Financieel overzicht De betalingen door het Rijk aan de lagere overheden Een overzicht van de gang van zaken op de geldmarkt in augustus geeft de impressie van een rustige ontwikkeling, die haar oorsprong reeds heeft gevonden in de laatste week van juli. Op 25 juli immers vond de betaling plaats van 450 miljoen door het Rijk aan de provin cies en gemeenten, de normale betaling, die iedere drie maanden geschiedt,t.w. op25 januari, 25 april, 25 juli en 25 oktober. Deze betalingen gaan in de regel gepaard met enige schokken op de geldmarkt, ondanks het feit, dat geld- disponenten en andere belanghebbenden zich lang genoeg hierop kunnen voorbereiden. Intus sen bestaat het vooruitzicht, dat deze driemaan delijkse betalingen vervangen zullen worden door maandelijkse. De regering immers is met een desbetreffend voorstel tot wijziging van de Financiële Verhoudingswet gekomen. Voorge steld wordt een betaling te doen plaats vinden van 150 miljoen op de 15e van elke maand Als motief hiervoor wordt genoemd een flexibel beloop van de liquiditeitspositie van het Rijk en ongetwijfeld vormt dit motief de grondslag van het voorstel. Als nevenverschijnsel echter kan worden gewezen op het feit, dat ook de geld markt de gunstige gevolgen van de wijziging zal kunnen ondergaan, doordat de schokken op deze markt kunnen verminderen, eensdeels door de verdeling over een tijdsverloop, dat groter is dan tot dusverre, anderdeels doordat kleinere bedragen met de uitbetalingen zijn gemoeid. In herinnering kan worden gebracht, dat ook het vorige jaar een maatregel is toegepast, die de verstoringen op de geldmarkt heeft verzacht, namelijk het afgeven van schatkistpapier met vervaltermijnen in de periode, waarin de voor lopige betalingen van de vennootschapsbelas ting geëffectueerd dienen te worden. Een compensatie is op deze wijze ontstaan tussen de stroom van liquiditeiten van de banken naar de schatkist en een overeenkomstige stroom in tegenovergestelde richting. Deze maatregel had in de eerste plaats ten doel de geldmarkt vloeiender te maken. Girale betaling van maandlonen Een belangrijke bron van verstoring schuilt nog immer in de weinig overzichtelijke wijzigin gen in de bankbiljettencirculatie. Hier zijn welis waar altijd pieken, die tevoren min of meer vastgesteld kunnen worden, zoals de betalingen van de maandlonen, maar die pieken worden telkenmale verhoogd door de eisen van vakantie gangers. Het laatste kan uiteraard moeilijk worden verholpen, het eerste echter zou ge mitigeerd kunnen worden door girale betalingen. Ruime positie van het bankwezen De hierboven gereleveerde driemaandelijkse betaling van het Rijk op 25 juli heeft uiteraard de positie van de banken verruimd. Zij waren gemakkelijk in staat 130 miljoen „stallings- posten" aan de Nederlandsche Bank terug te betalen en bovendien 120 miljoen aan opge nomen voorschotten. De geldmarkt is toen derhalve ruim geworden, hetgeen tot uiting is gekomen in een verlaging van de rente voor call-money van 21/2 tot 2 op 26 juli. Hier mede was de renteverlaging niet tot een eind gekomen, want op 29 juli werd de rente voor call-money vastgesteld op 11/2 op 2 augustus °P 1 en °P 7 augustus óp 1 In de eerste veertien dagen van augustus hebben zich geen bijzondere feiten op de geld markt voorgedaan. De circulatie van bankpapier, die tijdelijk tot boven zes miljard gulden was gestegen, kromp geleidelijk in, zodat deze op 12 augustus f 5886 miljoen beliep, hetgeen een daling van 249 miljoen betekent sedert 29 juli. Het gezamenlijke tegoed van de banken bleef vrij hoog, t.w. f 308 miljoen op 29 juli, f 272 mil joen op 5 augustus, f 300 miljoen op 12 augus tus, tegenover een verplichte renteloze kas- reserve van ongeveer f 250 miljoen. Die ruime positie werd bereikt, ondanks de opneming van schatkistpapier door de banken van f 115 mil joen in de eerste veertien dagen van augustus. Mede door deze plaatsing van schatkistpapier bedroeg het tegoed van de schatkist bij de Nederlandsche Bank op 12 augustus 440 miljoen. 311

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1963 | | pagina 17