Financieel overzicht
Storting staatslening beheerste verhoudingen
In de sector van de geld- en kapitaalmarkt
draaide alles in de afgelopen maand om de
storting op de staatslening en om de behoeften
van de maandwisseling. Daarop vooruitlopende
was de verplichte dekking van de banken, zo
als de vorige maal besproken, ingaande 22 mei
van 4 tot 3 verlaagd, overeenkomende met
een gemiddelde van rond 225 miljoen, terwijl
dit percentage op 22 juni onveranderd voor de
nieuwe maandelijkse periode, lopende tot 21 juli,
werd gehandhaafd.
In de weekstaat van de Nederlandsche Bank,
afgesloten per 17 juni, kon men de gevolgen af
lezen van de verschuivingen, welke in samen
hang met de storting op de 4% staatslening
1963 II, welke storting op 13 juni moest ge
schieden, hebben plaats gevonden. Het tegoed
van het Rijk bereikte toen een top van nagenoeg
757 miljoen tegen 462 miljoen een week
tevoren. Anderzijds bleek uit de stand van het
schatkistpapier, opgegeven door het ministerie
van Financiën, dat de omloop aan schatkistbil
jetten in dezelfde week met 20 miljoen was
ingekrompen tot 2880 miljoen, terwijl het be
drag aan in omloop zijnde schatkistpromessen
onveranderd 422 miljoen was gebleven. Daar
uit kon derhalve worden afgeleid, dat aan de
stortingsverplichting voor de lening slechts tot
een bedrag van 20 miljoen is voldaan door
inlevering van schatkistpapier en 280 miljoen
in contanten is gestort op het leningbedrag van
nominaal 300 miljoen. Zulks zeer in tegenstel
ling tot de storting op de eerste 4% lening
van 300 miljoen nominaal, welke eerder in het
jaar werd uitgegeven en waarvan niet minder dan
ongeveer f 200 miljoen met schatkistpapier was
betaald! Er bestond dus blijkbaar voor het bank
wezen, dank zij vooral ook de verlaging van de
verplichte dekking, geen aanleiding om meer
schatkistpapier ter betaling in te leveren, omdat
de ontwikkeling van de liquiditeit voldoende
ruimte liet.
Weliswaar moest rekening worden gehouden
met de zware halfjaarsultimo, doch daarbij
mocht men van de verwachting uitgaan, dat de
Nederlandsche Bank, zoals de laatste jaren
meer en meer gebruikelijk, de nodige faciliteiten
zou verlenen, welke de banken zouden helpen
de periode van tijdelijke verkrapping hunner
middelen te overbruggen. Inderdaad heeft de
centrale bank weer de helpende hand geboden
door de gelegenheid open te stellen, vanaf
24 juni schatkistpapier aan haar te verkopen met
de verplichting van terugkoop. Hiervoor werd
slechts een discontotarief van 2% 'n rekening
gebracht tegenover een officieel disconto van
3i/2 Het schatkistpapier, dat gestald kon
worden, diende te vervallen tussen 1 augustus
1963 en uiterlijk 1 februari 1964, terwijl de datum
van terugkoop werd bepaald op 8 juli of 25 juli.
Nevengevolgen
Allereerst dient echter nog aandacht te wor
den gewijd aan de nevengevolgen van de stor
ting op de staatslening op het moment, dat deze
plaats vond. Terwijl het tegoed van de schat
kist, zoals reeds opgemerkt, per 17 juni een
stijging te zien gaf van 275 miljoen, liep het
tegoed van de banken tegelijkertijd terug met
219 miljoen tot 225 miljoen, precies over
eenstemmende met het verplichte minimum, dat
krachtens de dekkingsverplichtingen moet wor
den aangehouden. Voor die naar verhouding tot
de stortingsbehoeften geringe daling kan men
de verklaring in de eerste plaats vinden in de
gelijktijdige verdere inkrimping van de biljetten-
circulatie met 67 miljoen, terwijl nagenoeg
11 miljoen ter beschikking is gekomen uit
hoofde van een verdere deviezenaanwas tot dat
bedrag. Voorschotten bij de Nederlandsche
Bank behoefden niet te worden opgenomen en
worden ook zoveel mogelijk vermeden, omdat
hiervoor nog een half procent meer dan het
officiële disconto, dus 4 moet worden be
taald. Vandaar het grote voordeel, dat aan de
mogelijkheid tot stallen, die in perioden van
tijdelijke geldschaarste door de Nederlandsche
Bank wordt geopend, is verbonden. Zoals wij
eerder wel hebben vermeld vindt die bijzondere
kredietverlening door de centrale bank haar
verklaring in het streven, de uitzettingen van het
bankwezen in het buitenland zo weinig mogelijk
aan te tasten, wat onnodig een deviezenoffer met
zich zou brengen en bovendien na de overwin
ning van de liquiditeitsmoeilijkheden onmiddellijk
242