door dit afscheid een heel bijzonder reliëf zal krijgen. Weinigen kennen het coöperatieve kre dietwezen als professor Minderhoud en weinigen zijn zo nauw als hij betrokken geweest bij de ontwikkeling van onze organisatie na de laatste wereldoorlog, leder, die één der laatste 12 Alge mene Vergaderingen heeft meegemaakt, weet, dat professor Minderhoud de zeldzame gave bezit om ook over moeilijke zaken eenvoudig en glashelder te spreken. Wij prijzen ons daarom gelukkig, dat de heer Minderhoud bereid is op de komende vergadering een rede te houden over „Grepen uit de ontwikkeling van het land bouwkredietwezen". Niemand is beter in staat dan professor Minderhoud om over dit onder werp te spreken. Juist daarom zullen zeer velen onder ons dit jaar de bijeenkomst in Utrecht met bijzondere belangstelling tegemoet zien. SALARIËRING In het Supplement op het Salarisadviesrapport 1955 zijn richtlijnen gegeven voor de vaststel ling van het salaris van directeuren/kassiers van banken, waarbij uit de berekening volgens de normen voor het totaal aan salarissen een bedrag van maximaal 12.000,resulteert. Banken waarvoor de berekening, die aangeeft het toelaatbare totaal van alle salarissen, een bedrag van 12.000,overschrijdt vallen niet onder de richtlijnen van het supplement. Daar de behoefte werd gevoeld ook voor de salariëring van directeuren/kassiers, die niet kan worden bepaald volgens de vermelde richtlijnen, over normen te beschikken, werd advies ge vraagd aan de salarisadviescommissie. In meer derheid was deze commissie de mening toege daan, dat er een relatie behoort te bestaan tussen beloning van de directeur/kassier en het aantal personeelsleden. Nodig zijn dan normen ter vaststelling van de theoretisch noodzakelijke bezetting, die dan tevens een maatstaf vormt voor de beoordeling van de doelmatigheid van de arbeidsverdeling. De commissie adviseerde ter verkrijging van deze normen een onderzoek te doen instellen door een organisatiebureau. Het Bestuur van de Centrale Bank kon zich met dit advies ver enigen, zodat thans de voorbereidingen voor dit onderzoek worden getroffen. SNELLE GROEI In de Centrale Ringvergadering, welke op 2 april jl. werd gehouden, merkte de vertegen woordiger van de Ring Oldambt en Westerwolde op, dat het dikwijls lang duurt voordat men de functionaris bij de Centrale Bank, die men op belt, eindelijk te spreken krijgt. Dit kan inder daad een groot bezwaar zijn, wanneer het om de persoon gaat. Wil men echter een zakelijk ge sprek voeren, dan zijn er ook andere functiona rissen, die u te woord kunnen staan. Heeft men de naam van een bepaalde persoon genoemd, omdat deze leiding geeft aan de desbetref fende afdeling, dan kan het geen bezwaar zijn wanneer u met zijn plaatsvervanger wordt ver bonden. Deze is immers ter zake even goed op de hoogte en kan veelal alle gewenste inlichtin gen geven. Vooral de ouderen in onze organisatie zijn er nog niet aan gewend, dat de Centrale Bank een groot lichaam is geworden met allerlei afdelingen en onderafdelingen. De snelle aanwas van werk zaamheden bij de aangesloten banken weer spiegelt zich in het werk bij de Centrale Bank. Deze uitbreiding en de daarmede gepaard gaande toeneming van personeel hebben een sterke specialisering van het werk tot gevolg gehad. Het is al lang geleden, dat iedereen van alles iets wist. Thans zijn er, als gezegd, meer gespecialiseerde afdelingen. Voortdurend wordt aandacht besteed aan een juiste taakverdeling en een aanpassing aan de behoeften van de aan gesloten banken. Op de afdelingen vindt u thans meer deskundigen bijeen en er zal steeds wel iemand thuis zijn om u te helpen. Overigens blijft het reorganiseren voortgaan. De indeling, zoals aangegeven op de eerste bladzijden van de Adreslijst moet al weer ge wijzigd worden. Gaarne zullen wij in de komende nummers van de Raiffeisen-Bode iets over deze reorganisatie vertellen, opdat de banken ver trouwd blijven met de groei van hun centrale instelling. 120

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1963 | | pagina 6