Financieel overzicht September bracht veel nieuws De maand september is rijk aan gebeurtenis sen geweest, die de moeite waard zijn op deze plaats te worden gereleveerd. In de eerste plaats is die maand altijd belangrijk wegens het feit, dat daarin de Miljoenennota verschijnt, welke het mogelijk maakt, zich een denkbeeld te vormen omtrent het beroep dat het Rijk ten minste in het komende jaar op de kapitaalmarkt zal doen. De tweede belangrijke ontwikkeling, welke eveneens voor de maand september een normaal verschijnsel is geworden, heeft betrek king op de aanzienlijke betalingen, die in deze tijd van het jaar aan de fiscus moeten geschie den en welke zich over een periode van onge veer twee maanden plegen uit te strekken. Die betalingen stellen zware eisen aan de bank kassen en doen anderzijds omvangrijke mid delen toevloeien aan de schatkist, voor zover zij niet plaatsvinden in de vorm van aflopend schatkistpapier. Het derde punt dat hier onze aandacht ver dient en nauw samenhangt met het voorgaande betreft de repatriëring van buitenlandse saldi door de Nederlandse banken, ter verlichting van hun positie. Daar is ditmaal bijgekomen een deviezenaanwas, die voortvloeide uit catego risch gelogenstrafte geruchten, volgens welke de mogelijkheid zou bestaan van een tweede revaluatie van de gulden. En hiermee komen wij tevens op nog een belangrijk punt, zoniet het allerbelangrijkste, namelijk de ontbranding van een loonstrijd met een heftigheid, zoals wij die in Nederland in de naoorlogse jaren nog niet hebben gekend. Ook daarover hieronder nog nader voor zover zulk ten minste in het kader van ons financiële maandoverzicht past. Meer staatsleningen Wat de Miljoenennota aangaat willen wij ons hier beperken tot de feiten, die voor de toe komstige ontwikkeling op de leningmarkt van belang zijn. In de eerste plaats is zulks het ge val voor wat betreft het tekort, dat het Rijk achter af nog voor het lopende jaar blijkt te moeten financieren. Meende men tot dusverre dat werd volstaan met de twee obligatieleningen van 300 miljoen elk, die eerder in het jaar reeds werden uitgegeven, de Miljoenennota kondigde aan, dat de hogere raming van het begrotings tekort van 1963 tot gevolg zal hebben, dat nog tot de uitgifte van een derde lening zal moeten worden overgegaan. Ter beuze nam men dan ook aan, dat wellicht op korte termijn nogmaals een staatslening van 300 miljoen zou worden ge- emitteerd. Op zichzelf zou daarvan nauwelijks enige druk op de leningmarkt hebben kunnen uitgaan ware het niet, dat de andere factoren, die zich onverwachts hebben doen gelden, de staatsfondsenmarkt extra onder druk hebben gezet. Zulks kon te gemakkelijker het geval zijn, daar ook voor 1964 een groter beroep op de publieke kapitaalmarkt in het vooruitzicht is dan we de laatste jaren gewend zijn geweest. Voor het komende jaar is immers in de Miljoenennota reeds een financieringstekort van 1,7 miljard geraamd, terwijl bovendien al vaststaat dat dat deficit nog hoger zal worden als gevolg van additionele posten (voor de landbouw) die hier bij zullen komen, doch nog nader moeten worden vastgesteld. Van genoemde 1,7 miljard zullen de Rijks fondsen ten laste van de zogenaamde voor- inschrijfrekeningen, die zij bij de schatkist heb ben, rond f 750 miljoen verschaffen, zodat derhalve rond f 1 miljard door openbare uitgiften zal moeten worden gedekt. Daartegenover zal evenwel ca. 500 miljoen op de binnenlandse staatsschuld worden afgelost, welke gelden stellig, door herbelegging in de nieuwe leningen, weer hun weg naar de schatkist zullen vinden. Daarom kan het netto beroep van het Rijk op de kapitaalmarkt op grond van de thans be kende gegevens op 500 miljoen worden gesteld. Toen de begroting nog door het vorige kabinet werd opgesteld, viel echter uiteraard niet te voorzien, dat de lonen en sala rissen op korte termijn zo sterk in beweging zouden komen, als thans op grond van de jongste ontwikkeling moet worden aangenomen. En het zal duidelijk zijn, dat daaruit lastenver zwaringen voor het Rijk zullen voortvloeien die het begrotingstekort voor 1964 verder zullen 349

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1963 | | pagina 19