Bedrijfsopvolging in de land- en tuinbouw
5. Geleidelijke bedrijfsopvolging
In het laatste van de in deze reeks gepubli
ceerde artikelen (in het nummer van april 1963)
kondigden wij aan, dat enige vormen van ge
leidelijke bedrijfsopvolging nog nader zouden
worden bezien. Wij noemden die vormen reeds:
het meewerken van de zoon op het bedrijf
van zijn vader, tegen een zekere beloning;
het aangaan van een burgerlijke maatschap;
het aangaan van een vennootschap onder
firma;
het aangaan van een commanditaire ven
nootschap.
De zoon als medewerker
Op zichzelf is de figuur, waarbij de zoon op
het bedrijf van zijn vader werkt, nog geen af
geronde wijze van bedrijfsopvolging. Men zou
er slechts een voorbereiding tot de bedrijfsop
volging in kunnen zien. In de eerste plaats al
vanwege de scholing en de ervaring, die de
zoon op deze manier in het bedrijf opdoet: een
„opleiding" tot ondernemer is nodig wil de
zoon later in staat zijn het bedrijf te leiden.
Maar verder kan, en wij zouden willen zeg
gen: moet, deze periode ook worden gezien
als een financiële voorbereiding tot de be
drijfsovername. Op dit punt moet een onder
scheid worden gemaakt tussen twee vormen,
waarin zich het medewerken van de zoon kan
manifesteren: de z.g. ,,thuis-best"-verhouding
en de arbeidsovereenkomst.
Het thuis-best-werken, dat in bepaalde stre
ken van ons land niet zelden voorkomt, is uit
een oogpunt van financiële aanloop tot bedrijfs
overname niet gunstig te noemen. Het behelst
immers dat de zoon op het bedrijf meewerkt
tegen veelal geen andere tegenprestatie dan
kost en inwoning. De verhouding vader-zoon is
alsdan niet geregeld; wat de zoon krijgt, krijgt
hij uit geen andere hoofde dan de goedgunstig
heid van zijn ouders. Aan vorming van eigen
vermogen, nodig om te zijner tijd het bedrijf te
kunnen overnemen (b.v. door de andere, niet
voor het bedrijf bestemde kinderen, hun erf
deel in geld uit te betalen) komt de zoon dan
niet of nauwelijks toe. Niet ten onrechte heeft
men het wel eens aldus gekarakteriseerd, dat
in deze omstandigheden de zoon onderbetaald
wordt.
Bij een arbeidsovereenkomst ligt de zaak,
financieel gezien, beter. Er wordt dan een be
paald loon overeengekomen, dat aanvankelijk
niet veel meer behoeft te zijn dan kost en in
woning en enig zakgeld. Het in geld uitge
keerde loon, dat gaandeweg hoger kan worden,
kan worden belegd op een spaarbankboekje,
dan wel, indien het voor de financiële middelen
van het bedrijf niet kan worden gemist, tegen
een schuldbekentenis door de vader worden
schuldig gebleven.
Tegen de arbeidsovereenkomst wordt wel als
bezwaar aangevoerd, dat een dienstbetrekking
van de zoon ten opzichte van de vader (uit
vloeisel van de overeenkomst) niet past in de
familieverhoudingen. Men behoeft echter aller
lei voorzieningen, die normaliter in arbeidsover
eenkomsten voorkomen, niet noodzakelijkerwijs
in de arbeidsverhouding vader-zoon in te bou
wen. Een schriftelijk contract behoeft niet te
worden opgemaakt (de hoofdzaken van de ar
beidsverhouding moeten natuurlijk wel duide
lijk worden afgesproken). Een loonadministratie
zal weliswaar moeten worden bijgehouden met
het oog op de loonbelasting en de A.O.W -
premie, maar daarentegen geven de sociale las
ten geen complicaties, aangezien de agrarische
bedrijfsverenigingen geen sociale verzekerings
premies bij dit soort arbeidsverhoudingen
schijnen te heffen vanwege het bijzondere ka
rakter van deze verhoudingen.
De maatschap
De maatschap is een vorm van samenwer
king: een overeenkomst, waarbij twee of meer
personen zich verbinden om geld, goederen
en/of hun arbeid in gemeenschap te brengen
teneinde daarmee een vermogensrechtelijk
voordeel te behalen en dat voordeel met elkaar
te delen. De maatschap is in de landbouw geen
ongebruikelijk verschijnsel. Ook voor een sa
menwerking tussen vader en zoon op een be
drijf kan deze figuur worden gebruikt. In tegen
stelling tot een arbeidsverhouding, waarbij van
ondergeschiktheid sprake is, zijn de maten of
248