T uinbouwwerkbijeenkomst
Ir. J. J. Astrego
De uitbreiding van de Nederlandse tuinbouw
is niet alleen waar te nemen in het westen van
het land doch ook in de provincies Groningen
en Drenthe.
De belangrijke taak, die de banken bij deze
ontwikkeling kunnen vervullen, was aanleiding
om voor deze provincies een tuinbouwwerk-
bijeenkomst te houden. In de morgenuren
hielden ir. J. J. Astrego, rijkstuinbouwconsulent
voor Groningen en Drenthe, en de heer B. Vare
kamp van de Centrale Bank inleidingen over
„Tuinbouwkundige aspecten van de provincies
Groningen en Drenthe" en ,,De financiering van
de tuinbouw".
In zijn inleiding wees ir. Astrego er op, dat in
het noordelijk agrarisch bedrijfsleven de laatste
tijd geluiden worden vernomen, die er op wijzen,
dat de tuinbouw in deze gewesten van een
andere betekenis gaat worden dan zij tot nu toe
is geweest.
Deze grote interesse is zowel waarneembaar
in de kringen van niet-tuinbouwers met name
in de akkerbouw als in die van de tuinbouw
zelve. Gesteld kan worden, dat in de toekomst
de tuinbouw een groter deel van de aandacht zal
vragen dan tot voor kort het geval is geweest.
Tuinbouw in Groningen en Drenthe
Landelijk blijkt de produktiewaarde van alle
tuinbouwprodukten in 1961 ongeveer gelijk aan
die van de gezamenlijke akkerbouwprodukten.
In de provincie Groningen echter bedraagt de
produktiewaarde in de tuinbouw ongeveer 1/8 tot
Vio van de waarde van de akkerbouwprodukten,
terwijl zij voor Drenthe vermoedelijk gesteld kan
worden op V20 deel van de akkerbouwproduktie.
In vergelijking met andere gebieden (vnl. Zuid-
Holland) is dit cijfer aan de lage kant, maar hier
tegenover kan gesteld worden, dat de toeneming
zich ongetwijfeld kan meten met die van de lan
delijke, welke zich verdubbelde van 1953 tot en
met 1962.
In de loop van deze jaren is de produktie
waarde toegenomen tot 30 miljoen, waarvan
Groningen ruim 23 miljoen toekomt en Drenthe
bijna 7 miljoen. De omzet van de veilingen in
beide provincies steeg gedurende deze jaren
van 8 miljoen tot 20 miljoen, hetgeen een
vermeerdering is van meer dan 200
Oorzaken van de stijging
Groningen
Evenals elders in het land is in het noorden
de intensivering van de bedrijven door middel
van glasuitbreiding doorgegaan. Daarnaast zijn
ook andere bedrijven met de glascultures be
gonnen en wel met name in het noorden van
Groningen. Relatief is de toeneming van het
glasoppervlak gelijk aan het landelijk gemid
delde. In vergelijking met 1952 was de opper
vlakte groenten onder glas in 1962 toegenomen
van 53 ha tot 105 ha. Daarnaast is de teelt van
spruitkool sterk vooruitgegaan. De uitbreiding is
niet beperkt gebleven tot de vanouds bekende
centra, maar ook elders in de provincie is men
met deze teelt begonnen. Aangenomen mag
worden, dat jaarlijks 800 tot 900 ha met spruit
kool wordt beteeld. Voor noord Groningen be-
251