door een krediet in lopende rekening tot 60 van de vorderingen wegens geleverde bollen, die als zekerheid gecedeerd worden. Helaas komt deze ideaaltoestand in vele ge vallen niet voor. De banken hebben dan ook in vrij grote mate, om de kwekers te helpen, kraam- kredieten verstrekt. Wel tracht men zich aan de veilige kant te houden bij de waardering van de kraam. Maar zelfs dan zijn de risico's niet denkbeeldig en het is de vraag of een kweker, in geval zijn kraam geducht heeft geleden, met zo'n krediet in feite is geholpen. Het zal vooral dit jaar meermalen voorkomen, dat de uit leveranties ontstane vorderingen het op de kraam gegeven krediet niet kunnen dragen. Het kraamkrediet, dat naar zijn aard self-liquidating behoort te zijn, blijft dan onafgedaan. De oorspronkelijk tijdelijke vermogensbehoefte van de kweker is niet meer kortstondig. Met het kraamgeld is een verlies gefinancierd. En waar moet de kweker het geld vandaan halen om zijn kraam op peil te brengen door het kopen van duur plantgoed? Herfinanciering In feite is in de hierboven geschetste situatie de vermogensbehoefte van de getroffen kweker heel anders dan vroeger. Naast de gedane investeringen en het geleden verlies is nu ook nog te financieren: Het hoofd van de Juridische afdeling van de Centrale Bank, mr. P. AStein, rust in zijn vakantie uit op een Oostenrijkse raiffeisenbank. 1. Overbrugging van de periode tot 1 november 1963. 2. De aankoop van plantgoed. 3. De bedrijfskosten en privé-uitgaven van 1 november 1963 tot 1 november 1964. 4. De betaling van rente en aflossing van be staande schulden. Getracht zal moeten worden tot een herfinan ciering te komen, tenminste als voortzetting van het bedrijf verantwoord is. Dit laatste zal van geval tot geval moeten worden bezien. Kan het bedrijf worden voortgezet, dan zal het kraamkrediet moeten worden omgezet in een langlopende lening, daar niet verwacht kan wor den, dat dit binnen een jaar wordt terugbetaald. Voor de aankoop van plantgoed zal eveneens een langlopende lening verstrekt moetenworden. Voor de financiering van de bedrijfskosten en de privé-uitgaven tot 1 november 1964 zal een kortlopend krediet kunnen worden gegeven. In enkele gevallen zal het noodzakelijk zijn een be roep te doen op de gemeentelijke hulp voor kleine zelfstandigen. En de zekerheid die voor de bankfinanciering geboden kan worden, be staat veelal slechts uit de bollenkraam, terwijl deze vaak nog niet de helft waard is van wat er nodig is. Het is duidelijk, dat dikwijls de financiering niet rond zal kunnen komen zonder garantie van het Borgstellingsfonds (en eventueel Waarborg- instituut) maar wij prijzen ons gelukkig van het Borgstellingsfonds, ter gelegenheid van een ge sprek terzake, de toezegging te hebben ontvan gen, dat deze instelling, van geval tot geval te bezien, bereid is deze medewerking te verlenen. Ik meen hieruit te mogen afleiden dat aan de dikwijls gestelde eis van 25% eigen vermogen niet zal worden vastgehouden. De vorst- en waterschade heeft duidelijk in het licht gesteld, dat een financiering met kraam krediet voor de bank onzeker en voor de kweker bedenkelijk kan zijn. Onze banken zullen echter naar vermogen op passende wijze tegemoet komen aan de kwekers, die thans financieringsmoeilijkheden ondervinden. 344

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1963 | | pagina 14