Oogstkrediet voor akkerbouwbedrijven Zoals in de vorige Raiffeisen-Bode reeds werd medegedeeld, is onlangs oen regeling tot stand gekomen voor het verstrekken van oogstkrediet aan akkerbouwbedrijven. Met deze nieuwe regeling is beoogd aan akkerbouwers de mogelijkheid te verschaffen een seizoenkrediet op te nemen, waarvoor geen andere zekerheid behoeft te worden gesteld dan de te financieren oogst zelve. De hierbij toege- gepaste zekerheidsconstructie houdt in, dat de kredietnemer de verplichting op zich neemt om de geteelde produkten, zodra deze zijn geoogst, aan de bank over te dragen alsmede om de vor deringen, die bij verkoop van de te telen pro dukten zullen ontstaan, aan de bank te cederen. Aangezien deze zekerheidsconstructie zeer zwak is, zal van de zijde van de bank nauwlettend aandacht moeten worden geschonken aan de bedrijfseconomische beoordeling en de bewa king van het krediet. Men zou dan ook kunnen stellen, dat de nieuwe regeling het midden houdt tussen een krediet tegen onvolwaardige zeker heid en een blanco krediet. Bij het tot stand komen van de regeling voor het oogstkrediet is uitvoerig overleg gepleegd met functionarissen van aangesloten banken. Te dien einde werd zelfs een speciale commissie ingesteld, waarin van de zijde van de aange sloten banken zitting hadden de heren: J. W. Bierma te Hallum J. H. Dallinga te Nieuw-Buinen P. M. Dijkstra te Menaldum C. M. de Dreu, N.O. Polder A. L. Hiddema te Anjum J. J. de Jong te Middenmeer A. Kroes te Waddinxveen P. E. M. Kuypers te Kloosterzande A. T. Noordhuis te Zuurdijk J. Poutsma te Uithuizermeeden J. A. J. Raaijmakers te Wouw G. van Sluis te Gasselternijveen J. C. Tiel te 't Zand (N.H.) A. P. in 't Veld te Westmaas G. K. Wijk te Uithuizermeeden J. A. Wisselink te Hoofddorp J. de Wit te Veendam J. van der Zande te Nieuwerkerk (Z) Een belangrijk punt in de bespreking van de commissie was de vaststelling van het maximum- kredietbedrog. Dit is uiteindelijk vastgesteld op 250,per ha. Bovendien is de bepaling ge maakt, dat het eigen vermogen van de krediet nemer bij een reële waardering van de activa ten minste gelijk mo^t zijn aan het drievoudige van het maximaal te verstrekken oogstkrediet. Degenen, die het maximumbedrag van 250, per ha te laag achten, zouden wij er op willen wijzen, dat het oogstkrediet is bedoeld voor een betrekkelijk korte periode, teneinde daarmee de ,,top" van de vermogensbehoefte te kunnen financieren. In veel gevallen zal het oogstkrediet kunnen worden gebruikt als een tijdelijke verhoging van een normaal rekening-courantkrediet. Een com binatie van oogstkrediet en blanco krediet is echter niet mogelijk. Gezien het karakter van het oogstkrediet achten wij het onjuist aan éénzelfde persoon zowel een oogstkrediet als een blanco krediet te verstrekken. Bij de nieuwe regeling voor het oogstkrediet is ook aandacht geschonken aan de inperking van het krediet. In de kredietakte is dc bepaling opgenomen, dat vanaf een in onderling overleg vast stellen datum het maximumkredictbedrag zal worden ingeperkt met 30 van de betalin gen, welke wegens de verkoop van produkten ten gunste van de kredietnemer aan de bank worden overgemaakt. Uiterlijk tien maanden na de opening van het krediet zal de rekening geen debetstand meer mogen aanwijzen. Indien de kredietnemer voor het volgende seizoen weder om de beschikking wenst te krijgen over een oogstkrediet, zal dit opnieuw door hem moeten worden aangevraagd. Verder kan nog worden medegedeeld, dat voor de aangesloten banken de mogelijkheid be staat oogstkredieten voor 50 tc laten verwaar- borgen voor het Onderling Raiffeisengarantie- fonds. Opgemerkt kan worden, dat de nieuwe regeling voor het oogstkrediet tamelijk gecom pliceerd is. Zo zal het noodzakelijk zijn, dat de bankfunctionarissen voortdurend aandacht 127

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1963 | | pagina 13