekening van de vader, dan worden ze in de boekhouding der maatschap in het ge heel niet opgenomen. Dat laatste is wel het geval als inbreng in eigendom plaatsvindt. Creditering van de vader voor de geldswaarde van het onroerend goed, hetwelk herwaardering van het niet-overgedragen deel betekent, stuit dan veelal niet op bezwaren omdat winst op tot het vermogen van een landbouwbedrijf be horend onroerend goed niet wordt belast, zolang die maar veroorzaakt wordt door conjuncturele of monetaire factoren, ja deze heeft zelfs voor delen, omdat zij betekent dat de vader ook voor zijn aandeel in het onroerend goed kan overgaan op een hogere afschrijvingsbasis. Inbreng tegen boekwaarde Brengt de vader zijn goederen in tegen de boekwaarde zonder rekening te houden met de reserves en ontvangt hij daartegenover een groter aandeel in de jaarlijkse winst, dan kan worden aangenomen dat hij een gedeelte van de reserves heeft vervreemd tegen een winstaan deel. In zoverre is dan over de reserves geen belasting verschuldigd en worden de winst aandelen als inkomen beschouwd naarmate zij worden genoten. Als in een geval, waarin een zoon jarenlang in het bedrijf van zijn vader heeft gewerkt tegen niet meer dan inwoning en zak geld, deze zoon in een maatschap wordt opge nomen met de in het bedrijfsvermogen schuilen de stille reserves en moet worden aangenomen 359

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1963 | | pagina 29