Financieel overzicht
Ontspanning op de geldmarkt
De vorige maal hebben wij inzonderheid aan
dacht gewijd aan de spanning die voorbijgaand
op de geldmarkt was opgetreden en daarbij de
verwachting uitgesproken, dat hierin verandering
zou komen als gevolg van de driemaandelijkse
overmaking van het Rijk ten laste van het Ge
meentefonds aan de gemeenten, omdat de des
betreffende middelen dan naar het bankwezen
toevloeiden. Bovendien wezen wij er op, dat uit
hoofde van couponbetalingen en aflossingen
daarnaast nog rond 110 miljoen door de
centrale overheid zou worden betaald.
Inderdaad heeft een en ander gedurende de
maand mei een aanzienlijke ontspanning teweeg
gebracht, die zich in de eerste plaats weer
spiegelde in een daling van de geldmarktrente.
Nadat deze onder invloed van de voorafgaande
spanningen tijdelijk tot 2% was gestegen, is
de notering weer geleidelijk teruggebracht tot
1 waarop ten slotte op 25 mei weer tot een
lichte verhoging van 1 tot 1 moest wor
den overgegaan.
Het spiegelbeeld van de plaatsgevonden ont
spanning biedt de weekstaat van de Nederland-
sche Bank. Het tegoed van het Rijk, dat ten ge
volge van de voorgenoemde overmaking van
22 april op 29 april van f 860 miljoen tot f 435
miljoen was gedaald, bereikte op 20 mei een top
van f 570 miljoen en sloot de maand af op een
totaal van f 482 miljoen. Daarmee beschikte het
Rijk volgens algemene opvatting over voldoende
armslag voor de eerstkomende maanden, zeker
in aanmerking genomen het vooruitzicht van de
geleidelijk aanzwellende belastingbetalingen in
gevolge de nieuwe voorlopige aanslagen voor
het lopende jaar van de inkomstenbelasting en
later in het jaar van de vennootschapsbelasting.
Anderzijds is het gezamenlijke tegoed van het
bankwezen slechts in beperkte mate gestegen,
doordat de banken de middelen, waarover zij de
beschikking kregen hebben, moeten aanwenden
tot aanzuivering van het verplichtingen jegens
de Nederlandsche Bank. Hun tegoed had reeds
een belangrijke aderlating in april ondergaan
voor de belastingontvangst van het Rijk inge
volge de terugkoop van tijdelijk bij de Neder-
206
landsche Bank gestald schatkistpapier tot een
bedrag van ruim f 250 miljoen. Verder liepen er
evenwel, per 22 april, nog voorschotten in
rekening-courant van f 109 miljoen, waarvan
omstreeks de april-ultimo het grootste gedeelte
werd gedelgd, zodat het desbetreffende bedrag
op 6 mei tot f 5 miljoen was ingekrompen, waar
op de maand mei ook werd afgesloten.
Onvoorziene staatslening
De grote verrassing van de afgelopen maand
is echter zoals men weet geweest de lancering
van een nieuwe staatslening tot een bedrag van
300 miljoen, waarop de inschrijving per
21 mei jl. was opengesteld. Deze uitgifte was
totaal niet verwacht omdat volgens algemene
opvatting met de uitgifte van de eerste lening
van 300 miljoen in het begin van het jaar na
genoeg geheel was voldaan aan het financie
ringstekort, dat volgens de Miljoenennota van
september 1962 op de kapitaalmarkt diende te
worden gedekt. Daarin toch werd vastgesteld,
dat de voor het Rijk voor 1963 beschikbaar
komende reserveringen op de voorinschrijf-
rekeningen (van de sociale fondsen) globaal in
de orde van grootte van f 600 miljoen zouden
komen te liggen, zodat van het totale tekort der
begroting 1963, dat op f 940 miljoen werd ge
raamd, slechts f 340 miljoen op de open kapi
taalmarkt zou behoeven te worden gedekt.
Daaraan werd nog toegevoegd, dat laatstge
noemd bedrag beneden het totaal van de
middelen zou blijven dat door de bruto aflos
singen op de binnenlandse gevestigde staats
schuld (ongeveer f 450 miljoen) aan de open
kapitaalmarkt zou worden toegevoerd.
Volgens deze prognose was er voor de
financieringsbehoeften van 1963 dus nog slechts
f 40 miljoen 50 miljoen niet op de kapitaal
markt gedekt, een te verwaarlozen bedrag der
halve, dat het besluit tot uitgifte van een tweede
staatslening ad f 300 miljoen op zichzelf zeker
niet kon rechtvaardigen.
Een nadere verklaring kan men wel aantreffen
in het jaarverslag van de Nederlandsche Bank,
waarin werd uiteengezet, dat er in 1962 aan de
zijde van het Rijk in feite een netto-liquiditeits
tekort is geweest van 220 miljoen en van de