Financieel overzicht In de branding van de inflatie Zoals gebruikelijk willen wij ditmaal in de eerste plaats onze aandacht schenken aan het in de afgelopen maand verschenen jaarverslag van de Nederlandsche Bank. Wij zullen ons daarbij weer beperken tot die punten, die uit algemeen monetair oogpunt de belangstelling in de eerste plaats verdienen. Wanneer de president van de Nederlandsche Bank, dr. M. W. Holtrop, voldoening uitspreekt omtrent de ontwikkeling in het afgelopen jaar, dan kan men daaruit vertrouwen putten met be trekking tot de weerstandskracht van de natio nale economie in het algemeen en ten aanzien van de gulden in het bijzonder. Geen van de gevaren, die een jaar geleden nog werden ge ducht, zo constateert het verslag, blijkt zich te hebben verwezenlijkt. Er is noch van een over- besteding, noch van een conjuncturele omslag sprake geweest, het nationale inkomen gaf als geheel een redelijke groei te zien en ook de vooruitzichten voor het komende jaar lijken thans minder ongunstig dan een jaar geleden. Dr. Holtrop stelt aan de hand van de feiten vast, dat de handhaving van de vaste wissel koersverhoudingen geen waarborg biedt tegen een voortgaande waardevermindering van het geld in het binnenland. Het internationale prijs niveau is hier overheersend; daartegen kan een klein land zoals Nederland, dat 50 van zijn produktie moet uitvoeren om de invoer te kun nen betalen, geen weerstand bieden. Wel is het mogelijk tegen die „geïmporteerde inflatie" tot op zekere hoogte compenserende maatregelen te nemen en prijzen en lonen zodanig onder controle te houden, dat een concurrentievoor- sprong tegenover het buitenland en daarmede een overschot op de lopende rekening van de betalingsbalans wordt behouden. Maar terecht wijst de president van de Nederlandsche Bank op het gevaar, dat aan een stabilisatie beleid is verbonden, indien men door een economisch ongerechtvaardigde onderdrukking van een prijsstijging en een algemeen verbod van doorberekening van de gestegen produktie- kosten aanpassing aan de nieuwe internationale evenwichtsverhouding belet. Het evenwicht dat aldus in stand wordt gehouden is een schijn- evenwicht, dat op de duur niet houdbaar is. Wij kunnen dus de „geïmporteerde inflatie" wel afremmen, maar niet duurzaam tegen de stromingen, daardoor teweeggebracht, oproeien. Betalingsbalans in evenwicht Het getuigt ongetwijfeld van een bevredigende weerstandskracht, dat de verkorting van de werkweek met gemiddeld 11/2 uur niet aan een verdere verbetering van de produktiviteit (met 21/2 en aan een toeneming van de produktie (met 4 in de weg heeft gestaan, waardoor de betalingsbalans op lopende rekening op transactiebasis sluit met een overschot van 650 miljoen, dat praktisch gesproken, gelijk was aan dat van het voorafgaande jaar en in dezelfde orde van grootte is als het netto be drag, dat thans jaarlijks voor investeringen in het buitenland nodig is tot handhaving van Nederlands positie in het internationale econo mische bestel. Bijgevolg was de betalingsbalans als geheel in evenwicht. Voor het merendeel van de westerse landen geldt trouwens, dat de betalingspositie tegen over het buitenland evenwichtiger is geworden en voor zover de valuta's zoals dollar en pond nog niet in een voldoende veilige zone verkeren zorgt de internationale samenwerking op monetair gebied die zich afspeelt tussen de centrale banken via het I.M.F. ervoor, dat druk van voorbijgaande aard kan worden opge vangen, waardoor de mogelijkheid wordt ge boden, het evenwicht zonder grote schokken voor de economie en zonder devaluatie te herstellen. In een verhoging van de goudprijs neer komende op een devaluatie van de dollar ziet dr. Holtrop geen heil. Effectenverkeer met het buitenland Met betrekking tot het effectenverkeer met het buitenland leren de gegevens, hoe zeer de buitenlandse aankopen van Nederlandse effec ten de laatste jaren zijn afgenomen. Beliepen deze in totaal in 1960 nog netto 1056 miljoen, in 1961 waren ze verminderd tot 586 miljoen en in 1962 tot slechts 366 miljoen. Daarbij staat België/Luxemburg nu op de eerste plaats 162

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1963 | | pagina 12