E.C.A.-lening, waarvan vóór laatstbedoelde af lossing nog 114.42 miljoen uitstond. In totaal was derhalve voor een en ander 70 miljoen aan deviezen benodigd. Deze wer den door de Nederlandsche Bank ter beschik king van het Rijk gesteld, dat daartegenover aan de Nederlandsche Bank schatkistpapier tot een bedrag van 250 miljoen in betaling gaf. Daarvan komt elk jaar formeel 50 miljoen te vervallen, doch de Nederlandsche Bank heeft zich bij voor baat bereid verklaard, het jaarlijks vervallende schatkistpapier voor telkens 5 jaar te verlengen na aftrek van de bedragen, die het Rijk op de oorspronkelijke schuld aan de Ver. Staten zou hebben dienen af te lossen, indien thans niet tot de vervroegde aflossing zou zijn overgegaan. Masse de manoeuvre Voor de Nederlandsche Bank betekent een en ander een welkome aanvulling van haar bezit aan schatkistpapier. Was dit door de terugkoop van het gestalde papier op 25 juli met 130 mil joen gedaald, de overneming van 250 miljoen aan nieuw schatkistpapier deed de masse de manoeuvre van de circulatiebank toch weer boven het half miljard stijgen. Voorlopig kan de ,,bank der banken" dus behoorlijk voort wat betreft de mogelijkheid om, desgewenst, door plaatsing van schatkistpapier op de open markt, d.w.z. bij de financiële instellingen, tijdelijk overtollige liquiditeiten af te romen. Op deze wijze kan, zoals men weet, het even wicht in de geldsector in stand worden ge houden zonder dat een, uit economisch oogpunt vaak ongewenste, verhoging van het officiële disconto behoeft plaats te vinden. Ook in het verleden hebben dergelijke transacties tussen het Rijk en de Nederlandsche Bank meermalen de schatkistpapierportefeuille van de Nederland sche Bank verruimd, doch na volledige afwik keling van de onderlinge transacties heeft de Nederlandsche Bank zich telkens weer met een krappe schatkistpapierportefeuille moeten tevre den stellen. Voorlopig ziet het er echter niet naar uit, dat dit wapen van de open-marktpolitiek zal be hoeven te worden gehanteerd. Het percentage van de verplichte dekking, die het bankwezen tegenover de toevertrouwde middelen thans bij de Nederlandsche Bank moet aanhouden, be draagt nu immers slechts 3 tegen in vroegere perioden van geldruimte wel 8 tot 10 Juist wanneer de Nederlandsche Bank de renteloze dekking niet nog meer wilde verzwaren dan 10% kon een zeer dankbaar gebruik worden gemaakt van de grote portefeuille aan schat kistpapier. Bij de huidige stand van zaken kan al naar de omstandigheden óf het kaspercentage weer worden verhoogd óf de aangegeven andere weg worden bewandeld. Maar zoals ge zegd, voorlopig is dat zeker niet aan de orde. Amerikaanse dollar-barrière Het laatste brengt ons vanzelf op de sensatio nele maatregelen, welke president Kennedy in de afgelopen maand heeft aangekondigd ter verdediging van de Amerikaanse betalings balans. Deze maatregelen beogen zoals men weet, paal en perk te stellen aan de afvloeiing van dollars naar het buitenland, hetgeen een gebiedende noodzakelijkheid is geworden door het hoge niveau, waarop het tekort op de Ame rikaanse betalingsbalans zich jaar op jaar be weegt. Voor het lopende jaar wordt dit tekort op ten minste 3% miljard geraamd en het spreekt vanzelf, dat niet voortgegaan kan wor den met jaarlijkse amputaties van de goud voorraad tot bedragen in deze orde van grootte. Daarom wordt nu, bij verwezenlijking van de desbetreffende plannen, een heffing van 15% op buitenlandse effectenaankopen en een rente opslag van 1 op buitenlandse obligatie emissies in de Ver. Staten ingesteld. Voor de Amsterdamse beurs is dit een zware klap, omdat de Amerikaanse effectenaankopen belangrijke steun verleenden aan de Amster damse aandelenmarkt, zelfs wanneer deze van beperkte omvang waren, zoals de laatste jaren het geval is geweest. In de jaren 1960 t/m 1962 beliep de netto-kapitaaltoevloeiing uit de Ver. Staten naar ons land achtereenvolgens 535 miljoen, 469 miljoen en f 90 miljoen, terwijl de Amerikaanse effectenaankopen zich in het

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1963 | | pagina 18