Rente-arbitrage Het lijkt tegenstrijdig, dat eerst schatkist papier werd ingeleverd en onmiddellijk daarna ander schatkistpapier bij de Agent werd wegge haald. Toch is dit niet het geval. Voor het bank wezen was aan deze „ruil" een rentevoordcel en een looptijdvoordeel verbonden. Men zou hier tot op zekere hoogte van rente-arbitrago kunnen spreken, waarmee dus wordt aangegeven, dat door twee vrijwel gelijktijdige operaties met dezelfde middelen een rentevoordeel kon wor den verkregen. De looptijd van het nieuwe schatkistpapier stelt nog een ander voordeel in het licht, nl. dat de vervaldatum 1 oktober is, dus juist op een tijdstip valt, waarop belangrijke belastingbetalin gen aan de Schatkist moeten geschieden. Men weet dat de laatste jaren bewust er naar wordt gestreefd, de zware belastingbetalingen in het najaar zo geruisloos mogelijk, d w z. zonder dat deze gepaard gaan met grote spanningen op de geldmarkt, te doen verlopen. Dit streven wordt nu nog eens door de vervaldata van het nieuwe materiaal geaccentueerd. Faciliteiten Nederlandsche Bank In elk geval heeft de besproken faciliteit met daarop hervatte verkoop van nieuw schatkist papier de financieringspositie van het bank wezen in technisch opzicht verlicht en ver beterd. Dit alles betreft dus een verlichting, die door het Rijk is geboden. Ook de Nederlandsche Bank heeft in de afgelopen maand tot een ver lichting van de positie van het bankwezen bij gedragen. En wel op twee wijzen. In de eerste plaats werd overgegaan tot een verlaging van het kasreservepercentage, dat is de dekking die het bankwezen verpicht is tegenover de toever trouwde middelen bij de Nederlandsche Bank liquide te houden. Het desbetreffende percen tage is voor de nieuw? maandelijkse basis periode, die op 22 maart is aangevangen, van 5 tot 4 teruggebracht, waardoor de ver plichte dekking naar raming tot om en nabij 300 miljoen werd verlaagd. Bovendien heeft de Nederlandsche Bank, zo als meer in het verleden is geschied, andermaal de gelegenheid geboden tot stalling van schat kistpapier. Daaronder wordt verstaan verkoop aan de circulatiebank van kortlopend schatkist papier op basis van een zeer voordelig disconto, echter met de verplichting van de banken tot terugkoop op korte termijn. De eerste dag waarop deze transacties konden worden afge sloten was 21 maart, dat was de laatste dag van do vorige basisperiode. Het is geen toeval geweest, dat dit tijdstip werd gekozen, daar de Nederlandsche Bank toen blijkbaar op grond van de ontwikkeling tot dat tijdstip tot de conclusie was gekomen, dat met geen mogelijkheid do dekkingsverplichting kon worden gehaald op basis van het oude per centage van 5 Zou dat percentage niet te elfder ure zijn verlaagd, dan hadden de banken, ter aanvulling van het ontbrekende, duur krediet op basis van het officiële disconto en belenings tarieven bij de Nederlandsche Bank moeten op nemen. De tegemoetkoming van de circulatie bank wijst op een begripsvolle houding en werd uiteraard in financiële en bankkringen ten zeerste gewaardeerd. De verlichtingen geboden door de Neder landsche Bank waren kennelijk mede gericht op de zware eisen, die in verband met de Pasen aan de bankkassen worden gesteld. Om deze reden lijkt het waarschijnlijk, dat de verlaging van het kaspercentage slechts als tijdelijk is bedoeld. Hoe belangrijk de stallingsfaciliteit op zichzelf ook is geweest, zij betekende uiteraard niet meer dan uitstel van executie. Het in stalling ge brachte papier moest nl. op 19 april reeds weer worden teruggekocht en deze operatie zal dan weer sterk verkrappend op bankposities en geldmarkt werken. Uit de weekstaat van de Nederlandsche Bank afgesloten op 25 maart kon men aflezen, dat de portefeuille schatkistpapier van 310 miljoen tot f 564 miljoen was ge stegen, zodat kon worden aangenomen, dat voor niet minder dan 254 miljoen in het kader van de stallingsfaciliteit bij de Nederlandsche Bank terecht is gekomen. Een dergelijk bedrag moet dus weer op 19 april op tafel worden gelegd. 135

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1963 | | pagina 21