kant van de lagere overheid tot een bedrag van 620 miljoen. Klaarblijkelijk wilde minister Zijlstra bedoelde schoonheidsfout in de Rijksfinanciering uitwis sen door het jongste beroep op de kapitaal markt, daar van enige noodzaak tot binding van liquiditeiten om ongezonde inflatoire spannin gen weg te nemen, in het belang van het monetair-economische evenwicht en ter voor koming van overbesteding of verstoring van het betalingsbalansevenwicht, in tegenstelling tot een jaar geleden, geen sprake kon zijn. Wel zijn er nog supplementaire begrotingsposten, zoals de verhoging der ambtenarensalarissen, te dek ken geweest. Wij hebben er de vorige maal op gewezen dat de storting op de eerste staatslening 1963 voor een bedrag van ongeveer f 200 miljoen in de vorm van schatkistpapier is geschied, zodat in eerste aanleg slechts ongeveer 100 miljoen in contanten in de schatkist vloeide, en die be langrijke omzetting van vlottende in vaste schuld, doch derhalve de consolidatie, vervol gens weer teniet werd gedaan door de plaatsing van een dergelijk bedrag aan nieuw schatkist papier. Ook nu mag de storting weer met schat kistpapier geschieden,waarmee zich een nieuwe gelegenheid voordoet tot consolidatie. Geheel in overeenstemming hiermee is thans, hangende de leningoperatie, de afgifte van kortlopend schatkistpapier met een looptijd van zes en achttien maanden gestaakt. Voor drie- en vijf jaarspapier werd de mogelijkheid tot kopen echter opengehouden. Liquiditeitspositie van bankwezen Intussen kan worden geconstateerd, dat de banken over het geheel genomen grotere terug houdendheid met het afnemen van het schat kistpapier in acht hebben genomen om hun kruit voor de storting op 13 juni niet te ver schieten en eerst eens af te wachten, hoe het verder met hun kaspositie zal gaan. Het resul taat is geweest dat het totale bedrag schatkist papier, dat in circulatie is, gedurende mei nog licht is gedaald en wel van f 3441 miljoen tot f 3412 miljoen. Het kortlopende papier met een looptijd van ten hoogste een jaar gaf een daling te zien met f 15 miljoen en de langer lopende schatkistbiljetten van rond 14 miljoen. In verband met de financiële positie van het bankwezen is ook het verloop van de monetaire reserves leerzaam. Dat geeft voor de maand mei een stijging te zien van 6344 miljoen tot f 6469 miljoen,waarmee de opgaande lijn, welke sedert begin februari valt te constateren, conse quent is voortgezet. Deze toeneming geeft aan de omvang van de middelen welke het bank wezen uit het buitenland heeft gerepatriëerd, hetzij om de financiële positie in het binnenland te versterken, hetzij omdat de buitenlandse uit zettingen te geringe netto-rentebaten opleverden. In verband met de geleidelijke daling van de rentestand in het buitenland is het in elk geval redelijk om aan te nemen dat ook deze laatste factor een rol heeft gespeeld. Aan de andere kant is, zoals men weet, het streven van de Nederlandsche Bank er steeds op gericht, dat zo weinig mogelijk middelen uit het buitenland worden gerepatriëerd juist met oog op de bij drage, die deze leveren tot de inkomsten welke aan de betalingsbalans ten goede komen. Dekkingsverplichting verlaagd Hebben de banken derhalve zich zelf reeds meer ruimte verschaft door de geschetste gang van zaken, ook de Nederlandsche Bank heeft, klaarblijkelijk met het oog op het feit, dat de storting op de nieuwste staatslening op 13 juni moet geschieden, het percentage van de ver plichte dekking, die de banken bij de Neder landsche Bank moeten aanhouden, verder ver laagd van 4 tot 3. Dat komt er op neer, dat het tegoed dat renteloos bij de Nederlandsche Bank moet worden aangehouden, voor de periode van 22 mei t/m 21 juni is teruggebracht tot een gemiddelde van f 225 miljoen f 230 miljoen tegen 300 miljoen te voren. Welnu, blijkens de weekstaat per 27 mei bedroeg het tegoed der banken f 347 miljoen, dus ca. f 125 miljoen meer dan het voorgeschreven minimum. Naar verhouding is er dus een behoorlijke arm slag geweest, hetgeen ook de bedoeling was en noodzakelijk werd geacht in het vooruitzicht van de storting op de staatslening. Zoals reeds ge zegd, mag deze ook ditmaal weer geschieden 207

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1963 | | pagina 25