niek van land- en tuinbouw'' een verslag voor van een rede van de directeur-generaal van de landbouw, ir. Wellen, waarin deze de vraag stelt of de graanteelt nog zin heeft en of er nog perspectief in zit. Ik vond dit een zeer interessant artikel. Dan heb ik maar wat verder gelezen in de Raiffeisen- Boden en vond een goed artikel in het juninummer 1962, de rede van de heer Keyser. De banken klein begonnen en gewerkt naar eigen stempel. Hulpverlening overgaand naar dienstverlening. Het karakter en de betekenis van de Centrale Bank, bij wie de liquiditeitsbewaking berust voor de lokale banken. De banken blijven autonoom, maar hebben vrijwillig de regeling aanvaard. Het is voor de bestuursleden der banken aan te be velen dergelijke artikelen nog eens te herlezen. Zo ook het jaarverslag der Nederlandsche Bank, en het oordeel van de president over het expansieproces. Met veel ge noegen heb ik de oude jaargangen nog eens doorge nomen. Ook ,,Man en paard'' in de jaargang 1961 is in teressant, en daarom is mijn oordeel over de Raiffeisen- Bode: nu zeer goed. Hoogachtend, F. Dieleman WGzn., bestuurslid van de Coöp. Boerenleenbank (Raiffeisen- bank) „Terneuzen" Naschrift van de redactie De heer Dieleman heeft ons verrast met een lange brief, waarvan wij ongeveer een vijfde gedeelte hebben overgenomen. Wij menen, dat uit het overgenomen gedeelte een aar dig punt, nl. het oordeel over de Raiffeisen-Bode naar voren komt. De heer Dieleman is een goede lezer van ons blad, want het door hem genoemde artikel over de rede van ir. Wellen heeft vele vragen bij hem opgeroepen over de toekomst van de Nederlandse landbouw. Wij hebben hem hierover een afzonderlijke brief geschreven, omdat deze materie zich in het kader van onze rubriek zeer moeilijk laat behandelen. Er van uitgaande, dat ieder een oordeel over ons blad heeft, en dat smaken verschillen, zijn wij beniewd naar verdere reacties van onze lezers. Propaqanda-activiteit in stad en dorp Verschillende directeuren/kassiers hebben de afge lopen maanden gebruik gemaakt van deze rubriek om hun ervaringen en inzichten over de publiciteit en in het bijzonder over de Raiffeisenweek te publiceren. Gaarne willen wij in dit verband enkele opmerkingen, met name over het budget en de Raiffeisenweek, nog eens wat nader bekijken. Allereerst de kwestie van het budget. Herhaaldelijk vraagt men ons uit de organisatie welke post men moet uittrekken voor de publiciteit. Men wil een norm horen in de geest van bv. x% of van het balanstotaal, zo veel cent per spaarder, of x gulden per 100 inwoners van het werkgebied. Al deze normen hangen volledig in de lucht. Het bud get voor de publiciteit laat zich nu eenmaal niet op hangen aan deze of gene maatstaf. Bij het bepalen van het budget spelen tal van factoren een rol. In de eerste plaats de positie van de betrokken bank. Het maakt uiteraard groot verschil of het een bank betreft, die volop in ontwikkeling is, of een bank die achter blijft bij de ontwikkeling of zelfs terugloopt. Een ander punt vormt de rentabiliteit van de bank, die ook een hartig woordje meespreekt bij het bepalen van het budget. In de eerste plaats de vragen, die samen hangen met het werkgebied, bv. topografische ligging, mate van verstedelijking, demografische gegevens, uit- breidings- en industrieplannen, enz. enz. Een andere belangrijke factor vormt de concurrentie. Als enige bankinstelling ter plaatse neemt men een ge heel andere positie is dan wanneer er concurrentie is van meerdere of zelfs vele andere banken. De aan wezigheid van andere bankinstellingen zegt op zichzelf weliswaar weinig. De concurrentie kan passief zijn. Talloze van onze banken ondervinden echter het te genovergestelde, namelijk een actieve concurrentie. Met dit alles is nog niets gezegd over de uitvoering van de publiciteit, die weer nauw verband houdt met het be schikbare budget en bovengenoemde punten. Voor vele banken vormt de Raiffeisenweek een be langrijke post op het budget. Niet altijd achten wij een dergelijke besteding, die éénmaal per jaar plaatsvindt, verantwoord. De Raiffeisenweek mag niet op zichzelf staan in de publiciteitsvoering van een bank. Zij dient er een accent in te zijn. Verschillende banken zien in de Raiffeisenweek een climax, andere hanteren deze week als enige reclameuiting van het gehele jaar. Het is goed te bedenken, dat het doeltreffende van de publi citeit niet zit in de éénmaal voorkomende .explosie", maar veeleer in de regelmatige herhaling van de be scheiden „tik". Vanzelfsprekend moeten wij ons in het kader van deze rubriek beperken. De afdeling Publiciteit is te allen tijde bereid uw publiciteitsproblemen met u te bespre ken. Ook inzendingen aan de redactie van deze rubriek over het zo actuele onderwerp van de publiciteit zijn van harte welkom. Redactie RECTIFICATIE In het julinummer van de Raiffeisen-Bode is in het vijfde artikel in de reeks „Bedrijfsopvol ging in de land- en tuinbouw" (onderdeel: Ge leidelijke bedrijfsopvolging) op bladzijde 249 een storende fout ingeslopen. Het betreft de zin, die begint op regel 10 van boven („Worden de goederenenz.), welke zin als volgt dient te luiden: „Worden de goederen in eigendom ingebracht, dan worden zij gemeenschappelijk eigendom van de maten." Voorts moet op dezelfde bladzijde, eerste kolom, regel 11 van onderen, het woord „deel" worden vervangen door „doel". 290

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1963 | | pagina 28