twee maten, die onrechtvaardig is tegenover de
andere bankinstellingen.
Wij weten, dat zeer vele waterschappen de
oude banden met hun plaatselijke boerenleen
banken willen handhaven, maar het volgende ge
val toont wel aan hoe moeilijk het voor een
waterschap is geworden een lening bij de bank
zijner keuze op te nemen.
Een onzer banken kreeg onlangs van een
waterschap een aanvrage voor een financiering
en deed een aanbieding voor een lening tegen
een bepaald rentepercentage. Het waterschap
wilde de lening accepteren, doch verkreeg daar
voor geen goedkeuring van hoger hand. Na
informatie door de boerenleenbank deelde de
Waterschapsbank aan de bank mede, dat zij
zelf gaarne deze lening wilde opnemen, waarna
dan het betrokken waterschap de gelden tegen
dezelfde voorwaarden van de Waterschapsbank
zou krijgen.
Wij noemen dit een wonderlijk gemanoeuvreer
en wij vragen ons af, welk belang daarmee nu
eigenlijk gediend wordt. Het waterschap heeft
immers geen enkel voordeel van het inter
mediair van de Waterschapsbank. Het is
ons ook een raadsel hoe een dergelijk naar
voren schuiven van de Waterschapsbank, tegen
de wens van een waterschap in, te rijmen valt
met de autonomie, die reeds eeuwenlang in ons
land aan de waterschappen toekomt. Onver
mijdelijk krijgt men uit dit geval de indruk, dat
het de Waterschapsbank meer gaat om het spel
dan om de knikkers, anders gezegd, dat aan
het verkrijgen van invloed op de financiering
van waterschappen door de Waterschapsbank
meer gewicht wordt gehecht dan op grond van
het financiële belang van de waterschappen
redelijk en verantwoord is.
Dit is, zacht gezegd, een vreemde manier van
doen en wij hebben ons tevergeefs afgevraagd
Vervolg van pag. 85
De raiffeisenbanken/boerenleenbanken zien
het als hun taak de middelen te verschaffen
voor een gezonde financiering van de agarische
bedrijven. Om dit te kunnen verwezenlijken zijn
de kredietmogelijkheden de laatste jaren aan
zienlijk verruimd. Bij de toepassing van de
huidige kredietmogelijkheden zal meer dan
hoe daarin met de waterschapsbelangen wordt
rekening gehouden. Een vraag, die ook vele
waterschappen zich zullen stellen.
WERKBIJEENKOMSTEN
Voor de werkbijeenkomsten, die in de afge
lopen maand zijn gehouden, bleek wederom een
grote belangstelling te bestaan. Een viertal ver
gaderingen werd belegd in het inspectierayon
Goes en in Zeeuws-Vlaanderen. Wel zag het er
op een gegeven moment naar uit, dat de mede
werkers van de Centrale Bank Sommelsdijk niet
zouden kunnen bereiken als gevolg van de
weersomstandigheden, maar ten slotte kon het
programma ook daar, zij het dan in versneld
tempo, doorgang vinden.
Sedert september 1961 is in totaal een 25-tal
werkbijeenkomsten gehouden. De indeling van
het programma, die bij de aanvang is gemaakt,
is daarbij steeds ongewijzigd gebleven. Thans
hebben in 14 ringen nog geen werkbijeen
komsten plaats gevonden. Ook deze ringen
komen echter aan de beurt, zo niet in dit jaar,
dan toch in 1964.
Verder kunnen wij melding maken van het
feit, dat het Instituut voor Landbouwcoöperatie
in Friesland is begonnen met het organiseren
van z.g. kredietdagen, speciaal ten behoeve van
bestuursleden en kassiers van Friese boeren
leenbanken. De bedoeling van deze bijeen
komsten is eveneens om aan de hand van enkele
inleidingen te komen tot een gedachtenwisse-
ling over onderwerpen, die voor het landbouw
kredietwezen van belang zijn. Een tweetal
kredietdagen is inmiddels gehouden in het land
bouw- en coöperatiecentrum „Oranjewoud". De
belangstelling hiervoor was zeer verheugend,
zodat het overweging verdient in de toekomst
nog enkele bijeenkomsten in „Oranjewoud" te
beleggen.
voorheen aandacht moeten worden geschonken
aan de rentabiliteit van de te financieren be
drijven.Teneinde de economische mogelijkheden
van de afzonderlijke landbouwbedrijven op een
juiste wijze te kunnen beoordelen, wordt van
de zijde van de banken veel waarde gehecht
aan de samenwerking met de landbouwvoor-
lichtingsdienst en de boekhoudbureaus.
84