Zijn economische crises verouderd? Op 27 mei jl. werd door drs. M. L. de Heer onder bovenstaande titel een lezing gehouden voor de algemene vergadering van de Coöperatieve Raiffeisenbank „Voorburg". Gaarne plaatsen wij een samenvatting van deze lezing in de Raiffeisen-Bode. De voortdurend toenemende kennis van economische verschijnselen en de steeds groter wordende invloed van de staat op het econo mische leven, rechtvaardigen de vraag of wij de economische crisis niet kunnen verhuizen naar de geschiedenisboeken. In dat geval zou, even als dat met vele besmettelijke ziekten het geval is, de moderne mens zich niet meer ongerust behoeven te maken over een economische in eenstorting zoals die van 1929 en volgende jaren, omdat wetenschap en organisatie tegen de vernietigende krachten uit ons economische leven opgewassen zouden zijn. Geen revolutionaire wijzigingen Toen nu ruim een eeuw geleden, in West- Europa en later in Noord-Amerika, het maat schappelijk leven zijn industriële signatuur kreeg, ging deze omvorming gepaard met een geleidelijke toeneming van de welvaart, die echter regelmatig onderbroken werd door een min of meer plotseling optredende terugval. Deze economische crises leken alles af te breken wat tevoren aan welvaart werd bereikt en zij gingen gepaard met een desorganisatie, die zich niet tot het zuiver economische be paalde, maar ook vaak politieke consequenties had. Geen wonder, dat er toen economen profe teerden, dat er eens een dag zou komen waarop het gehele economische en politieke stelsel zo zichzelf zou vernietigen. Onze politieke tegen voeters, de communisten, hebben deze verwach ting wat het vrije Westen betreft nog lange tijd gekoesterd, maar men moet vaststellen, dat door de jaren heen, ondanks de crises, de welvaart is toegenomen, zonder dat het economische stelsel revolutionair is gewijzigd. Wel zijn er geleidelijk veranderingen opgetreden in wat eens een pure „kapitalistische" maatschappij was. Het zijn deze veranderingen die ons doen hopen dat we verder van de economische crisis verschoond zullen blijven. Golfbeweging Het meest angstaanjagende van de econo mische crisis is dat zij op gezette tijden terug keerde. Achteraf kan men constateren, dat het economische leven zich in golven en dalen van grotere en meer geringe welvaart afspeelt. Al naar de wijze waarop men de economische ge gevens rangschikt, kan men een volledige golfbeweging van een lengte van ongeveer veer tig maanden, van zeven tot elf jaar en van vijftig jaar onderscheiden. Voor een goed begrip van het economische gebeuren is deze golf beweging, deze conjunctuur van groter belang dan de crisis, die daarvan slechts een onderdeel is. De kern van het probleem is eigenlijk de vraag waarom de economische groei niet ge stadig plaatsvindt. De opgaande lijn, die door de economische geschiedenis van de laatste hon derd jaar loopt, is telkenmale naar boven toe verlaten in de zogenaamde hausse. De haussen monden steeds weer uit in een crisis die weer gevolgd wordt door een recessie; deze recessie passeerde dan steevast de evenwichtslijn en de depressie tekent het economische bestel. Ver volgens keert het getij en zet het herstel in. Deze toeneming van de welvaart houdt dan echter geen maat, de evenwichtslijn wordt doorbroken en de hausse begint weer. Welke invloeden? Er zijn in de loop van de jaren vele theorieën opgesteld, die de economische conjunctuur moeten verklaren. Aanvankelijk zocht men het in incidentele oorzaken, zoals „fouten" van regerin gen, van de banken. Geleidelijk kwam men echter tot de conclusie, dat dieper moest worden gezocht. Een belangrijk aangrijpingspunt voor theorieën was het feit, dat na een crisis bleek dat tevoren gedane investeringen hun kosten niet meer konden opbrengen, omdat de eind- produkten te lage prijzen deden. Voor zover men meende dat er te weinig koopkracht was om 276

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1963 | | pagina 14