Hoe „scheef" het bankwezen tijdelijk is komen te zitten kan men het beste afleiden uit de daling van het gezamenlijke tegoed van de ban ken bij de Nederlandsche Bank tot slechts 188 miljoen op 22 april jl.t nadat het op 25 maart nog f 682 miljoen had bedragen. De vorige maal hebben wij reeds melding ge maakt van de faciliteiten, die door de Neder landsche Bank waren verleend, teneinde de positie van het bankwezen te verlichten. Die bestonden in tweeërlei maatregelen, nl. verlaging van het kaspercentage de verplichte dekking die bij de centrale bank moet worden aange houden van 5 tot 4 en de mogelijkheid, om tijdelijk schatkistpapier bij de Nederlandsche Bank te stallen, d w z. dat papier aan de Bank te verkopen met de verplichting tot terugkoop op korte termijn. Zulk een stalling geschiedt altijd tegen een voordeliger tarief dan dat van het officiële disconto, dat thans 31/2 bedraagt. Uit de weekstaat per 25 maart was gebleken, dat tot een bedrag van 254 miljoen van die stallingsfaciliteit gebruik was gemaakt. Des gewenst moest ook nog op normale wijze van het krediet van de Nederlandsche Bank gebruik worden gemaakt, wat zich weerspiegelde in een stijging van de dure voorschotten (rente 4%) tot f 109 miljoen op 22 april tegen f 4 miljoen een en drie weken te voren. Die gestalde post is afgelost op 22 april, waardoor het tegoed van de banken terugliep tot f 188 miljoen, waarmede zij ongeveer f 100 miljoen beneden de verplichte kasreserve bleven, die op f 280 miljoen a 300 miljoen wordt geraamd. De grote tegenpost van dat banksaldo is het tegoed van het Rijk, dat op 22 april tot de res pectabele hoogte van f 860 miljoen was opge lopen tegen nog slechts f 487 miljoen aan het begin van de maand. Ontspanning op 2 april Dat die krapte van voorbijgaande aard zou zijn viel te voorzien. Op 25 april moest namelijk rond f 450 miljoen door het Rijk aan de ge meenten worden betaald uit hoofde van de drie maandelijkse vergoeding ten laste van het z.g. Gemeentefonds. Dat bedrag heeft derhalve de middelen van de banken weer dienovereen komstig versterkt. Daarbij was er nog het vooruitzicht van couponbetalingen en aflos singen door het Rijk per 1 mei a.s. in totaal rond 110 miljoen, waardoor het te goed van de banken dus weer tot een bedrag in de orde van grootte van 750 miljoen zou aangroeien. Weliswaar zijn hiervan anderzijds de belastingbetalingen en de aflossing van de voorschotten der circulatiebank in mindering gekomen en zijn ook de ultimobehoeften met de gebruikelijke opvragingen van bankpapier ge paard gegaan, maar in elk geval stond het vast, dat de kassiers van de banken weer spoedig ruimer zouden kunnen ademhalen. Slechts voor de luttele dagen dat, zoals uit het voorgaande blijkt, het banktegoed, met circa 100 miljoen, beneden de verplichte gemiddelde dekking is gebleven, werd een zelfde bedrag als die ..onderschrijding" extra gebonden. In hoeverre de spanningen van april voor de handelsbanken aanleiding zijn geweest hun tegoeden in het buitenland in te krimpen valt uiteraard niet uit te maken. Maar het is een feit, dat de deviezenvoorraad van de Nederlandsche Bank in april met ongeveer f 100 miljoen is ge stegen, zodat de tegenwaarde daarvan de mid delen van het bankwezen hebben versterkt. Vaste leningmarkt Op de obligatiemarkt is de stemming vast ge bleven, dank zij de overvloed aan voor belegging braak liggende middelen. Deze weerspiegelde zich ook weer duidelijk in de belangrijke reductie, welke op de inschrijvingen voor de nieuwste lening van de Bank voor Nederland sche Gemeenten moest worden toegepast. Zo als men weet stond op 4 april de inschrijving open op f 100 miljoen nominaal 4% dertig jarige obligaties 991/2 Bij het afsluiten van de maand geeft de beurskoers reeds een agio van 5/i6 ten opzichte van die emissiekoers te zien. De gunstige ondergrond van de leningmarkt is intussen het sterkst aan de dag getreden in het koersverloop van de 4% Staatslening 1963, die verder van de paristand tot 100% is opgelopen. Het duidelijkste bewijs, dat al het vlottende emissiemateriaal intussen definitief in 164

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1963 | | pagina 14