met dan nog weer een Centrale Bank er boven (Deutsche Genossenschaftskasse, Frankfurt/M). Prof. Minderhoud begreep niet waarom som migen het Duitse systeem als voorbeeld stelden voor Nederland. In Duitsland wil men dit systeem immers wijzigen, omdat het te duur werkt. Een eigen organisatie De Nederlandse organisatie van het land bouwkrediet geeft weinig aanleiding tot klachten. Dit is ook gebleken uit de enquête, gehouden bij niet georganiseerde boeren door de Com missie-Verrijn Stuart, welke later het rapport Landbouwkrediet uitbracht. Vele andere centrale organisaties zouden het voorbeeld van de landbouwkredietinstellingen moeten volgen om een zelfonderzoek in te stel len. „Wij hebben het aangedurfd en zijn er goed afgekomen". Aan de nog bestaande klachten en bezwaren is ruimschoots aandacht geschonken. Nederland is niet alleen het land met de laagste kosten, doch ook het enige land, waar het gewone landbouwkrediet beschikbaar ge steld kan worden zonder enige steun of mede- v.l.n.r. de heren D. W. Lindenbergh, oud-voorzitter Raad van zicht, jhr. mr. W. C. Hooft Graafland, oud-directeur Centrale en mr. R. J. van Beekhoff, voorzitter Raad van Toezicht. zeggenschap van de Staat. Dit is een groot goed. Prof. Minderhoud besloot zijn rede met te danken voor het vertrouwen en de vriendelijk heid steeds door hem ondervonden. n.r. mr. J. Schreuder, directeur Nederlandsche Bank en oud-directeur Centrale Bank, prof. dr. G. Minderhoud er J. S. Keyser, directeur Centrale Bank. 233

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1963 | | pagina 7