Bedrijfsopvolging in de landbouw Fiscale aspecten Aansluitend aan ons artikel in de Raiffeisen-Bode van augustus 1963 over hetzelfde onderwerp, verdiepen wij ons thans opnieuw in de fiscale aspecten van de bedrijfsopvolging. Wij stellen ons voor daarbij de drie reeds genoemde fasen, t.w. die, waarin de zoon medewerker is doch nog geen mede-ondernemer, die, waarin de zoon als mede-ondernemer samen met de vader het bedrijf ex ploiteert en die, waarin de zoon zelfstandig ondernemer wordt en de vader zich als zodanig terug trekt, nader te bezien. De zoon als medewerker Loon medewerkende zoon aftrekbaar Na hetgeen wij in ons vorige artikel hebben gezegd, resten ons over dit onderwerp nog slechts enkele opmerkingen. Deze betreffen niet artikel 361 van het Burgerlijk Wetboek, dat be paalt, dat de ouder die het gezag over zijn wet tige kinderen uitoefent het vruchtgenot van hun vermogen heeft en dat dit voor de kinderen, die bij de ouders inwonen, mede het vruchtgenot van hun inkomen uit arbeid omvat. Fiscaal speelt deze bepaling nl. geen rol, omdat het Besluit op de Inkomstenbelasting als genieter van de op brengst van dienstbetrekking aanduidt degene, die de dienstbetrekking vervult of vervuld heeft. Het feit, dat de vader wettelijk aanspraak heeft op het door het minderjarige kind genoten loon behoeft dus geen beletsel te zijn voor het ten laste van de bedrijfswinst brengen van hetgeen aan een medewerkende zoon als loon wordt uit betaald. Hetzelfde geldt trouwens voor hetgeen de zoon als andere opbrengst van arbeid geniet, fiscaal wordt ook de zoon daarvan als genieter beschouwd. Tenzij kinderaftrek wordt genoten Een andere, veelal moeilijker te omzeilen klip, vormt artikel 43 van het Besluit op de Inkomsten belasting. Op grond daarvan wordt nl. het zuivere inkomen van de kinderen, voor wie de belastingplichtige kinderaftrek heeft, bij zijn zuiver inkomen gevoegd. Hoewel niet gezegd kan worden dat via deze bepaling de belasting telkens wordt geheven van het gezinsinkomen, vindt door middel hiervan toch wel een zekere correctie van de kinderaftrek plaats, voor het ge val dat kinderen eigen inkomsten hebben. Uitge zonderd hiervan is echter en deze alleen, de door het kind genoten opbrengst van dienstbe trekking. Alleen deze wordt, althans nu nog straks onder de nieuwe wettelijke bepalingen zal dat anders zijn buiten beschouwing ge laten. Dat betekent, dat de beloning die een z.g. thuis-best werkend kind van de vader ontvangt voor in het bedrijf verrichte arbeid, bij het in komen van de laatste moet worden gevoegd, als hij voor dit kind kinderaftrek geniet. In het alge- men zal dit niet zo'n grote rol spelen, omdat voor in het bedrijf meewerkende kinderen zodra die 16 jaar zijn en dat zal toch al gauw het geval zijn, toch geen kinderaftrek wordt genoten. Als het om een kind gaat dat (in de winter) studeert of om een z.g. Lucas-kind, kan dit echter wel het geval zijn. Ook de door een dergelijk kind genoten op brengst van bedrijf het Besluit op de In komstenbelasting wijst als genieter aan degene voor wiens rekening het bedrijf wordt uitge oefend zal in voorkomende gevallen om dezelfde reden bij het zuiver inkomen van de ouder worden gevoegd. In een geval waarin een bedrijf na het over lijden van de man door zijn weduwe en drie dochters werd voortgezet, werd aangenomen dat het bedrijf voor rekening van de weduwe en de dochters gezamenlijk werd uitgeoefend. Het winstaandeel van één der dochters voor wie door de weduwe kinderaftrek werd genoten, moest echter bij het inkomen van de laatste worden gevoegd. Schenking als beloning voor arbeid is aftrekbaar Een geheel andere kwestie is dat het soms moeilijk is vast te stellen of een door een zoon van zijn vader ontvangen bedrag tot de bedrijfs kosten van de vader en tot het inkomen van de zoon behoort dan wel dat slechts sprake is van 357

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1963 | | pagina 27