kwaamheden af. Dat is de sterke, maar ander zijds ook wel de zwakke zijde van de coöperatie. Voor de mensen, die tijd en werk geven aan onze plaatselijke banken, heb ik bijzondere waardering." Toen wij het gesprek op de toekomstige ont wikkeling van onze organisatie brachten, zei de heer Verhage: ,,Het oude terrein der agrarische financiering zal veel aandacht van onze banken blijven ver gen. De tendens tot intensivering (glascultures!) blijft bestaan en die omschakeling kan alleen dan zonder ongelukken blijven slagen, indien er goede financieringsmogelijkheden zijn. Boven dien krijgt onze organisatie steeds meer tot taak de plattelandsgemeenschap als geheel te finan cieren. Ik geloof, dat er zoveel geldmiddelen nodig zullen zijn, dat we steeds meer spaargel den uit de stedelijke en semi-stedelijke sfeer moeten trachten aan te trekken. De service, die onze banken aan hun cliënten bieden, moet dan ook meer op moderne leest geschoeid worden. Ook fusie tussen twee of meer banken zou ik daarom willen aanbevelen, indien daardoor een sterkere bank kan ontstaan. Onze banken zullen zich, voor zover dat thans nog niet het geval is, volledig in de dorpsgemeenschap en zonodig in de (periferie) van de stedelijke sfeer moeten integreren." Zorg voor kwaliteit en afzet De Nederlandse tuinbouwprodukten liggen de heer Verhage natuurlijk aan het hart. Hij is als het ware een ambassadeur voor de Nederlandse bollen- en bloementeelt. Wij denken hier aan de grote Floriadetentoonstelling van 1961 en aan de internationale tuinbouwtentoonstelling, die dit jaar in Hamburg gehouden wordt. Ook bij de laatste is de heer Verhage als commissaris- generaal nauw betrokken. Verder is de heer Verhage bestuurslid van de Association Inter nationale des Producteurs de l'Horticulture. .Wij, Nederlandse kwekers, moeten vóór alles zorgen voor een goede kwaliteit. En daarnaast moeten we onze produkten in een goede vorm weten te presenteren en vooral ze brengen daar waar ze het gemakkelijkst door de uiteindelijke consument, de huisvrouw, worden afgenomen. Bij deze „merchandizing" kunnen de coöpera ties, de veilingen maar ook de raiffeisenbanken, een belangrijke taak vervullen. De bollenexpor- teurs hebben altijd kun kansen weten te grijpen, maar er zijn grote en kleine bedrijven. Er zullen mijns inziens grotere verkooporgani saties moeten worden opgebouwd. Investeringen zullen daarom onvermijdelijk zijn. De verbete ring van de afzet voor onze land- en tuinbouw houdt mij al jaren bezig. Door een moderne wijze van afzet zouden onze agrarische pro blemen althans gedeeltelijk opgelost kunnen worden. De Centrale Bank zal verantwoorde pogingen om tot betere afzet te komen, kunnen stimuleren door deze te financieren. Ook in het kader der E.E.G.-landbouwpolitiek is een nauwere samenwerking noodzakelijk. Ik zelf denk nog liever aan een Atlantisch land bouwbeleid, want de E.E.G. zal zich niet van de rest van de wereld moeten afsluiten. De dis cussies over de z.g. ,,Kennedy-ronde" zijn dan ook heel belangrijk. Schipper van een boeiende organisatie Onze nieuwe voorzitter is ontegenzeggelijk een internationaal georiënteerd man. Dat merk ten we niet alleen uit het gesprek, maar ook toen we later nog even een kijkje namen in zijn werkkamer. Daar hangt een oorkonde, waaruit blijkt, dat de K.L.M. de heer Verhage benoemd heeft tot Skipper of the Flying Dutchman. Wij konden het niet laten nog even aan de heer Verhage, die in juli weer een reis naar Amerika zal maken, te vragen of hij, die zoveel internatio nale contracten heeft, zijn voorzitterschap van de Centrale Bank een boeiende functie vond. ,,Ja, in elk opzicht", was het antwoord, „want de Centrale Bank is geen dood ding, maar het top orgaan van een zeer levende organisatie". 238

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1963 | | pagina 12