loos bij de circulatiebank moest aanhouden, van drie procent tot nihil te verlagen. Dat kwam er op neer, dat een bedrag van rond 225 miljoen vrij ter beschikking van de particuliere banken kwam en tijdelijk de gehele dekkingsverplichting is opgeschort. De loonacties hebben echter ten slotte de verwachting van sommigen de bodem inge slagen, dat men hierbij met een blijvende maat regel te doen zou hebben. De regering heeft immers doen weten, dat met de Nederlandsche Bank overleg gepleegdwerd over de maatregelen. welke van die zijde genomen kunnen worden ter breideling van de dreigende inflatie. In de eerste plaats werd daarbij weliswaar gedacht aan een beperking van de kredietverlening, zoals die reeds in het verleden is toegepast, maar het lijkt thans waarschijnlijk, dat binnen afzienbare tijd de renteloze kasdekking weer ten tonele zal verschijnen. De ontwikkeling van de kredietverlening in het lopende jaar is overigens op zichzelf reeds zo danig geweest, dat alleen hierdoor reeds aan leiding bestond, een wederinvoering van de (vervolg zie blz. 354) Maandelijkse koerstabel 4% 4-/2 4% AVa 33/4 3% 3% 3% 3% 3% 3% 3% 2% Nederland 1958 Nederland 1960 I Nederland 1959 Nederland 1961 Nederland 1953 Nederland 1956 Nederland 1954 Nederland 1955 I Ned. 1947 Staffel Nederland 1962/64 Grootboek 1946 Investeringscert. Grootboekoblig. 29 april 31 mei 28 juni 31 juli 30 aug. 30 sept. 1017/8 101% 102% 101% 101'5/,4 101% 101% 101% 102% 101% 101 '5/l6 101% 100% 99% 99% 99% 100% 99"/,4 100% 99% 99'V, 6 99% 100 99"/,4 96% 95% 95% 96 95% 95% 95 94% 94% 94'/,4 95% 94% 91 90% 90% 90% 90% 89% 90% 90'/,6 90% 90% 90% 89% 93% 93 93 93 935/u 92% 99,5/i6 99'5/,4 100 100 100 99 's/,4 92"/,6 92 '/u 92'/,6 91~'3/,4 92% 92"/,4 99 98'5/, 99'/,6 99 99 98"/,6 591/2 593/,4 58% 58% 58"/,4 58'/,4 Effectief rendement obligaties 29 april 31 mei 28 juni 31 juli 30 aug. 30 sept. 4% Nederland 1958 4,26 4,32 4,23 4,31 4,26 4,31 4% Nederland 1960 I 4,27 4,33 4,25 4,32 4,27 4,32 4% Nederland 1959 4.21 4.28 4,28% 4,28% 4,24 4,29 4% Nederland 1961 4,22 4,28 4,27 4,28 4,25 4,29 3% Nederland 1953 4,11 4,21 4,21 4,19% 4,20 4,24 3% Nederland 1956 4.12% 4,18% 4,21 4,17% 4,07 4,21 3% Nederland 1954 415 4,20 4,22 4,22 4,16% 4,27 3% Nederland 1955 1 4 20 4,23 4,22 4,20% 4,14% 4,25 3% Ned. 1947 Staffel 3,96 4,00 4,00% 4.00 3,98 4,04 3% Nederland 1962/64 3,13% 3,13% 3,02 3,02 3,02 3,08 3% Grootboek 1946 4.03% 4,13% 4,13% 4,17% 4.12% 4,07 3% Investeringscert. 3.46 3,49 3,44 3,46 3,46 3,75 2% Grootboekoblig. 4.26 4,28 4,31 4,31 4,31 4,33 351

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1963 | | pagina 21