Aanhoudende groei van de spaarinstellingen Het verloop van de spaarcijfers in de afge lopen jaren is indrukwekkend. Niet alleen van de eigen organisatie. De gezamenlijke traditio nele spaarinstellingen zagen hun tegoeden in 5 jaar tijds stijgen van 6.647 miljoen tot 12.340 miljoen. En nog komt aan deze ont wikkeling geen einde. In het eerste halfjaar 1963 was de toeneming niet minder dan 737 miljoen. Hoe moet dit verloop worden verklaard? Een moeilijke vraag, want het spaargedrag van de mens hangt samen met diverse omstan digheden: inkomensontwikkeling, behoeften- patroon, beleggingsoverwegingen en niet in de laatste plaats de psychologische en sociolo gische invloeden. ,,Het sparen is een macht in onze sociale structuur" stelde prof. dr. P. J. Bouman in een jubileumvergadering van de Nederlandse Spaar- bankbond in 1957. Inderdaad, een macht die sociaal, psycholo gisch en economisch gefundeerd is en die zich in de laatste jaren in zeer krachtige vorm uit drukt. Niet een macht, die onaantastbaar is. Hij kan eerst goed tot ontwikkeling komen, wanneer in de volkshuishouding een evenwichtstoestand op hoog niveau is bereikt. De achter ons lig gende jaren van hoogconjunctuur, zonder be talingsbalanstekorten en zonder ernstige in flatieverschijnselen, hebben een uitstekend spaarklimaat opgeleverd. Bestendiging van de evenwichtstoestand is belangrijk voor de hand having van het hoge niveau van de besparingen. In het bijzonder denken wij daarbij ook aan de waardevastheid van het geld. Het is ongetwijfeld geen gemakkelijke op dracht, die de Nederlandsche Bank aanvaard heeft, namelijk om te bevorderen dat de waarde van de geldeenheid op peil blijft. Zeker niet in een tijd, waarin de factor arbeid schaars is. De voortdurende tendens tot loon- en kostenstijging vormt een bedreiging voor de waardevastheid van het geld, tenzij de stijgingen in een even wichtige verhouding tot de toenemende produk- tiviteit blijven staan. De achter ons liggende jaren zijn niet geheel zonder prijsinflatie geweest. In het jaarverslag van de Nederlandsche Bank over 1962 wordt de gemiddelde stijging van de prijzen betreffende levensonderhoud in de laatste 7 jaren gesteld op 2,6 per jaar. Allerlei oorzaken worden daarvoor aangenomen, onder meer ook invloe den vanuit het buitenland. De enorme vlucht, die de traditionele spaar instellingen in de laatste jaren genomen hebben, laat zich aflezen uit onderstaand overzicht. Inleggerstegoeden bij de traditionele spaarinstellingen Ultimo 1957 Ultimo 1962 c O c o. S c O c Q_ S X u x Organisatie Utrecht 1.722 25,9 3.400 27,5 Organisatie Eindhoven 967 14,6 2.072 16,8 R.P.S 1.956 29,4 3.230 26,2 Algemene spaarbanken 2.002 30,1 3.638 29,5 Totaal 6.647 100,0 12.340 100,0 Het aandeel van de Raiffeisenorganisatie Utrecht in het totaal van de besparingen is ten opzichte van 1957 met 1,6% gestegen tot 27,5 De organisatie Eindhoven zag haar aan deel in het totaal met 2,2 stijgen. De land bouwkredietorganisaties gezamenlijk namen per ultimo 1962 rond 44% van de traditionele Nederlandse spaarmarkt voor hun rekening. 'S-GRAVELAND EN OMSTREKEN: 3 MILJOEN De Coöp. Raiffeisenbank ,,'s-Graveland en Omstreken" heeft dezer dagen de 3 miljoen overschreden. Dat was voor bestuur en raad van toezicht een belangrijke gebeurtenis. De ge lukkig spaarster, die met haar storting de mijl paal een feit deed worden, ontving een geschenk onder couvert en natuurlijk ontbraken ook de bloemen niet. 285

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1963 | | pagina 23