Moderne problemen
in de landbouwcoöperaties
Over dit onderwerp heeft drs. G. ter Woorst op 8 juli 1963 een lezing gehouden voor de alge
mene vergadering van de „Kassiersvereniging".
De tekst van deze lezing heeft drs. Ter Woorst op ons verzoek ter beschikking willen stellen voor
publikatie in ons blad. Het is ons een voorrecht, dat wij hier de visie van drs. Ter Woorst, die
bijzonder lector is in het coöperatiewezen aan de universiteit van Amsterdam, mogen weergeven.
De „kopjes" in de tekst zijn door ons geplaatst.
Begripsverwarring
Wie wat langer in het coöperatiewezen mee
loopt, weet, dat er geen uniformiteit bestaat ten
aanzien van de toepassing van coöperatie en
evenmin ten aanzien van de beginselen van
coöperatieve organisatievorm, leder van ons
heeft wel een bepaald idee in zijn hoofd omtrent
wat coöperatie is. In het algemen leiden we dat
af uit datgene wat we er in de praktijk van
ervaren en wat we uit studieboeken hebben op
gestoken. In de meeste gevallen baseren we ons
bij de begripsvorming op de uiterlijke verschijn
selen van coöperatie.
Vergelijken we nu eens wat ieder van ons
onder coöperatie verstaat, dan vrees ik dat we
al vlug in een babylonische spraakverwarring
verzeild raken. U kent dat allen uit de soms
heftige debatten, welke op vergaderingen van
coöperaties worden gehouden. Wat namelijk de
één coöperatief juist vindt, wordt door een ander
als een aantasting van de coöperatieve grond
regels beschouwd. Er zijn er zelfs, die menen
dat er geen specifieke coöperatieve grondregels
zijn. Waar de één meent, dat sociale beginselen
mede tot de wezensfundamenten van coöperatie
behoren, zijn met name de moderne jongeren
geneigd de coöperatie als een economische
zaak te beschouwen.
Het zal u duidelijk zijn dat er nog al wat be
gripsverwarring heerst omtrent het begrip
coöperatie en het is juist daarom dat ik vooraf
graag kort met u wil ingaan op het ontstaan,
de oorzaken en de ontwikkeling van coöperatie
en het coöperatieve denken, gezien vanuit een
economische gezichtshoek.
Ontstaan van het begrip „coöperatie": tegen de
ongelijkheid
Het begrip „coöperatie" is ontstaan als een
reactie op de invoering van de zogenaamde
„liberale" maatschappij, welke haar intrede deed
in Europa met de Franse revolutie. Al spoedig
bleek, dat de beroemde of beruchte leuze van
deze revolutie: „Vrijheid, Gelijkheid en Broeder
schap", wel de vrijheid bracht maar dan voor
de sterksten maar geen gelijkheid en geen
broederschap. Het werd een maatschappijvorm
waarin het recht van de sterkste zegevierde.
Als een reactie nu op deze maatschappijvorm
én als een verlangen naar gelijkheid, hebben
enkele mensen, onder wie Robert Owen, ge
tracht een ander maatschappelijk stelsel te ont
wikkelen. Zij stelden zich voor dit te bereiken
door de oprichting van kolonies van mensen,
welke bij de produktie en consumptie dusdanig
nauw zouden samenwerken, dat ze zogenaamd
zelfsupporting zouden zijn. Het werden een soort
communistische leefgemeenschappen waaraan
ze de naam „coöperaties" gaven.
Coöperatie werd derhalve in eerste instantie
gezien als een politiek systeem, als een middel
om de maatschappij te hervormen. Naarmate
echter de pogingen van deze idealisten om te
komen tot de stichting van een coöperatieve
maatschappij mislukten, gingen de volgelingen
van Robert Owen een andere richting kiezen. Zij
trachten met aanvaarding van de eenmaal ont
stane liberale maatschappij, binnen deze maat
schappij, door coöperatieve samenwerking van
bepaalde bevolkingsgroepen, de grootste fouten
dezer maatschappij de ongelijkheid weg te
nemen. Op deze wijze zijn o.a. in Engeland de
eerste consumptiecoöperaties ontstaan denk
hier maar aan de beroemde coöperatie te
Rochdale en in Frankrijk de arbeiderspro-
duktiecoöperaties.
Wie de geschiedenis van het coöperatiewezen
bestudeert, valt het op, dat in het algemeen de
coöperatie pas tot snelle ontwikkeling is ge
komen sinds het ontstaan der vakverenigingen
en landbouwmaatschappijen. Zo zag men dan
ook dikwijls in het verleden maar ook nu nog
318