verruiming duidelijk waarnemen. Zowel het totaalbedrag der in de agrarische sfeer ver strekte bedragen als het aantal afzonderlijke posten waren hoger dan ooit tevoren. Het doel, aanzienlijke verbetering en ver ruiming van de agrarische kredietverlening, is bereikt. Wij realiseren ons echter goed, dat het geen tot stand gebracht werd een voorlopig karakter draagt, want de eisen, die de moderne agrarische kredietverlening stelt, blijven aan verandering onderhevig. Het is onze taak de ons thans ten dienste staande oude en nieuwe mogelijkheden uit te buiten ten behoeve van de kredietnemers en ons in te spannen om ook in de toekomst aan de speciale financieringsbehoeften van land- en tuinbouw te kunnen blijven voldoen. OORDELEN NAAR TIJD EN OMSTANDIGHEDEN De ingrijpende ontwikkeling, die het land bouwkrediet in de afgelopen jaren heeft door gemaakt en de nieuwe kredietmogelijkheden, die aan de agrariërs ten dienste staan, zijn zaken, die ons met voldoening mogen vervullen. Zij trekken de aandacht, zowel van de individuele boer en tuinder als van de agrarische pers. Het verheugt ons, dat er waardering bestaat voor hetgeen onze organisatie tot nu toe op het ge bied van de kredietverruiming heeft tot stand gebracht. Deze waardering gaat soms vergezeld van een vergelijking van het heden met het krediet- verleningsbeleid, zoals dat een aantal jaren geleden door onze organisatie, met name door de Centrale Bank gevoerd zou zijn. Deze ver gelijking valt dan, meent men, ten ongunste van het verleden uit. Onze banken zouden te weinig soepel met de kredietverlening geweest zijn, de Centrale Bank zou de teugels te strak hebben gehouden en te veel bedacht geweest zijn op de veiligheid der aan de banken toevertrouwde gelden. Tegen het trekken van dergelijke vergelijkin gen willen wij ernstig waarschuwen, want het vergelijken van het heden met het verleden is minder eenvoudig dan het schijnt: men moet, wil men rechtvaardig zijn, steeds oordelen naar tijd en omstandigheden. Na de laatste wereldoorlog heeft onze organi satie zich nog lange tijd voor tal van uiteen lopende moeilijkheden geplaatst gezien. Wij noemen de geldzuivering, de Koreacrisis en de monetaire verwikkelingen van 1956 en 1957. Vele abnormale omstandigheden hebben zich voorgedaan. De wisselvallige bewegingen van geld- en kapitaalmarkt hebben ons voor lastige problemen gesteld. Daar kwam bij, dat de grote stijging van de kredietbehoefte in de landbouw iets eerder inzette, dan de door ons nagestreef de stijging der spaargelden. Deze dateert eerst van de laatste vijf jaren. Zwaar heeft in de eerste 12 jaren na de oor log op de Centrale Bank de verantwoordelijkheid gedrukt voor het bewaren van de liquiditeit van de gehele organisatie. Een verantwoordelijkheid, waarbij rekening moest worden gehouden ener zijds met de belangen van de spaarders en anderzijds met de behoeften van de krediet nemers. De financiële ontwikkelingen maakten het soms nodig, dat de kredietverleningsactivi teit van de banken moest worden afgeremd. Ook in tijden van „geldschaarste", zoals wij die gekend hebben, is echter nimmer een verant woorde financieringsaanvraag uit de agrarische sector afgewezen. Juist de stijging van de agrarische krediet behoeften, die zich in de tweede helft van de vijftiger jaren openbaarde, heeft de Eindhovense en Utrechtse landbouwkredietorganisaties het initiatief doen nemen tot bestudering van het landbouwkrediet. Uit dit initiatief zijn de huidige kredietfaciliteiten allengs voortgevloeid. Men mag echter niet concluderen, dat wat nu kan, vroeger ook mogelijk had moeten zijn. Daarvoor verschilde de financiële en economische toe stand van toen teveel met die van onze tijd. Ook de nieuwe zekerheidsconstructies, die nu gebruikt worden, de toepassing van de be drijfseconomische beoordeling en de vermin derde terughoudendheid bij boer en tuinder zijn omstandigheden, die men niet onveranderd in vroegere tijden aanwezig mag achten. Derge lijke omstandigheden groeien en wisselen met de tijd, hoezeer zij ook bewust door ons be vorderd mogen worden. In principe is het doel van onze organisatie 155

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1963 | | pagina 5