Wat ons bezig houdt MODERNISERING VAN LANDBOUWBEDRIJFSGEBOUWEN In vergelijking met de snelle veranderingen, die in de agrarische bedrijfsvoering plaatsvinden, moet worden geconstateerd, dat de aanpassing van de bedrijfsgebouwen slechts zeer langzaam verloopt. Dit feit was voor het bestuur van het Landbouwschap aanleiding het vraagstuk van de bedrijfsgebouwen in de landbouw aan een nader onderzoek te onderwerpen. De werkgroep, die met de uitvoering van dit onderzoek werd belast, is kort geleden met een gedegen rapport voor de dag gekomen. Belangrijk is vooral, dat hierin een aantal aan bevelingen wordt gedaan betreffende de wijze, waarop de thans bestaande belemmeringen bij de aanpassing van bedrijfsgebouwen kunnen worden weggenomen en de ontwikkeling kan worden gestimuleerd. Opvallend is, dat de werkgroep in de eerste plaats de aanbeveling doet tot wijziging van het prijsbeleid in de landbouw om op deze wijze betere mogelijkheden te krijgen voor het doen van rendabele investeringen. En dat pas in de laatste plaats de aanbeveling aan de overheid wordt gedaan op ruimere schaal subsidies te verstrekken voor investeringen in agrarische bedrijfsgebouwen. Wel wordt premiëring voor het verplaatsen van boerderijen uit de bebouwde kom en voor het nemen van praktijkproeven op het gebied van de bouw en modernisering van agrarische bedrijfsgebouwen sterk bepleit. Verder worden aanbevelingen gedaan met betrekking tot het pachtprijsbeleid, teneinde een redelijke vergoeding mogelijk te maken voor in vesteringen, die door de verpachters worden bekostigd. Daarnaast wordt het wenselijk ge acht ten behoeve van de pachters, die zelf wil len gaan investeren, de overgang op erfpacht te bevorderen. De werkgroep bepleit voorts een drastische verruiming van het bouwvolume voor de agra rische sector en modernisering van de bouw voorschriften, die dikwijls overdreven en kost bare eisen stellen. Verder zullen fiscale facili teiten moeten worden verleend en zal het af schrijvingspercentage moeten worden verhoogd. De bestaande regelingen zullen moeten worden aangepast aan de snelle technische en econo mische ontwikkeling in de landbouw. Voor nadere bijzonderheden betreffende dit interessante rapport verwijzen wij onze lezers gaarne naar hetgeen hierover is geschreven in de Kroniek van land- en tuinbouw. Hulst: f 4 miljoen De heer R. Messagie bracht met zijn storting de spaargelden bij de Coöperatieve Boeren leenbank „Hulst" op 4 miljoen. Als blijk van waardering ontving hij hiervoor van de bank een bedrag van f 100,Van het overhandigen van dit geschenk werd een plaatje gemaakt. U ziet v.l.n.r. de heren Ch. Voet, voorzitter van de raad van toezicht, J. Boel, voorzitter van het be stuur, C. Boone, kassier, mej. M. Wauters, die op de bank werkzaam is, en de heer en me vrouw Messagie. 230

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1963 | | pagina 4