een goede auto-W.A.verzekering heeft en als
hij die niet heeft, zal hij niet van een eigen auto
gebruik mogen maken zal de getroffene
normaliter het personeelslid zelf aanspreken,
daar de assuradeur de schade toch vergoedt.
Op grond van artikel 1403 B.W. is echter een
werkgever verantwoordelijk voor schade die
door een ondergeschikte veroorzaakt is bij de
uitoefening van de werkzaamheden, waarvoor
de werkgever de ondergeschikte gebruikt. On
der bepaalde omstandigheden kan dus de bank
aansprakelijk gesteld worden voor schade, die
haar kassier of een ander personeelslid veroor
zaakt. Daar het W.A.-risico van de bank zonder
uitdrukkelijke bepaling niet gedekt is op de
autoverzekering, die het personeelslid voor zijn
eigen auto gesloten heeft, is dus een nadere
voorziening nodig. Dit kan gebeuren, door als
verzekerde op de autopolis te laten vermelden
,,de heer(naam personeelslid)
en/of de Coöperatieve Raiffeisenbank/Boeren-
leenbank (naam bank)". Ver
zekeraars zijn bereid deze aantekening gratis
(behalve de clausulekosten) op de polis te
stellen. Als dan de bank zelf aangesproken
mocht worden, kan de bank de schade op de
assuradeur afwentelen.
Moeilijker te beantwoorden is de vraag of
een rechtspersoon zoals de bank is aan
sprakelijk moet worden geacht voor onrecht
matige daden, gepleegd door haar organen
zoals leden van bestuur en raad van toezicht
zijn bij de vervulling van hun taak. Hierover
heerst verschil van mening in de rechtsge
leerde literatuur. Wanneer zo'n onrechtmatige
daad bestaat in een aanrijding met een auto, is
volgens sommigen de rechtspersoon niet aan
sprakelijk, „hoezeer de aanrijding ook geschied
is in de vervulling van taak of functie".
Een vooraanstaand rechtsgeleerde als wijlen
prof. Meijers, de ontwerper van het nieuwe
Burgerlijk Wetboek, acht evenwel de rechts
persoon „ongetwijfeld" aansprakelijk, wanneer
de bestuurder zich op de weg bevond ter be
hartiging van de hem toevertrouwde belangen
der rechtspersoon.
Inzake de aansprakelijkheid van rechtsper
sonen voor aanrijdingen, veroorzaakt door be
stuursleden, hebben wij overigens geen recht
spraak aangetroffen. In ieder geval neemt men
wel aan, dat aansprakelijkheid van de rechts
persoon de eigen, persoonlijke aansprakelijk
heid van het bestuurslid voor hetzelfde feit,
bij daden zoals aanrijdingen, niet uitsluit.
Indien deze personen een goede W.A.-ver
zekering hebben afgesloten, zal uit deze moge
lijke aansprakelijkheid door de bank nauwelijks
enig risico kunnen ontstaan. Het is echter wel
zaak dat door de betrokken bestuursleden hier
aan aandacht wordt besteed. De W.A.-verzeke-
ringsmaatschappij zal zich zeker niet met de
bewering: „zij reden voor de bank", aan haar
aansprakelijkheid kunnen onttrekken. Primair
blijft immers degene, die de schade veroorzaakt
heeft, aansprakelijk.
Oudewater 4 miljoen
De heer P. T. van den Broek bracht met zijn
zijn inlage de spaargelden op 4 miljoen.
De foto toont o.a. de heer Van den Broek met
het befaamde couvert, dat hij zojuist heeft ont
vangen van de voorzitter, de heer Adr. de Ruyter
(midden).
356