Kroniek van land- en tuinbouw
landbouwbedrijfsgebouwen veelal ondoelmatig, meer investeringen noodzakelijk;
ontwikkelings- en saneringsfonds treedt in werking.
tuinbouw weet aanbod te bundelen en aan te passen aan de vraag;
vrije prijsvorming kompas voor produktierichting;
verschuivingen in assortiment groenten;
Landbouwbedrijfsgebouwen
Wij hebben er in deze kroniek reeds meer
malen op gewezen, dat de landbouw zich aan
gewijzigde omstandigheden moet aanpassen en
zo nodig moet overschakelen. Niet alleen de
sterk vooruitschrijdende mechanisatie en de in
voering van moderne arbeidsmethoden, maar
ook de behoefte aan bedrijfsvergroting en de
ontwikkeling naar grotere produktie-eenheden
maakt een aanpassing noodzakelijk. Het blijkt
nu dat de noodzakelijke verbetering van de be
drijfsstructuur, met name in de weidestreken en
in de zandgebieden, veelal afstuit op de ondoel
matig geworden inrichting van het gebouw.
Ruim de helft van de bedrijfsgebouwen in ons
land is voor meer dan 50 jaar geleden gebouwd.
In de rivierklei- en weidegebieden is zelfs ruim
20% van de gebouwen meer dan 110 jaar ge
leden gesticht.
Waar het produktiemiddel gebouw bepaald
onvoldoende is afgestemd op de eisen van de
moderne bedrijfsvoering heeft het Landbouw
schap een commissie ingesteld om de hieraan
verbonden problematiek nader te bestuderen.
Deze werkgroep Landbouwbedrijfsgebouwen
heeft thans een uitvoerig en behartenswaardig
rapport uitgebracht.
Onvoldoende investering
Het gebouwenbestand is niet alleen verou
derd maar er zijn de laatste jaren ook onvol
doende verbeteringen aangebracht in deze ge
bouwen, waardoor de doelmatigheid zou kun
nen worden vergroot. Een belangrijke oorzaak
voor het trage verloop van de modernisering
en aanpassing van de bedrijfsgebouwen ligt
naar het oordeel van de werkgroep in het min
der gunstige niveau van de bedrijfsresultaten.
De boer heeft uit zijn inkomen onvoldoende
kunnen besparen om de noodzakelijke investe
ringen voor een verantwoord gedeelte uit eigen
middelen te kunnen financieren. Er is voldoende
aanbod van vreemd geld maar eigen middelen
ontbreken.
De werkgroep adviseert daarom te bewerk
stelligen dat in het prijsbeleid de bedrijfsge
bouwen voortaan op een economisch verant
woorde wijze worden beloond. Daartoe zal ook
het pachtprijspeil voor gebouwen moeten wor
den verhoogd. Om verbeteringen door de ge
bruiker niet eigenaar te vergemakkelijken
verdient het bevorderen van erfpacht ernstige
overweging.
Ook op fiscaal terrein zijn door de werkgroep
verschillende aanbevelingen gedaan. Terecht
wordt daarbij gewezen op het feit, dat het thans
geldende fiscale regiem van afschrijvingen op
bedrijfsgebouwen sterk verouderd is. Verder
worden voor de noodzakelijke moderniseringen
van landbouwbedrijfsgebouwen dezelfde fiscale
faciliteiten bepleit, die indertijd ten behoeve van
de industrialisatie zijn verleend.
f 80.000,per bedrijf
De werkgroep heeft getracht een berekening
op te stellen van de investeringen welke nodig
zijn om de bedrijfsgebouwen te verbeteren.
Uitgaande van de huidige bouwkosten zal voor
de modernisering van het gebouw en aanpas
sing aan de bedrijfsomvang per onderneming
een investering nodig zijn van 32.750,Daar
naast zal rekening moeten worden gehouden
met de financiering van de bedrijfsvergroting
en de toename van de veestapel. Dit zal een in
vestering vergen van ruim 47.000,
Afgezien van extra investeringen in machines
zal de aanpassing dus een bedrag van
80.000,per bedrijf vragen. Er van uitgaande
dat deze aanpassing in de eerstkomende 10 jaar
voor de helft bereikt zal zijn, zal in deze pe
riode alleen in de agrarische bedrijfsgebouwen
150 miljoen per jaar moeten worden geïn
vesteerd. Dat is tweemaal het bedrag dat thans
in de gebouwensector wordt besteed. Voor aan
koop van grond voor bedrijfsvergroting zal
234