drijfszekerheid geeft dan voortzetting van de oude pachtverhouding, omdat een nieuwe over eenkomst een langere duur zal hebben dan de bestaande overeenkomst, die immers reeds ten dele is verstreken. Door de regel van de ver lenging van rechtswege van normale pacht- contracten evenwel (zie het vorige artikel van deze serie) zal op dit punt in de praktijk nauwe lijks een verschil bestaan. 2. Indien de verpachter zijn medewerking weigert aan de pachtovername, geeft artikel 49 van de Pachtwet voor bepaalde gevallen een op lossing. Heeft de vader de leeftijd van 65 jaar bereikt of is hij ten gevolge van ziekte of van invaliditeit niet meer in staat het gepachte op behoorlijke wijze te exploiteren, dan kan hij de Pachtkamer de kantonrechter met twee bij- zitters-landbouwkundigen) verzoeken zijn echt genoot, een of meer zijner bloed- en aanver wanten in de rechte lijn, een of meer zijner pleegkinderen, of een of meer van de mede pachters in zijn plaats als pachter te stellen. Daarentegen kan de verpachter vorderen, dat een of meer andere personen dan de zojuist genoemde de pachter zullen opvolgen. De Pacht kamer beslist hierop naar billijkheid, doch moet een opvolger afwijzen, indien deze niet vol doende waarborgen voor een behoorlijke be drijfsvoering biedt. Zoals al in vorige artikelen opgemerkt, is de vermogensbehoefte bij pachtbedrijven in de regel geen belemmerende factor voor de onder nemer. Toekomstige bedrijfsopvolging bij eigenaars- bedrijven 1Verkoop met uitgestelde levering of onder de opschortende voorwaarde van overlijden van de vader Hierbij sluiten vader en zoon een koopover eenkomst, die pas tot effect zal komen na het overlijden van de vader. Het voordeel van deze methode is, dat de bedrijfsopvolging aldus wordt vastgesteld. Daar staat echter tegenover, dat deze vastlegging dan ook onherroepelijk is (in tegenstelling tot de hierna te bespreken testa mentaire beschikkingen), waarop niet meer kan worden teruggekomen, als de zoon-koper als ondernemer geen groot succes lijkt te zullen worden. Een ander nadeel is, dat financierings problemen, verbonden aan de overname van eigenaarsbedrijven, er niet door worden opge lost. Bovendien faalt deze oplossing, wanneer de zoon eerder mocht komen te overlijden dan de vader. 2. Een optierecht van koop voor de zoon na overlijden van de vader In dit geval staat de bedrijfsopvolging niet geheel vast, maar kan de zoon-optant na het overlijden van de vader belissen of hij het be drijf wil kopen. Verder treden dezelfde nadelen op als hierboven onder 1. werden genoemd. 3. Wettelijke erfopvolging Wij komen nu op het terrein van het erfrecht, en wel bij de situatie dat de vader geen testa ment heeft gemaakt en ook geen andere voor zieningen zoals een van de hiervoor vermelde heeft getroffen. Alsdan kunnen allerlei moeilijk heden zich voordoen, althans wanneer er meer kinderen en een overlevende echtgenoot zijn. In principe zijn de kinderen en de langst levende echtgenoot gelijkberechtigd in de erfe nis, en dus ook in de boerderij. Was de erflater in gemeenschap van goederen gehuwd, dan heeft de echtgenote zelfs recht op de helft van de boedel, terwijl de andere helft haar en de kinderen voor gelijke delen toekomt. Zijn de erven het nu met elkaar eens, dat een van hen het boerenbedrijf zal overnemen, dan zullen de anderen hun erfdeel in geld moeten krijgen uitgekeerd. De bedrijfsopvolger kan dan voor moeilijke financiële vraagstukken komen te staan, temeer waar de overige erven niet ver plicht zijn een betaling in termijnen van het hun toekomende te accepteren. Nog ingewikkelder wordt de situatie wanneer de erven het niet met elkaar eens kunnen wor den over de toebedeling van het bedrijf aan een of enkelen hunner. Het is alsdan juridisch twijfelachtig, of de rechter de boedel zal doen verdelen dan wel de boerderij aan een der erven zal toewijzen onder gehoudenheid van de toe bedeelde om de andere erven geld uit te keren. 141

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1963 | | pagina 27