De exporteurs
Allereerst zullen wij ons moeten afvragen
welke vermogensbehoefte een exporteur heeft.
Ik wil dan voornamelijk aandacht wijden aan de
.g. kortstondig tijdelijke vermogensbehoefte, die
voortspruit uit het feit, dat de exporteur zijn
leveranciers moet betalen voordat hij betaling
van zijn afnemers ontvangt. Vroeger was dat
anders, de exporteur placht zijn leveranciers te
betalen, nadat hij geld had ontvangen van zijn
afnemers.
De kwekers waren toen dus veelal de finan
ciers van de exporteur, zij gaven hem leveran
cierskrediet. Eertijds was in het handelsregle
ment van de Algemeene Vereniging voor Bloem
bollencultuur de betaaldatum van bollen, die in
een bepaald jaar door de kwekers waren ver
kocht, 1 juli van het volgend jaar. In 1943 werd
in het handelsreglement de bepaling opgenomen,
dat bollen, geleverd van 1 juni tot 1 oktober, per
1 november betaald moeten worden. Leveranties
tussen 1 oktober en 1 februari op 15 maart en
tussen 1 februari en 1 juni, op 1 juli. Daar de
leveranties in de gangbare handelssoorten tus
sen 1 juni en 1 oktober plaatsvinden, zijn de
grootste betalingen op 1 november te verrichten.
Dan is er dus ook de grootste vermogensbe
hoefte. Sinds de wijziging in de betaaldata waren
de exporteurs, die deze kortstondige tijdelijke
vermogensbehoefte niet uit eigen middelen
konden dekken, dus veelal aangewezen op bank
krediet. Diversen wendden zich daartoe tot de
raiffeisenbanken/boerenleenbanken.
Dat krediet pleegt naar zijn aard verleend te
worden in de vorm van een krediet in lopende
rekening. Als zekerheid wordt veelal zo moge
lijk hyptheek gesteld, doch de vermogens
behoefte is dikwijls groter dan door die zeker
heid gedekt kan worden. Dan wordt dispositie
toegestaan naarmate vorderingen op afnemers
worden gecedeerd en wel meestal tot maximaal
60 van die vorderingen. Men moet echter
steeds voorzichtig zijn en eventueel minder dan
het maximum verstrekken. Want er zijn risico's,
denk b.v. aan het geval dat de debiteur instol-
vent is of wegens verkeerde levering niet be
hoeft te betalen. De spreiding van de vorderin
gen is dus van belang. Bij onvoldoende spreiding
doet de bank verstandig, niet tot het maximale
percentage te gaan. Zeer gebruikelijk is, dat de
bank het kredietpercentage van de vorderingen
vermindert naarmate de betaling langer uitblijft.
De totale kortstondig tijdelijke vermogensbe
hoefte wordt door dat krediet dikwijls niet
volledig gedekt. In de resterende behoefte moet
dus door eigen vermogen zijn voorzien. Het is
noodzakelijk dat de bank nagaat of dit het ge
val is. (Dus of de financieringsjas niet te krap
is gesneden.) Medewerken aan een financiering
die niet ,,rond zit" is een gevaarlijke zaak. Dit
leidt in uiterste consequenties öf tot faillissement
van de kredietnemer óf tot min of meer ge
dwongen verdere financiering door de bank, die
nu eenmaal in de schuit zit en moet meevaren,
als zij haar cliënt voor ondergang wil behoeden
of de geleende gelden veilig wil stellen.
Loopt alles volgens het patroon, dan is er niet
veel gevaar te duchten. Maar ook een exporteur
loopt risico. Zelfs grote risico's. In de eerste
plaats prijsrisico. Een exporteur zal trachten zich
daartegen te dekken door zogenaamde „voor
kopen": hij koopt, reeds voordat de bollen zijn
gerooid van de kweker tegen een daarbij over
eengekomen prijs. De winst lijkt verzekerd! Was
het maar zo! Een exporteur pleegt zich in de
eerste plaats niet voor zijn totale behoefte door
„voorkopen" te dekken. De mate waarin hij dat
doet, laat hij afhangen van zijn prognose om
trent de prijsontwikkeling. Meent hij een
stijging te bespeuren, dan zal hij geneigd zijn
zich in ruimere mate door „voorkopen" te dek
ken. Vermoedt hij een daling, dan zal hij het
omgekeerd doen.
In zijn prognose kan hij zich vergissen
Maar er is meer: bij „voorkoop" is het risico,
dat de kweker de verkochte hoeveelheid niet kan
leveren, meestal voor de exporteur. Gebruikelijk
is, dat de kweker verkoopt onder beding: „leve
ring uit eigen partij". Leveren de verkochte
Rijnlandse roeden minder „leverbaar" op, dan
verwacht werd, dan is de kweker niet gehouden
het tekortkomende te leveren, als hij de koper
daarvan tijdig in kennis stelt.
Dit zal zich in dit seizoen vaak hebben voor
gedaan! De schade aan de bollen werd immers
341