en paard Na Domburg thans Nootdorp! Ons verzoek om in onze rubriek te schrijven over de ervaringen met de spaarpropaganda en speciaal met de Raiffeisenweek heeft reeds direct een reactie opgeleverd. Juist omdat in Nootdorp de omstandigheden weer heel anders zijn dan in Domburg achten wij de bijdrage van de heer Beukema zeer welkom. Wij hopen, dat dit voorbeeld ook anderen moge aansporen om van hun ervaringen in ons blad mededeling te doen. Spaaractiviteit in Stad en Dorp Op de vraag van de redactie, onder de rubriek „Man en Paard", in de Raiffeisen-Bode van 1 maart 1963, welke betekenis onze banken in de stedelijke sfeer en op het verstedelijkte platteland toekennen aan de Raiffeisenweek, wil ik graag een antwoord geven. Allereerst echter een kleine correctie op de gevraagde rubricering van de bank. Ik zou nl. onze bank willen plaatsen in de groep van de zich verstedelijkende plattelandsgemeenten. Om nog een nadere oriëntering te geven zij vermeld, dat Nootdorp thans 3663 inwoners telt, dat hier nog werkzaam zijn ten eerste de boerenleenbank van Eindhoven, ten tweede een rijdende spaarbank van de spaarbank Delft, ten derde de spaarbank van de K.A.B. en last not least de R.P.S. En nu de betekenis van de Raiffeisenweek. Kort en bondig: geweldig! onmisbaar voortaan! een prachtig doelgericht propagandamiddel! Juist de uitstekende doelgerichtheid, mede door de naamgeving ..Raiffeisenweek" en „Raif- feisendag", is zo uitermate belangrijk en meer nog indien ook de naam van de bank daarop is afgestemd, zoals bij ons het geval is. 'k Geloof, dat een goede propaganda voor deze week, waarde heeft voor het gehele Jaar. Wat Domburg heeft bereikt is hier niet mogelijk. Ik gun het Domburg van harte en ben ook wel een beetje jaloers in de goede zin van het woord. Maar wel is het mogelijk, dat een zo bij uitstek geschikt propagandamiddel als de Raiffeisen week met alle middelen wordt aangegrepen en zeker daar waar de omstandigheden minder gunstig zijn dan in Domburg, ik zou haast zeg gen: juist daar!! En naarmate alle banken onzer organisatie meer en intensiever gebruik maken van dit mid del, zal ook het nuttig effect voor elke bank afzonderlijk groter zijn. Ik heb er heus geen behoefte aan een op somming te geven van onze resultaten in de „Raiffeisenweek" en op de „Raiffeisendag", maar weest u er verzekerd van, dat deze ver houdingsgewijs, naar mijn bescheiden mening, voor onze bank fantastisch zijn. Alle gemiddel den van normale inlagen, nieuwe boekjes enz., worden met honderden procenten geslagen. Dat is belangrijk en verheugend, maar het is lang niet alles. Deze propaganda richt zich, voor veel langer termijn dan een week of een dag, op onze bank. Niet op de andere spaarinstellingen, maar heel speciaal op de Coöp. Raiffeisenbank, Kerk- weg 14. En daar moet men toch immers zijn! Daar voert men propaganda voor. Ten aanzien van de propagandavoering zelf is ook nog veel te zeggen. Ik wil dat nu niet doen, maar mocht er behoefte aan bestaan, dan daar over een andere keer Coöp. Raiffeisenbank „Nootdorp". B. Beukema, directeur. 143

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1963 | | pagina 29