ken van de boeken „Algemene Voorlichting" en „Handleiding voor de Administratie". In de beginperiode, zolang er nog onvol doende onderwerpen door de deelnemers zelf in dicussie worden gebracht, zal dit materiaal, tezamen met de gebruikelijke circulaires, bro chures en de Raiffeisen-Bode, de agenda groten deels kunnen vullen. De introductie In sommige delen van het land plegen reeds groepen van kassiers, al of niet in het verband van de Vereniging van Kassiers, in periodieke bijeenkomsten hun ervaringen uit te wisselen. Lang niet alle kassiers echter zijn daarbij be trokken. Bovendien bestaat de indruk, dat het vaak ontbreekt aan richting en werkplan. Evenals bij de bestaande bijeenkomsten dient bij de introductie van een nieuw systeem van discussiegroepen het eigen initiatief en de zelf werkzaamheid van de kassier als basis te wor den gezien voor de deelneming. Daartoe zal de genoemde landelijke kassiersvereniging, die, met haar ongeveer 500 leden, ten aanzien van dit doel wel representatief voor de kassiers is te achten, bij de introductie van het systeem een taak moeten krijgen. Hoewel deze vereniging niet beschikt over de middelen om de organisa tie en de verdere doorvoering ter hand te nemen, krijgt zij op deze wijze toch de gelegen heid meer inhoud te geven aan haar doelstelling. De introductie door de kassiersvereniging worde door de Centrale Bank ondersteund. Van het bestuur van de Centrale Bank, wier functio narissen in hun voorlichtende taak belang hebben bij de ervaringen van de kassiers, zou een bijdrage kunnen worden gevraagd in de kosten die aan de bijeenkomsten zijn verbonden. De indeling van de discussiegroepen Om te komen tot een doelmatige indeling van de groepen, dienen de deelnemers ieder bijvoor beeld een drietal centrumplaatsen op te geven, waarnaar hun voorkeur voor het houden van de bijeenkomsten uitgaat. De aanmeldingsformulieren worden naar de Centrale Bank gezonden. De rayoninspecteur, die zoveel mogelijk met de wensen van de inzenders rekening zal houden, maakt een groepsindeling met aan duiding van plaats en tijden van samenkomst, een en ander in overleg met een door hem aan gezochte discussieleider. Teneinde de discussie tot haar recht te doen komen, dienen de groepen niet te groot te zijn. Bij te kleine groepen wordt echter de communi catie met de Centrale Bank en haar begeleiding bemoeilijkt. Gestreefd dient te worden naar groepen, die niet meer dan 30 en liefst niet minder dan 20 deelnemers omvatten. Voorhands dient om de gedachten te bepalen het aantal bijeenkomsten op niet meer te worden gesteld dan bijvoorbeeld tweemaal in het najaar en tweemaal in het voorjaar. Keuze en vorming van de discussieleider Misschien zal het in het begin moeilijk blijken voor elke groep een capabele discussieleider te vinden, die bereid is gedurende ten minste twee jaar leiding te geven aan de discussie. De voor keur dient uit te gaan naar een geschikte kas sier, liefst van één der grotere banken, die ten aanzien van het assortiment van bankdiensten en administratiemethoden wellicht over de grootste ervaring beschikt. De discussieleiders kunnen door de Centrale Bank worden uitgenodigd voor enkele bijeen komsten waarin worden behandeld: 1. de taak van de discussieleider, de discussie techniek, de organisatie van het systeem en een schema van de te behandelen stof; 2. de in het komende halfjaar te behandelen onderwerpen, in te leiden door functionaris sen van de Centrale Bank; 3. (ter afsluiting van hun tweejaarlijkse taak) onderwerpen, die meer speciaal van belang zijn voor hun (grotere) banken zoals bijvoor beeld de elektronica in de administratie, de administratieve organisatie, de interne con trole, het personeelsbeleid, enz. Tenzij de discussieleider aanblijft, kan na het eerste jaar reeds de andere kassier gekozen worden, die de discussieleider een jaar later zal opvolgen. Gedurende dat jaar van voorbereiding 347

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1963 | | pagina 17