en paard
De heer Minderhoud van de Coöp. Boerenleenbank Domburg geeft ons een kijkje in de keuken,
waar hij zijn opzienbarende spaarsuccessen bereidt. Dat is maar goed ook, want de berichten,
die wij over Domburg plaatsten, zullen ook anderen dan de heer v. d. Maarel ongeloofwaardig
in de oren geklonken hebben. Wij laten daarom gaarne de heer Minderhoud vertellen hoe de bank
praktisch allen in haar werkgebied, van zuigeling tot grijsaard, als spaarder aan zich heeft ver
bonden.
Het tweede onderwerp in deze rubriek is van de hand van de heer Mabesoone uit Vleuten, die
reageert op een artikel in de Nieuwe Veldbode van 11 januari jl. over hypotheek en levensver
zekering en de combinatie van beide.
Geachte redactie
Met belangstelling hebben wij in de rubriek onder
,,Man en Paard'' in de R.B. van januari 1963 het inge
zonden stukje gelezen van de heer G. C. A. v. d. Maarel,
secretaris bestuur Coöp. Raiffeisenbank te Delft.
Wij kunnen het ons voorstellen dat het voor iemand
als de heer v. d. Maarel, wiens bank zich in stedelijke
sfeer bevindt, twijfelachtig voorkomt dat bijna iedereen
in ons rayon, van zuigeling tot grijsaard, een boekje
heeft bij onze bank.
In een rayon als het onze, dat uit drie dorpen bestaat,
ligt dit uiteraard heel anders, ledereen kent hier ieder
een, wat dus ook geldt voor ons bestuur en niet minder
voor ondergetekende als kassier. Ook leven wij in de
gelukkige omstandigheid dat van concurrentie in ons
werkgebied nauwelijks gesproken kan worden.
Vanzelfsprekend komt een dergelijk resultaat niet uit
zichzelf. Er gaan dan ook heel wat jaren overheen. Ik
wil met enkele voorbeelden u toelichten hoe wij tot dit
resultaat zijn gekomen.
Van de uitgereikte geboortefolders wordt er 85%
direct omgezet in een spaarbankboekje, de overige 15%
„vangen" wij dan als nieuwe spaarders tijdens de „Raif
feisenweek", waardoor deze spaarders dan nog eens
f 2,50 extra ontvangen als premie voor nieuwe spaarders.
Tijdens de laatste Raiffeisenweek was er ook een
premie van f 200,uitgeloofd voor degene die de 10
miljoen gulden aan spaargelden vol maakte, wat weer
aanleiding gaf om ook voor „moeder de vrouw" een
boekje te nemen. Je kon immers nooit weten en een
mens is van nature genegen om een gokje te wagen
Op 10 januari 1958 werd het 3000-ste spaarbankboekje
uitgegeven. Hiervoor was een premie van 100,be
schikbaar gesteld Deze actie leverde p.m. 300.000,
aan spaargelden op alsmede ruim 100 nieuwe spaarders.
In mei 1960 openden wij ons nieuwe bijkantoor te
Westkapelle. Tijdens de openingsweek werd in alle
drie onze dorpen een actie gevoerd. Resultaat f 280,000,-
aan spaargelden en ruim 100 nieuwe boekjes. Aan
nieuwe spaarders werd ook toen weer een extra premie
verstrekt.
Hadden wij in dat jaar niet zoveel verwachtingen van
de „Raiffeisenweek", de resultaten bewezen het tegen
deel. Weer ontvingen wij die week f 210.000,en wer
den er 77 nieuwe spaarders ingeschreven.
De haast tot een traditie geworden „Raiffeisenweek"
is voor onze bank onmisbaar.
In 1962 werden aan 87% van de jongelui, die 15 jaar
werden, een JSW-boekje uitgereikt. In januari van dit
jaar werden er nog enkele ingeschreven die het vorig
jaar 15 jaar waren geworden. De rest wacht vermoede
lijk nog op een bijzondere actie of op de „Raiffeisen
week".
Zoals ik reeds in het begin vermeldde, kennen wij hier
iedereen. Zo namen wij uit Domburg een willekeurige
straat en toen bleek dat er in die straat 2 vrouwen
woonden (beiden echtgenoten), die nog geen boekje bij
onze bank hadden. De overige bewoners allemaal, van
zuigeling tot grijsaard. Dus hebben we nog uitbreidings
mogelijkheden op dit gebied!
Ik wil hiermee besluiten en hoop de heer Van der
Maarel zijn twijfel te hebben weggenomen.
Verder dank ik de redactie voor het naschrift dat zij
heeft geplaatst.
Hoogachtend,
C. Minderhoud,
kassier Coöp. Boerenleenbank
„DOMBURG"
Naschrift van de redactie
Wij willen even onderstrepen hetgeen de heer Minder
houd zelf gelukkig ook ronduit zegt: de omstandigheden
in haar werkgebied zijn voor de bank in Domburg wel
zeer gunstig. Er is nauwelijks concurrentie en „iedereen
kent iedereen". Het zou dan ook onrechtvaardig zijn,
wanneer we de banken, waar deze zaken heel anders
liggen (en dat is toch bij zeer veel banken het geval),
de spiegel van Domburg voorhielden. Maar ook als we
met die gunstige omstandigheden rekening houden, blijft
er groot respect over voor Domburg. Want dergelijke
resultaten komen niet vanzelf; men moet er voor werken,
moet de zaken op de juiste wijze aanpakken en moet de
kansen benutten.
Dat heeft Domburg gedaan.
Bij onze 697 banken lopen de diverse omstandigheden,
die voor het „sparen" van belang zijn, zeer sterk uit
een. De „tactiekdie de ene bank toepast, is nog niet
steeds de juiste voor de andere bank. Domburg geeft
een geslaagd beeld van wat er op het platteland en in
een werkgebied, waar de gehele bevolking op de bank
103