Jubilea bij de Centrale Bank Opnieuw herdenkt een aantal functionarissen de dag waarop zij veertig jaar geleden in dienst traden bij de Coöperatieve Centrale Raiffeisen- Bank. G. J. Colenbrander Als eerste van deze jubilarissen kwam op 1 juli jl. de heer G. J. Colenbrander aan de beurt. Al degenen, die in 1923 reeds op de Centrale Bank werkzaam waren, herinneren zich dat de heer Colenbrander zich al spoedig na zijn in diensttreding op 20-jarige leeftijd een gewaar deerde plaats wist te veroveren in het nog kleine inspecteurscorps van die dagen. Niet alleen door zijn bescheiden, prettig en collegiaal optreden, maar ook als prominent voetballer en verdienstelijk zanger, waardoor de sport- en gezelligheidsafdeling van de toen nog betrekkelijk kleine Centrale Bank een zeer welkome aanvulling onderging. In zijn H.B.S.-tijd was hij verplicht des mor gens steeds vroeg op te staan en zoals toen gebruikelijk legde hij de 20 km lange weg van zijn woonplaats naar de naastbijgelegen H.B.S. steeds 2 x per dag fietsende af. Dit kwam hem naderhand goed van pas bij de dikwijls zeer zware en lange tochten per fiets, die in die tijd door de inspecteurs moes ten worden gemaakt. Het matineuze heeft hij tot de dag van heden behouden; het fietsen zal langzamerhand wel wat minder goed gaan. Door zijn ijzersterk gestel was hij fysiek volkomen opgewassen tegen de vooral vroe ger lichamelijk lang niet gemakkelijke taak. De gelukkige omstandigheid, dat hij nimmer ziek was, deed hem heel die lange reeks van jaren nooit een dag verzuimen en zelfs vakantie dagen offerde hij meermalen aan de zaak, die hij steeds met de grootste toewijding diende. Gedurende zijn lange loopbaan is hij werk zaam gebleven in de steeds groeiende afdeling Inspectie van de Centrale Bank. Hoewel inspecties in de provincie Zeeland en in het bijzonder Zeeuwsch-Vlaanderen, naast die in de provincie van zijn geboorte, Gelder land, bij hem de voorkeur genoten, heeft hij toch ook menige bank bezocht in de overige provincies van ons land, waardoor hij voor vele bestuursleden en kassiers geen onbekende is. F. J. van Ingen Op 15 augustus 1923 trad de heer F. J. van Ingen in dienst. Lange tijd is hij werkzaam geweest op de z.g. „Binnendienst" van de afdeling Inspectie. Vele diensten, welke de Centrale Bank, met inbegrip van de controlewerkzaamheden, voor de aan gesloten banken verrichtte, werden vroeger met de verzamelnaam „Inspectie" aangeduid. Later, toen het toezicht op de kredietverlening van de aangesloten banken in een afzonderlijke afde ling werd ondergebracht, was de heer Van Ingen daarbij speciaal belast met het onderdeel „Kredietverlening Particulieren". De heer Van Ingen is een der functionarissen van de Centrale Bank die, hoewel hij geen „buitenfunctie" vervult, een goede bekende is bij vele beheerders van de aangesloten banken. Dit is ook niet te verwonderen, indien men be denkt, dat vrijwel alle dispensatieaanvragen, betrekking hebbende op kredietverlening aan particulieren, de heer Van Ingen passeren. Kredietvragers hebben meestal haast en de bel van het telefoontoestel op het bureau van de heer Van Ingen staat dan ook meestal alleen 's nachts stil. Velen zijn in de gelegenheid het telefonisch contact in een persoonlijke ontmoeting om te zetten, niet alleen bij een bezoek aan de Cen trale Bank, doch ook ter gelegenheid van de Algemene Vergadering, aan de voorbereiding waarvan de heer Van Ingen sinds jaar en dag een werkzaam aandeel heeft. De distributie van kaarten en de zetelverdeling in deze jaarlijkse landdag van onze organisatie is aan hem toe vertrouwd. W. L. Calboo De jongeman Van Ingen was één dag op de Centrale Bank, toen de 30 man sterke bezet ting opnieuw met een kracht werd uitgebreid in de persoon van de jongeman Calboo. Bijna de laatste, die nog in het oude gebouw aan de Drift zijn eerste schreden op het bankpad zou 240

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1963 | | pagina 14