Bureau met kassierskap lies voor de Staat, doch ook zou het be vorderen van een dergelijke betalingsge woonte een bezwaar kunnen vormen, indien het belang van 's Rijks schatkist in de toe komst tot een invordering volgens de ter mijnen van de Invorderingswet zou nopen. Zoals ook reeds kan worden afgeleid uit de Memorie van Antwoord op de Rijksbegro ting voor het dienstjaar 1962 (zitting 1961- 1962, stuk 6500, nr. 8, vraag en antwoord 46), ligt het dan ook niet in het voornemen het aantal termijnen van betaling voor welke wijze van betaling ook te ver minderen." De regering staat dus kennelijk niet voor de wettelijke regeling aan te passen, al verzet zij zich niet tegen de bestaande praktijk. Of 's Rijks schatkist in de toekomst tot een invordering volgens de termijnen van de Invor deringswet kan worden genoopt, is thans moei lijk te bezien. Indien zulke omstandigheden zich zouden voordoen, is overigens niet aan te nemen, dat de belastingplichtigen, die de „ver eenvoudigde methode" toepassen, daarvan plotseling ernstige schade zullen ondervinden. Elke vervolging wordt immers voorafgegaan door een aanmaning, die slechts 0,25 kost. Voordat buiten de gevallen, bedoeld in arti kel 9 van de Invorderingswet wordt overge gaan tot meer kostbare maatregelen, zal na de aanmaning nog wel enige tijd verlopen en zal men zich nog kunnen beraden. Bedoeld artikel 9 geeft aan, dat de directe belastingen in bepaalde gevallen dadelijk en ineens invorderbaar worden, in welke gevallen dus ook de maandelijkse termijnen komen te vervallen. Genoemd worden: staat van faillisse ment of kennelijk onvermogen, beslaglegging door het Rijk, verkoop, volgend op beslagleg ging door derden, en vertrek naar het buiten land, indien er daarbij vrees bestaat voor ver duistering. Deze gevallen doen zich sporadisch voor. Opdracht cliënt beslissend voor bank De cliënten, die spreken van een „vereenvou digde regeling" en deze toepassen, kunnen zich dus niet beroepen op een wettelijke regeling tegenover de ontvanger, die stipte betaling van de maandelijkse termijnen kan vorderen. Er is voor de bank echter geen reden aan te voeren waarom zij zou trachten een dusdanige cliënt, die zich zelf overigens door bedoelde be taling in twee termijnen niet in liquiditeitsmoei lijkheden brengt, van zijn betalingsgewoonte af te brengen. De houding van de bank is hierin neutraal. Geeft de door de cliënt te tekenen opdracht automatische betaling in twee termijnen aan, dan voert de bank deze aldus uit. Het ver dient wel aanbeveling, dat het bedrag van de eerste betaling zodanig wordt verhoogd dat voor de volgende termijn(en) een rond bedrag in guldens resteert. Veel cliënten betalen en menig kassier kan zich daarmede gelukkig prijzen de hen op gelegde aanslag ineens en wel vóór de verval dag van de eerste termijn. Dit doet men dan meestal niet uitsluitend om de kassier, zijn boek houder en de ontvanger werk te besparen, maar ook (en in het bijzonder geldt deze overweging bij kleinere bedragen) ter besparing van omzet- provisie, welke immers aan een minimumtarief per post is gebonden. TE KOOP AANGEBODEN Inlichtingen worden verstrekt door de Cööp. Boerenleenbank-Raiffeisenbank „Sloten- Badhoevedorp", Osdorperweg 31 te Amsterdam; tel. (020) 15 38 58 255

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1963 | | pagina 29