Wat ons bezig houdt nieuwe kredietvorm samenspel in de Raiffeisenorganisatie commerciële televisie financiering van waterschappen werkbijeenkomsten in Z.W. Nederland OOGSTKREDIET VOOR AKKERBOUWBEDRIJVEN Het verheugt ons te kunnen mededelen, dat een algemene regeling voor het verstrekken van oogstkrediet aan akkerbouwbedrijven tot stand is gekomen. Deze regeling houdt de mogelijk heid in de nog te velde staande oogst te finan cieren door middel van een krediet in lopende rekening. Een punt van overweging voor het in voeren van een regeling voor het oogstkrediet is geweest, dat het voor de boer als regel na delig is, wanneer hij, door geldgebrek gedwon gen, direct na de oogsttijd zijn produkten moet verkopen. Teneinde dit laatste te voorkomen, is een goede kredietvoorziening noodzakelijk. Bij de nieuwe regeling is het maximum- kredietbedrag voorshands bepaald op 250, per ha. Om een zodanig kredietbedrag te kun nen verstrekken, zal van de zijde van de bank aandacht geschonken moeten worden aan de bedrijfseconomische beoordeling en aan de be waking van het krediet. Wij zijn benieuwd hoe dit in de praktijk zal verlopen. Voor nadere bijzonderheden betreffende het oogstkrediet mogen wij u verwijzen naar het volgende nummer van de Raiffeisen-Bode, waar in wij dit onderwerp meer uitvoerig hopen te belichten. SAMENSPEL Een organisatie als de onze, met zijn 697 aan gesloten banken en een Centrale Bank, is geen eenvoudige zaak. Dat is het nooit geweest, maar vooral thans, nu wij op allerlei gebied velerlei activiteiten ontplooien, geldt meer dan ooit, dat wij ons bewust zijn van de organisatorische spelregels, welke bij het bedrijven van die acti viteiten in acht genomen moeten worden. Dit is van belang voor iedere' bank afzonder- derlijk. Een bestuur, dat bepaalde plannen heeft ontworpen en goedgekeurd, zal er op staan, dat deze volgens zijn bedoeling worden uitgevoerd. De directeur/kassier zal zijn uitvoeringsmaat regelen op die plannen baseren, in de weten schap, dat door afwijking van die plannen kortsluiting zou ontstaan, waardoor de bank schade kan lijden. Dit samenspel, dat in verhouding tussen be stuur en kassier van een lokale bank als van zelfsprekend voor de hand ligt, is niet minder noodzakelijk in de verhouding van de aange sloten banken en de Centrale Bank. Theoretisch bestaat tussen de Centrale Bank en een aange sloten bank eenvoudig de lidmaatschapsverhou ding, maar praktisch is de zaak ingewikkelder. Overigens niet nodeloos ingewikkeld! Want de aanwijzingen en regelingen,die de Centrale Bank van haar dienende functie uit aan de banken biedt, worden alle ingegeven door een praktisch doel: het beter functioneren van de organisatie als geheel, uiteindelijk ten dienste van de leden/ cliënten van de aangesloten banken. Dit geldt zowel voor de maatregelen, die genomen zijn op grond van statutaire of reglementaire bepalin gen, als voor de regelingen, die los van deze bepalingen, in het belang van de banken getrof fen zijn. Wij begrijpen, dat onder de kassiers wel eens de verzuchting wordt geslaakt, dat zij op zoveel dingen moeten letten. Zij moeten de gewone regels van het ,,spel" in acht nemen en dat is vaak al moeilijk genoeg, maar zij ontvangen dan bovendien nog dikwijls circulaires, waarin wordt uiteengezet onder welke voorwaarden een bank van een bepaalde bijzondere regeling kan ge bruik maken. Helaas is aan het ingewikkelder worden van het spel niet te ontkomen, want de meeste, dikwijls ingrijpende regelingen zijn niet mogelijk zonder dat bepaalde, welomschreven voorwaarden worden in acht genomen. 82

Rabobank Bronnenarchief

blad 'De Raiffeisen-bode' (CCRB) | 1963 | | pagina 4